Na een vlucht van tien jaar eindigt het avontuur voor de MESSENGER-ruimtesonde. Eind maart stort de ruimtesonde op Mercurius, omdat het ruimtevaartuig geen brandstof meer heeft. Maar, de executie is nu een maand uitgesteld. Wetenschappers passen een trucje toe om MESSENGER iets langer in leven te houden.
De onderzoekers van het John Hopkins laboratorium gaan heliumgas gebruiken om te zorgen dat MESSENGER hoog boven Mercurius blijft vliegen. Dit helium wordt normaal gesproken ingezet om het voortstuwingssysteem onder druk te zetten. Als raketbrandstof is het niet zo efficiënt als hydrazine, maar het zou moeten werken. Als de onderzoekers het heliumgas inzetten, is dit de eerste keer in de geschiedenis van de ruimtevaart dat helium wordt gebruikt als brandstof.
Op dit moment worden de rondjes van MESSENGER om Mercurius kleiner en kleiner. Op 21 januari bevindt de ruimtesonde zich nog maar 25 kilometer boven het oppervlak van de binnenplaneet. Op die dag zal de helium-manoeuvre de afstand vergroten tot 80 kilometer. De maanden daalt MESSENGER weer af om in de lente op de rotsachtige planeet te crashen.
Het is goed nieuws voor wetenschappers, die vier weken extra krijgen om het oppervlak van Mercurius van dichtbij te observeren. Zo zal MESSENGER zijn extra tijd gebruiken om het interne magnetische veld van Mercurius in kaart te brengen. De ruimtesonde draait al sinds 18 maart 2011 om Mercurius en hoopt dus in ieder geval zijn vierde jubileum nog te vieren.