Een klein mega-oud wormpje heeft voor opschudding gezorgd onder evolutiebiologen. In Zuid-Australië stuitten Californische wetenschappers op het oudste bekende lid van de ecdysozoa – een grote diergroep waartoe meer dan de helft van alle huidige diersoorten behoort. Ze hebben het wormpje omgedoopt tot Uncus dzaugisi.
De ecdysozoa vormen de grootste en meest diverse diergroep op aarde. Insecten, spinnen, schaaldieren en microscopisch kleine rondwormen, nematoden genaamd, behoren allemaal tot dezelfde club. Deze dieren hebben een kenmerkend exoskelet – dit is een harde cuticula (beschermende huidlaag) die ze periodiek vervellen.
Ouder dan gedacht
Hoewel wetenschappers al langer vermoedden dat deze groep ouder moest zijn dan het Cambrium, dat 540 miljoen jaar geleden begon, was er tot nu toe geen direct fossiel bewijs uit eerdere perioden gevonden. “Dit fossiel vult een belangrijk hiaat in onze kennis”, zegt hoofdonderzoeker Mary Droser, die samen met haar team al meer dan 25 jaar aan het graven is op de locatie in het Nilpena Ediacara National Park in Zuid-Australië. “Het bevestigt de voorspellingen die uit moleculaire analyses rolden en helpt ons beter te begrijpen hoe dieren in deze vroege periodes evolueerden.” Dit bijzondere fossiel is afkomstig uit het late Precambrium, en wordt nu voor het eerst beschreven in de Amerikaanse studie.
Een mysterieuze worm uit het Ediacarium
Het Nilpena Ediacara National Park in Zuid-Australië is een locatie die bekendstaat om zijn uitzonderlijk goed bewaarde fossielen uit het Ediacarium, 635 tot 538 miljoen jaar geleden. De dieren waren maximaal een paar centimeter lang en sleten hun dagen in de oceaan, waar ze letterlijk hun indruk achterlieten op de zeebodem. In de loop der tijd versteenden zij vervolgens tot fossielen. “Nilpena is uniek”, zegt professor Scott Evans van Florida State University. “In de kleine sedimentkorrels in dit gebied zijn zelfs de fijnste details van de fossielen bewaard gebleven. Dat maakt het ideaal om de vroege evolutie te bestuderen.”
‘Vishaken’ en ‘squiggles’
Tijdens een opgraving in 2018 stuitte het team op een merkwaardige, haakvormige afdruk in de rotsen, die ze al snel omdoopten tot ‘vishaak’. Ze waren in het begin niet specifiek op zoek naar ecdysozoa, maar dit wormachtige fossiel trok hun aandacht door de opvallende diepte en het gebogen uiterlijk ervan. Het team ontdekte meer van deze ‘squiggles’ en begon het fossiel nauwkeuriger te analyseren.
(Tekst gaat hieronder verder)
Kenmerken van Uncus dzaugisi
Het fossiel heeft een aantal unieke eigenschappen die wijzen op een stijf lichaam en een goede mobiliteit, zoals zichtbaar in de sporen in omliggend sediment. Nematoloog Paul De Ley bevestigde dat het fossiel het beste past binnen de ecdysozoa, en meer specifiek bij vroege nematoden. De naam Uncus, Latijn voor ‘haak’, verwijst naar de karakteristieke vorm van de worm.
“Dit fossiel is een fantastische vondst. Omdat het een diepe afdruk achterliet, weten we dat het een vrij hard lichaam moet hebben gehad”, zegt mariene bioloog Ian Hughes van Harvard University. “Het geeft ons een glimp van hoe vroege ecdysozoa eruitzagen en leefden. Dit is vooral belangrijk omdat deze groep later het mariene ecosysteem is gaan domineren.”
Betekenis voor de evolutietheorie
Uncus dzaugisi biedt niet alleen bewijs voor het bestaan van ecdysozoa in het Ediacarium, maar helpt ook de evolutie van dieren beter te begrijpen. Tot nu toe waren ecdysozoa vooral bekend uit het rijke fossielenarchief van het Cambrium. Deze vondst toont aan dat hun oorsprong veel verder teruggaat. “Door fossielen als deze kunnen we niet alleen de ouderdom van diergroepen vaststellen, maar ook inzicht krijgen in hoe vroege dieren leefden”, legt Hughes uit. “Het is een belangrijke stap voor het begrijpen van hoe complexe ecosystemen zoals die in het Cambrium tot stand kwamen.”
Dankzij deze ontdekking is onze kennis over de vroegste hoofdstukken in de geschiedenis van het leven weer een stukje completer geworden.