Er is nog maar één manier om de klimaatwetenschappers te kalmeren

Actie ondernemen! En snel. Want het gaat nu echt de verkeerde kant op. Niet zozeer met die klimaatwetenschappers (alhoewel hun bloeddruk wellicht hoger ligt dan gezond voor ze is), maar wel met ons klimaat.

Dat blijkt maar weer eens uit een nieuw onderzoeksrapport, gepubliceerd door de World Meteorological Organization (WMO). In het rapport zetten onderzoekers de laatste stand van zaken in klimaatonderzoekland nog eens op een rijtje. En dan ontstaat een heel consistent, angstaanjagend (en bloeddrukverhogend) beeld: het gaat helemaal de verkeerde kant op.

We gaan maar door
De uitstoot van broeikasgassen die te herleiden is naar het gebruik en de verbranding van fossiele brandstoffen ligt weer op het niveau van voor de pandemie. Hierdoor blijft de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer maar stijgen. En de gevolgen daarvan zien we op de thermometer: de laatste zeven jaren vormen direct de top 7 warmste jaren ooit. En de kans is groot dat we ergens in de komende vijf jaar al een gemiddelde jaartemperatuur noteren die 1,5 graad hoger ligt dan in pre-industriële tijden.

Overstromingen en droogte
Kortom: klimaatverandering is reeds in volle gang. En op steeds meer plekken ondervindt de mensheid dat aan den lijve. “Overstromingen, droogte, hittegolven, extreme stormen en natuurbranden: het gaat van kwaad tot erger,” stelt António Guterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties. “Records worden met een alarmerende frequentie verbroken. Hittegolven in Europa, enorme overstromingen in Pakistan, aanhoudende en ernstige droogte in China, de Hoorn van Afrika en de Verenigde Staten. En daar is niets natuurlijks aan. Het is de prijs die we betalen voor onze verslaving aan fossiele brandstoffen.”

We beloven zelfs te weinig
De boodschap is niet nieuw. Maar op de één of andere manier komt deze bij het gros van de mensen – en politieke leiders – toch niet helemaal aan. Dat blijkt wel uit het feit dat onze klimaatambities – voorkomen dat het klimaat in 2100 meer dan 1,5 of 2 graden Celsius is opgewarmd – nogal uit de pas lopen met de realiteit. Landen doen simpelweg te weinig om de opwarming tegen te gaan. En doordat landen zo weinig doen, zijn de beloftes die ze eerder hebben gedaan ook niet langer toereikend als we de klimaatdoelen willen halen. Sommige landen hebben hun beloftes daarom wat verder aangescherpt en beloofd om voor 2030 nog forser in hun uitstoot te snijden. Maar zelfs die aangescherpte beloftes zijn niet toereikend, zo stelt de VN. Eigenlijk zouden de beloofde emissiereducties namelijk vier keer groter moeten zijn, willen we de opwarming onder de 2 graden Celsius houden. En om het klimaatdoel van 1,5 graad te halen, moet de emissiereductie zelfs zeven keer groter zijn. En even voor de duidelijkheid: we hebben het dan nog puur over het tekortschieten van beloftes. Gaan we kijken wat landen door de bank genomen daadwerkelijk doen om die beloftes te houden, dan ontstaat een nog schrikbarender beeld. Want in veel landen schiet het klimaatbeleid tekort en lukt het dus zelfs niet om die tekortschietende beloftes te houden.

Aanpassen
En ondertussen gaat de opwarming van de aarde gewoon door. En de impact wordt steeds groter. Daarom is het ook niet langer afdoende om maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Tevens moet er nagedacht worden over aanpassingen aan ons nieuwe klimaat, zo stelt professor Neville Nicholls, verbonden aan de School of Earth, Atmosphere & Environment van Monash University in een reactie op het onderzoeksrapport. “Onze trage vooruitgang in het beperken van onze uitstoot betekent dat de wereld niet in staat zal zijn de opwarming zodanig te beperken dat schadelijke gevolgen daarvan vermeden kunnen worden. Dus hoewel onze inspanningen om de emissies terug te dringen, versneld doorgang moeten vinden, staan we voor het ongemakkelijke feit dat we ons ook aan het veranderende klimaat zullen moeten aanpassen.” Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat er waarschuwingssystemen komen die ingezet kunnen worden om mensen tijdig op de hoogte te brengen van ophanden zijnde extreme weersomstandigheden, zoals extreme regenval of hitte. Juist in de armere landen – die onevenredig hard door de gevolgen van klimaatverandering getroffen worden – zijn die vaak niet voorhanden. “Deze systemen redden levens.”

Het rapport schetst een weinig rooskleurig beeld. Maar alle hoop is zeker nog niet verloren. Zo zijn er kleine lichtpuntjes. Het rapport noemt bijvoorbeeld 23 landen – waaronder Japan, Mexico, de VS en verschillende in Europa gelegen landen – die tussen 2010 en 2019 (oftewel pre-corona) hun CO2-uitstoot behoorlijk hebben weten terug te dringen. Het laat zien dat het kan; we kunnen het tij nog keren. Dat dat hard nodig is, daar kan – ook na dit zoveelste klimaatrapport – geen twijfel meer over bestaan.

Bronmateriaal

"United in Science: We are heading in the wrong direction" - WMO

Afbeelding bovenaan dit artikel: Bob Jenkin from Pexels (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd