Bij de behandeling van kanker gaat het al lang niet meer alleen om overleven. De kwaliteit van leven bij de mensen die genezen, wordt steeds belangrijker. En terecht: chemotherapie kan bijvoorbeeld leiden tot zenuwbeschadiging. Maar daar hebben onderzoekers nu iets op gevonden.
Kankerbehandelingen veroorzaken bij veel patiënten zenuwbeschadigingen, omdat de medicatie – of dat nou chemotherapie of moderne immuuntherapie is – zowel de zenuwen als de tumorcellen aanvalt. Artsen schrijven dure middelen voor aan deze mensen, maar er is tot nu toe geen bewijs dat die daadwerkelijk helpen.
Maar er is hoop voor deze patiënten. Bewegingswetenschapper Fiona Streckmann van de Universiteit van Basel heeft nu aangetoond dat er een veel betere manier is om de strijd aan te gaan tegen deze zware bijwerkingen – geen pillen maar fysieke activiteit. Eenvoudige lichamelijke oefeningen kunnen zenuwbeschadiging als gevolg van kankermedicatie in veel gevallen voorkomen. Proefpersonen die gelijktijdig met de kankertherapie aan deze sportsessies meededen, kwamen een stuk beter uit de tests.
CIPN
Sommige kankermedicijnen, zoals oxaliplatine of vinca-alkaloïden, zorgen ervoor dat 70 tot 90 procent van de patiënten klaagt over pijn, evenwichtsproblemen, gevoelloosheid, een branderig gevoel of tintelingen in de ledematen. Het is mogelijk dat de problemen uit zichzelf verdwijnen na de behandeling, maar bij ongeveer de helft van de kankerpatiënten veranderen ze in een chronische aandoening. Specialisten noemen dit chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathie, of kortweg CIPN. Neuropathieklachten beginnen meestal in de tenen en vingers, maar kunnen zich verder uitbreiden naar armen en benen.
Sporten naast chemo
Bij het Europese onderzoek waren 158 kankerpatiënten betrokken. Deze groep bestond uit zowel mannen als vrouwen, die een behandeling kregen met oxaliplatine of vinca-alkaloïden. De wetenschappers verdeelden de patiënten willekeurig in drie groepen. Er was één controlegroep die de standaardzorg kreeg. De andere twee groepen kregen gedurende de chemotherapie tweemaal per week een sportsessie, die een kwartier tot een halfuur duurde. Eén van deze groepen voerde oefeningen uit die vooral gericht waren op het balanceren op een steeds instabielere ondergrond. De andere groep trainde op een trilplaat.
De proefpersonen werden – voor zover mogelijk – in de daaropvolgende vijf jaar gevolgd. Hieruit bleek dat er in de controlegroep ongeveer twee keer zoveel deelnemers CIPN ontwikkelden als in de twee sportende groepen. Met andere woorden: de oefeningen die de patiënten naast de chemotherapie deden, hebben ervoor gezorgd dat de zenuwbeschadiging met 50 tot 70 procent verminderde. Bovendien rapporteerden de deelnemers een hogere kwaliteit van leven, was het minder vaak nodig om hun dosis kankermedicijnen te verlagen en was de kans op overleving vijf jaar na de chemotherapie zelfs significant hoger. De deelnemers die vinca-alkaloïden-medicatie kregen en de sensomotorische training uitvoerden, bleken uiteindelijk het grootste voordeel te hebben, vergeleken met de controlegroep.
Klassieke medicatie nutteloos en duur
Er is door de jaren heen veel geld geïnvesteerd in het terugdringen van CIPN, legt Streckmann uit. “Deze bijwerking heeft een directe invloed op de klinische behandeling: de dosering van de neurotoxische middelen in de chemotherapie moet soms worden verlaagd, of de behandeling moet noodgedwongen vroegtijdig worden stopgezet.”
Desondanks is er nog steeds geen goed medicijn: uit verschillende onderzoeken is gebleken dat geen enkel middel uit een potje, spuit of infuus de zenuwbeschadiging kan voorkomen of ongedaan maken. Toch wordt er volgens de laatste schattingen in de Verenigde Staten jaarlijks zo’n 17.000 dollar per patiënt uitgegeven aan de behandeling van zenuwbeschadiging als gevolg van chemotherapie. Streckmann veronderstelt dat ‘artsen ondanks alles medicijnen voorschrijven, omdat het lijden van patiënten zo zwaar is’.
Onderzoek in kinderziekenhuizen
De bewegingswetenschapper maakt duidelijk dat er een simpele oplossing is voor dit probleem. Het positieve effect van bewegen is namelijk wel degelijk bewezen, en deze behandeling is nog relatief goedkoop ook. Momenteel werkt zij met haar team aan richtlijnen voor ziekenhuizen, zodat artsen de oefeningen als ondersteunende therapie kunnen integreren in hun praktijk. Daarnaast loopt er sinds 2023 een onderzoek in zes Duitse en Zwitserse kinderziekenhuizen, dat bedoeld is om sensorische en motorische storingen te voorkomen bij kinderen die neurotoxische chemotherapie krijgen.
“De potentie van fysieke activiteit wordt enorm onderschat”, legt Fiona Streckmann uit. Ze hoopt van harte dat deze spectaculaire onderzoeksresultaten ertoe leiden dat er meer sporttherapeuten in ziekenhuizen gaan werken, en dat de medische wereld dit potentieel in de nabije toekomst beter gaat benutten.