Als er niets verandert, zitten er misschien nog 1 of 2 tochten in het verschiet en dan is het voorgoed klaar.
Vandaag precies 65 jaar geleden startten meer dan 6300 schaatsers aan de elfde Elfstedentocht. Ze hadden er niet eens zo heel lang op hoeven wachten; bijna exact twee jaar eerder was nog een Elfstedentocht verreden. En zeven jaar later was het weer raak; in januari 1963 begonnen meer dan 10.000 deelnemers bij temperaturen van -18 aan de zwaarste Elfstedentocht ooit. Er volgden daarna nog drie Elfstedentochten. De laatste vond plaats in 1997 en ligt dus alweer 24 jaar achter ons. Nog nooit hebben we zo lang op een Elfstedentocht moeten wachten.
Zo dichtbij
Maar deze week kwam de Elfstedentocht wel heel dichtbij. Het is te danken aan een ietwat uitzonderlijke vorstperiode, zo legt Geert Jan van Oldenborgh, verbonden aan het KNMI, aan Scientias.nl uit. “De situatie is anders dan andere vorstperiodes. Normaal gesproken hebben we hier koud weer door een blokkade (hogedrukgebied) boven Scandinavië waardoor er bij ons een (noord)oostenwind opsteekt die kou uit Siberië en het Noordpoolgebied naar ons toe brengt. Deze week gebeurt dat voornamelijk door een relatief klein lagedrukgebied ten zuiden van ons. Vandaar dat het gebied met lage temperaturen veel kleiner is dan bij andere koude perioden.”
De kou wordt deze week – vooral tijdens heldere nachten – nog eens versterkt door de sneeuw. “Sneeuw koelt op twee manieren af. Overdag weerkaatst de witte sneeuw het zonlicht, zodat de warmte daarvan niet op aarde terechtkomt. Sneeuw is voor warmtestraling echter juist ‘zwart’, dat wil zeggen dat het warmtestraling heel efficiënt uitstraalt en daardoor verder afkoelt, vooral ’s nachts.” Wat – iets verder terugkijkend – ook hielp, was dat de poolwervel van begin tot eind januari verstoord werd. “Dit verhoogt de kans op een periode met koud weer in onze streken de weken daarna.”
Geen Elfstedentocht
En dus steeg de Elfstedenkoorts afgelopen week tot ongekende hoogte. Maar het zit er dit jaar echt niet in, zo stelde Wiebe Wieling, voorzitter van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden eerder deze week. Het maakte daarbij niet uit hoe hard het nog zou gaan vriezen en hoe dik het ijs nog werd; met een rondwarend virus als SARS-CoV-2 is het onmogelijk zo’n groot evenement als de Elfstedentocht veilig te organiseren.
Nieuwe ronde, kleinere kansen
En dus moeten we de coronacrisis echt even uitzitten. En daarna: nieuwe ronden, nieuwe kansen? Zeker. Maar de kansen worden wel steeds kleiner, zo stelt Van Oldenborgh. “Dit soort koudeperiodes wordt steeds zeldzamer. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste warmt de aarde op. Siberië en de Noordelijke IJszee warmer in de winter zelfs veel sneller op dan het wereldgemiddelde, wel vijf keer zo snel, zodat de koude lucht die daarvandaan komt nu minder koud is dan een eeuw geleden.” Maar alle hoop is nog niet vervlogen. “Anderzijds is het daar zo koud dat vijf graden minder koude lucht nog steeds heel koud is: de trend is nog niet zo groot ten opzichte van de afwijking van het normale winterweer met westenwind en regen. Koudegolven blijven dus mogelijk maar worden steeds zeldzamer.”
“Een tweede factor is dat we over de afgelopen 100 jaar een trend zien in weertypes in de winter. Er komen minder blokkades boven Scandinavië en meer hoge druk boven het Middellandse Zeegebied. Hierdoor hebben we bij ons vaker westenwind, en dus nog minder koudeperiodes.”
“Harde oosten- of noordoostenwind helpt, sneeuw geeft extra afkoeling. Je kan bij windstil weer boven sneeuw heel lage temperaturen krijgen maar ook met een harde noordooster die poollucht rechtstreeks naar Nederland brengt. Voor een Elfstedentocht speelt meestal een combinatie. Ook is daarvoor een groot en persistent hogedrukgebied ten noorden van ons nodig; het moet twee weken lang vriezen.”
Acht procent kans
Maar hoe groot is de kans op weer dat koud genoeg is om een Elfstedentocht te organiseren, nu precies? Dat rekenden Van Oldenborgh en collega’s twee jaar geleden nog uitgebreid door. “Andere factoren hebben we daarbij buiten beschouwing gelaten,” stelt Van Oldenborgh. Dus er is geen rekening gehouden met virussen die roet in het eten gooien. Of sneeuw die – zoals in 2012 het geval was – precies op het verkeerde moment valt en de aangroei van ijs belemmert. “De kansen die we noemen zijn dus een bovengrens, maar we gaan er van uit dat behoudens COVID-19 alle kansen benut gaan worden in de toekomst.” Uit de berekeningen rolde uiteindelijk een herhalingstijd van 12 jaar. “Dat wil zeggen: ieder jaar is er een kans van ongeveer 8 procent dat het koud genoeg wordt voor een Elfstedentocht. Vanwege de grilligheid van het winterweer is dat getal vrij onzeker, de 95 procent-marge eromheen is 5 procent tot 19 procent. Ook zijn er wat aannames gemaakt die ervoor zorgen dat we de kans misschien iets te hoog berekend hebben. De kans op een Elfstedentocht is dus zeker niet nul, maar een stuk minder dan honderd jaar geleden, toen de kans ongeveer 20 procent per jaar was.” En er gemiddeld dus eens in de vijf jaar een Elfstedentocht kon worden verreden.
Toekomst
De kans op een Elfstedentocht zal de komende jaren waarschijnlijk nog kleiner worden. “Als we de uitstoot van broeikasgassen – voornamelijk CO2 – snel kunnen terugbrengen en zo de opwarming beperken tot onder de twee graden, zoals in Parijs is afgesproken, blijft de kans ongeveer 5 procent per jaar,” zo vertelt Van Oldenborgh. In dat scenario wordt er dus gemiddeld eens in de twintig jaar een Elfstedentocht verreden. Een pikzwart scenario tekent zich voor de ogen van de schaatsliefhebber af als we onze uitstoot niet terugdringen. “Bij ongebreidelde opwarming en een doorzettende verschuiving naar meer westenwind, ziet het er slecht uit, nog één à twee tochten en dan is het afgelopen.”
Met de gedachte in het achterhoofd dat de Elfstedentocht een steeds zeldzamer verschijnsel zal worden, is het natuurlijk nog frustrerender dat we de editie van 2021 door toedoen van een virus door de vingers moeten laten glippen. Eén schrale troost: het had er waarschijnlijk ook zonder COVID-19 echt niet ingezeten dit jaar, zo stelt Van Oldenborgh. De kou houdt niet lang genoeg aan. En het is niet koud genoeg. Sowieso geen Elfstedentocht dus. Geen Elfstedenkruisjes. Geen uitgelaten publiek. En – net als in 1956 overigens – geen winnaar.