Met hele trollenlegers in Rusland en steeds betere AI is de vrees voor desinformatie relevanter dan ooit. Italiaanse onderzoekers doken daarom in de verspreiding ervan en ontdekten hoe die verschilt per land en per onderwerp.
Ze analyseerden nieuwsberichten op X in Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk tussen 2019 en 2021. Daarbij vergeleken ze vooral de berichtgeving over de Brexit, het coronavirus en de coronavaccins. Ze beoordeelden het nieuws als betrouwbaar of twijfelachtig. Positief: de overgrote meerderheid in alle landen vertrouwde alleen betrouwbare nieuwsbronnen. Daarnaast was er nog een klein percentage dat alleen twijfelachtige nieuwsbronnen gebruikte. Een mix daarvan kwam vrijwel niet voor.
Culturele verschillen
De Duitsers consumeerden het meeste nepnieuws, gevolgd door Frankrijk, dan Italië en tenslotte het Verenigd Koninkrijk. Het varieerde echter wel per onderwerp. In Italië werd het minste nepnieuws geretweet over het coronavirus, maar juist het meeste over de Brexit. Dit duidt erop dat ‘culturele nuances’ belangrijk zijn bij de bestrijding van desinformatie, schrijven de onderzoekers van de Venetiaanse universiteit Ca’ Foscari.
“We merkten dat de neiging van mensen om desinformatie te verspreiden varieert per onderwerp en per land. Dat kan komen door verschillende gevoeligheden van landen voor bepaalde onderwerpen of culturele invloeden die de consumptie van onbetrouwbare nieuwsbronnen bepalen”, legt onderzoeker Alessandro Galeazzi uit aan Scientias.nl. De nabijheid van het nieuws kan een rol spelen. Zo is Italië heel zwaar getroffen door het coronavirus, waardoor Italianen relatief weinig openstonden voor nepnieuws over dit onderwerp. De Brexit staat een stuk verder van hen af en is voor de Britten juist weer een thema dat dicht bij hen staat en waarvoor ze dus liever serieuze nieuwsbronnen raadplegen.
Kracht van dubieuze nieuwsbronnen
Toch vallen de verschillen niet altijd te beredeneren. “Als we de Brexit als voorbeeld nemen, zie je in Duitsland een verhouding tussen twijfelachtige en betrouwbare retweets van 0,77, terwijl Italië een verhouding van 0,36 heeft”, aldus de onderzoeker. “Dit betekent dat in Duitsland desinformatie over dit onderwerp bijna twee keer zoveel aandacht kreeg als in Italië.” Niet voor elk thema is het verschil zo groot. “Interessant is dat de verschillen kunnen variëren van klein – bijvoorbeeld bij Frankrijk versus het VK als het gaat om het coronavirus – tot aanzienlijk, afhankelijk van het onderwerp en het land.”
In Duitsland werd dus in het algemeen het meeste nepnieuws verspreid. Echt een verklaring daarvoor is er niet. “Mogelijk is het een mix van verschillende factoren. Wat ook meespeelt is bijvoorbeeld het vermogen van nepnieuwsbronnen om hun desinformatie te verspreiden, maar ook de sociaal-culturele context kan de consumptie van nepnieuws bevorderen”, stelt Galeazzi.
Betere bestrijding van nepnieuws
De onderzoekers waren behoorlijk geschokt door de grote verschillen. “Het verrassendst vind ik het grote verschil in de verspreiding van nepnieuws per land en per onderwerp. In sommige landen verdubbelde bij bepaalde onderwerpen de verspreiding van nepnieuws in vergelijking met andere landen”, klinkt het. Dat is ook opmerkelijk. Je zou verwachten dat er in ieder land een ongeveer even grote groep mensen is die steevast aan het echte nieuws twijfelt en zijn toevlucht zoekt tot nepnieuws, zeker omdat het allemaal West-Europese landen betreft.
“Het benadrukt het belang van een diepere analyse naar de oorzaken van deze verschillen. Een beter begrip daarvan is cruciaal om de verspreiding van desinformatie effectief te kunnen bestrijden”, aldus Galeazzi tot besluit. De studie maakt duidelijk dat beleid om desinformatie en polarisatie tegen te gaan contextspecifiek moet zijn: beleidsmakers moeten kijken naar het onderwerp en naar hoe de eigen bevolking daarop reageert. In Italië is het bijvoorbeeld minder nodig om de strijd aan te binden met nepnieuws over corona, terwijl in het VK desinformatie over de Brexit nauwelijks voet aan de grond krijgt. De focus zou dan dus moeten liggen op andere onderwerpen.