Onze vroege voorouders uit Zuidwest-Kenia waren al 600.000 jaar eerder op zoek naar speciale gereedschapsstenen, zo blijkt nu uit nieuw onderzoek. Bovendien waren ze bereid om aanzienlijke afstanden af te leggen om de perfecte steen te vinden. Dit werpt een verrassend nieuw licht op het gebruik van vroege stenen werktuigen en de vaardigheden van de makers.
Het gaat hier om de zogenoemde Oldowan-gereedschappen: eenvoudige stenen werktuigen die enkele miljoenen jaren oud worden geschat. Tot voor kort werd aangenomen dat deze prehistorische gereedschapskist ongeveer 2 miljoen jaar oud was. Inmiddels is er overtuigend bewijs gevonden dat de gereedschappen al 600.000 jaar eerder werden gebruikt. Daarbij komt dat niet alle stenen lokaal werden verzameld; gebruikers waren bereid om flinke afstanden af te leggen voor het beste materiaal.
Onderzoeker Rick Potts, die meewerkte aan de studie, zegt hierover: “Mensen richten zich vaak op de gereedschappen zelf, maar vergeten dat de echte innovatie is dat men grondstoffen van de ene plek naar een andere bracht.” Het volledige onderzoek is gepubliceerd in Science Advances.
Nyayanga
Voor het onderzoek reisde het team van Potts af naar de archeologische vindplaats Nyayanga in Kenia. Daar werden twee jaar geleden al de oudste snijstenen tot nu toe ontdekt, gebruikt voor het slachten van grote dieren, waaronder nijlpaarden. Op dezelfde locatie zijn nu stenen gevonden die, na een geochemische analyse van de steenkern, maar liefst 2,6 miljoen jaar oud blijken te zijn. Voorheen golden de stenen van Kanjera South als de oudste snijstenen. Deze zijn ongeveer 2 miljoen jaar oud.
Opvallend is dat veel van deze stenen niet afkomstig zijn uit Nyayanga zelf, maar uit een stroomgebied zo’n 13 kilometer verderop. Volgens de onderzoekers hadden onze vroege voorouders een goede reden om juist stenen uit dat gebied mee te nemen: het gesteente daar bestond vooral uit vulkanische soorten zoals rhyoliet en uit metamorf gesteente zoals kwartsiet. Deze materialen zijn aanzienlijk harder – en daarmee beter geschikt als snijsteen – dan de zachtere stenen die lokaal in Nyayanga te vinden waren.
Tijdslijn
Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de tijdslijn van het Oldowan-tijdperk. Emma Finestone, mede-auteur van de studie, licht toe: “De leeftijd van de gevonden stenen is verrassend, omdat de Nyayanga-verzameling dateert uit een vroege fase van het Oldowan. Tot nu toe dachten we dat het over grotere afstanden verplaatsen van grondstoffen pas veel later in onze evolutionaire geschiedenis voorkwam.”
Het vermogen om materialen over langere afstanden te transporteren is een belangrijke mijlpaal in de menselijke evolutie. Volgens Potts toont het aan dat vroege mensen in staat waren vooruit te plannen en te begrijpen wat ze in de toekomst nodig zouden hebben, bijvoorbeeld om voedsel te bereiden. Het wijst er ook op dat zij mentale kaarten van hun omgeving konden maken en onthouden waar zich bronnen van hoogwaardig gesteente bevonden. Potts zegt: “De mentale kaarten van de oudste mensachtigen om consistent stenen gereedschappen te maken, reikten veel verder dan hun directe leefomgeving – soms zelfs meerdere kilometers.”
Identiteit onbekend
Toch blijft er een raadsel bestaan: de precieze identiteit van de makers is nog niet vastgesteld. Finestone benadrukt: “Tenzij je een mensachtige vindt met een gereedschap in zijn hand, kun je niet definitief zeggen welke soort gebruik maakte van welke gereedschapset. Wel denk ik dat het onderzoek bij Nyayanga suggereert dat er meer diversiteit was onder de makers van stenen gereedschappen dan we eerder aannamen.”
Oldowan-gereedschappen bestonden uit drie hoofdtypen stenen werktuigen, gebruikt voor onder meer hakken en slaan. Typerend is het gebruik van rolstenen die met enkele slagen een scherpe kant kregen. Later werden daar kernbijlen en eenvoudige afslagwerktuigen aan toegevoegd. Deze gereedschappen werden vooral ingezet om voedsel te bewerken: het verpletteren van noten, het snijden van vlees en het openbreken van botten om bij het voedzame merg te komen. De opkomst van deze werktuigen betekende een grote stap voorwaarts. Ze zorgden voor een bredere variëteit aan voedsel op het menu van onze verre voorouders op de Afrikaanse savanne. Het maken ervan was echter geen eenvoudige taak: het vereiste vaardigheid, ervaring en oog voor detail.
Door de eeuwen heen verspreidden Oldowan-gereedschappen zich over grote delen van Afrika. Onderzoekers hebben soortgelijke werktuigen zelfs in China en Algerije gevonden. Uiteindelijk werden ze zo’n 1,7 miljoen jaar geleden vervangen door de meer verfijnde werktuigen uit de Acheuléen-cultuur, zoals de iconische vuistbijl. Toch blijft de Oldowan-traditie een cruciale mijlpaal in de menselijke technologiegeschiedenis – een eerste tastbaar bewijs van planning, mobiliteit en technisch vernuft bij onze vroegste voorouders.


