Fantastische foto van enorme ‘suikerspin’ in de ruimte vertelt een allesbehalve zoetsappig verhaal

De ‘suikerspin’ is in werkelijkheid namelijk niets anders dan totale chaos, ontstaan na een botsing tussen twee sterrenstelsels.

Ooit was ongeveer op de plek van deze suikerspin een spiraalsterrenstelsel te vinden met goed afgebakende spiraalarmen. Maar een botsing en fusie met een ander sterrenstelsel heeft dat goed georganiseerde sterrenstelsel in totale chaos gestort, waardoor het nu meer wegheeft van een rommelige suikerspin.

Stof, gas en zwarte gaten
De buitenste randen van deze kosmische suikerspin bestaan uit interstellair stof en gas. Daarbinnen vinden we de nog altijd fuserende kernen van wat ooit twee sterrenstelsels waren. In het hart ervan bevinden zich twee superzware zwarte gaten. Het ene zwarte gat zou 154 miljoen keer massiever zijn dan onze zon, terwijl het andere ongeveer 6,3 miljoen zonsmassa’s telt.

Nog een fusie
Die zwarte gaten hebben altijd in hun eentje de dienst uitgemaakt in het hart van één van de twee botsende sterrenstelsels. Maar na de botsing en fusie van hun sterrenstelsels zijn ze (tijdelijk) gedwongen om samen te wonen. Heel knus is dat vooralsnog niet; de zwarte gaten zijn nog zo’n 1600 lichtjaar van elkaar verwijderd. Maar de verwachting is dat ze steeds dichter naar elkaar toe zullen bewegen en uiteindelijk – over zo’n 250 miljoen jaar – zullen botsen en fuseren tot één nóg zwaarder zwart gat.

Heftige botsing
Hoewel de kosmische suikerspin er misschien vrij rustig uitziet, is de botsing waar deze het resultaat van is, allesbehalve vreedzaam verlopen. Sterren en nevels zijn weggeslingerd en vervolgens – door de aantrekkingskracht van de superzware zwarte gaten – weer naar binnen gezogen.

Jonge sterren
Maar de gewelddadige botsing resulteert niet alleen in chaos. Botsende gaswolken creëren namelijk ook de perfecte omgeving voor stervorming. En dat is exact wat we in delen van de suikerspin zien gebeuren; daar zijn talloze heldere, pasgeboren sterren zichtbaar. Op 23 plekken ligt de snelheid waarmee sterren geboren worden zelfs zo hoog dat onderzoekers vermoeden dat daar bolvormige sterrenhopen – enorme, soms wel honderdduizenden sterren tellende, verzamelingen sterren – ontstaan.

Deze prachtige opname is gemaakt door een instrument op de Gemini South, onderdeel van het geavanceerde Gemini-observatorium. Het Gemini-obervatorium bestaat uit twee telescopen. De ene staat op het noordelijk halfrond (in Hawaii) en de andere op het zuidelijk halfrond (in Chili). De telescopen kunnen gerekend worden tot de meest geavanceerde telescopen ter wereld en zijn samen in staat om bijna de hele hemel waar te nemen. De foto die in dit artikel centraal staat, is gemaakt door de telescoop op het zuidelijk halfrond, ook wel aangeduid als de Gemini-South. Afbeelding: International Gemini Observatory / NOIRLab / NSF / AURA.

Aan alles komt echter een eind. En dus ook aan de chaos en stervorming in dit stukje van het heelal. De verwachting is dat de suikerspin die we er nu vinden uiteindelijk transformeert tot een elliptisch sterrenstelsel dat voornamelijk uit oudere sterren bestaat en waarin nauwelijks nog nieuwe sterren gevormd worden.

Het is allemaal best een ver-van-mijn-bed-show, zowel in tijd als ruimte. Zo vond de botsing die resulteerde in deze kosmische suikerspin ongeveer 1 miljard jaar geleden al plaats en zal het ook nog wel even duren voor deze volledig tot een elliptisch sterrenstelsel getransformeerd is. En dan is de kosmische suikerspin ook nog eens zo’n 90 miljoen lichtjaar van onze Melkweg verwijderd. En toch heeft deze ver-van-ons-bed-show zeker implicaties voor onze Melkweg. Over miljarden jaren zal ook ons spiraalvorimge sterrenstelsel namelijk in botsing komen en fuseren met een naburig sterrenstelsel: het Andromeda-stelsel. En deze suikerspin geeft ons dan ook een inkijkje in wat ons sterrenstelsel dan te wachten staat.

Bronmateriaal

"Gemini South Captures Cosmic ‘Cotton Candy’" - NOIRLab
Afbeelding bovenaan dit artikel: International Gemini Observatory / NOIRLab / NSF / AURA. Afbeelding bewerkt door: T.A. Rector (University of Alaska Anchorage / NSF’s NOIRLab), J. Miller (International Gemini Observatory / NSF’s NOIRLab), M. Rodriguez (International Gemini Observatory / NSF’s NOIRLab), M. Zamani (NSF’s NOIRLab)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd