Wetenschappers hebben ontdekt dat de emoties van linkshandigen anders georganiseerd zijn in het brein dan die van rechtshandigen.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de motivatie van mensen. Onder de motivatie wordt de drijfveer om op fysieke of sociale prikkels in te gaan of u er juist aan te onttrekken, bedoeld. De motivatie wordt gezien als één van de belangrijkste onderdelen van de menselijke emotie.
Experiment
De onderzoekers verzamelden een aantal links- en rechtshandige proefpersonen en maten de hersengolven van deze mensen. Daarna werd een experiment georganiseerd waarbij gemeten werd hoe gemotiveerd ze waren om op prikkels in te gaan. Terwijl de proefpersonen dit experiment ondergingen, werd hun hersenactiviteit gemeten.
Verwacht
De rechtshandige proefpersonen vertoonden wanneer ze op prikkels ingingen veel meer activiteit in het linkerdeel van het brein. Dat is in lijn met eerdere studies. Maar bij linkshandigen was het net omgekeerd: zij vertoonden meer activiteit in het rechterdeel van de hersenen. Hoewel het voor het eerst is dat dit wordt aangetoond, hadden de wetenschappers dat wel verwacht. “We voorspelden deze omkering, omdat we zagen dat mensen andere handen gebruikten om op prikkels in te gaan of ze te vermijden,” vertelt onderzoeker Daniel Casasanto. Wanneer mensen op prikkels ingaan, dan gebruiken ze daarvoor vaak hun dominante hand (voor rechtshandigen: rechts en voor linkshandigen: links). Wanneer ze prikkels willen vermijden, kiezen ze juist vaak voor de andere hand.
Hersenstimulatie
Het onderzoek kan zomaar eens van grote waarde zijn voor mensen die last hebben van depressies of angststoornissen en behandeld worden met hersenstimulatie. Hierbij wordt de neurale activiteit in het deel van de hersenen dat op prikkels ingaat, onderdrukt. Omdat men altijd dacht dat dit deel zich links bevond, wordt dit deel van de hersenen zowel bij links- als rechtshandigen door hersenstimulatie aangepakt. “Deze behandeling helpt rechtshandigen, maar kan in het geval van linkshandigen wel eens averechts werken,” stelt onderzoeker Geoffrey Brookshire.
Het volledige onderzoek van de heren is terug te vinden in het blad PLoS ONE.