Wetenschappers hadden het al verwacht, maar het is nu officieel: El Niño dient zich aan. En daardoor kan 2024 zomaar het warmste jaar ooit gemeten gaan worden.
Het gonsde al even rond, maar nu is het hoge woord er ook bij de Amerikaanse National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) uit: het – gevreesde – natuurverschijnsel El Niño is hier. Wetenschappers vermoeden dat El Niño zeker tot in de winter zal aanhouden. En dus is het zeer waarschijnlijk dat we weer recordbrekende temperaturen zullen gaan noteren.
El Niño is eigenlijk niets anders dan een periodieke opwarming van oceaanwater langs de evenaar in de oostelijke Stille Oceaan. En het is een behoorlijke opwarming: soms is het water aan het oppervlak tijdens El Niño tot wel drie graden Celsius warmer dan normaal. Dit heeft grote gevolgen voor het weer wereldwijd. Sommige gebieden krijgen te maken met extreme droogte en/of warmte. Andere gebieden kampen weer met overmatig veel regen. El Niño’s keren met regelmaat terug – eens in de twee tot zeven jaar. Hoewel het natuurlijke fenomenen zijn, zijn de gevolgen van El Niño tegenwoordig wel groter, doordat de bijbehorende droogtes en sterke regenval intenser worden door de opwarming van de aarde.
De aanstormende El Niño volgt zeven jaar na de laatste sterke El Niño, die in 2016 acte de présence gaf. Destijds had het natuurverschijnsel grote impact op het mondiale klimaat. Mede daardoor is 2016 de boeken ingegaan als het warmst gemeten jaar tot nu toe. Maar dat record zou zomaar eens op korte termijn gebroken kunnen worden. Als El Niño dit jaar namelijk inderdaad doorzet, zal 2024 waarschijnlijk warmer worden dan 2016 – en het stokje van warmste jaar ooit gemeten, kunnen gaan overnemen.
El Niño is hier
Hoe wetenschappers precies weten dat El Niño begonnen is? Onderzoekers baseren dat op verschillende criteria. Zo meten ze onder andere de temperatuur van het oppervlaktewater van de tropische Stille Oceaan. Deze ligt nu 0,5 graden Celsius boven het langetermijngemiddelde (de periode tussen 1991 en 2020). En wanneer het oppervlaktewater tussen de 0,5 en 1 graad Celsius opwarmt, spreken we van een El Niño. “We hebben de afgelopen week zelfs een waarde van 0,8 graden Celsius geklokt,” zo schrijft NOAA in een verklaring. “De temperatuurafwijkingen blijven dus toenemen. En we verwachten dat de temperaturen de komende maanden boven deze ‘El Niño-drempel’ zullen blijven.”
Gevolgen
Wetenschappers besteden veel tijd en energie aan het bestuderen en voorspellen van El Niño (en zijn koudere zusje La Niña). Dat komt omdat deze veranderingen in de atmosferische circulatie wereldwijde gevolgen hebben. Dat zie je met name terug in het verloop van de wereldgemiddelde temperatuur (zie afbeelding hieronder). De warmste jaren kwamen bijna allemaal voor tijdens El Niño-periodes.
Daarnaast heeft het ook regionaal grote gevolgen. Zo regent het in Zuidoost-Azië bijvoorbeeld minder dan normaal. De oostenwinden nabij de evenaar worden minder krachtig of zelfs westelijk. De invloed op het weer is met name in de tropen groot, maar doordat het natuurverschijnsel het hele klimaatsysteem beïnvloedt, zijn de gevolgen merkbaar over de hele aarde. Zo komen ernstige droogtes en hevige regens gedurende het natuurverschijnsel veelvuldig voor. Ook kan het voor meer stormen in het zuiden van de Verenigde Staten zorgen. In Nederland merken we overigens vaak maar weinig van een El Niño.
Verrassingen
Door deze grote impact die El Niño heeft op het klimaat, is het erg belangrijk dat we tijdig weten wanneer de volgende op het toneel verschijnt – al is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Kijken we namelijk naar het onderstaande historische verloop, dan valt op hoe grillig en onregelmatig het verloop van El Niño (en La Niña) is.
Het is dus erg lastig om overgangen ruim van tevoren aan te zien komen. Wel kunnen wetenschappers een El Niño vaak een aantal maanden van tevoren voorspellen, zodat er op deze veranderingen en hun impact geanticipeerd kan worden. Wanneer El Niño sterker is – wat betekent dat de temperatuur van het zeeoppervlak veel warmer is dan gemiddeld – dan heeft het een sterkere hand in het veranderen van de wereldwijde circulatie, waardoor de impactpatronen waarschijnlijker worden. “Maar de natuur zit vol verrassingen,” schrijft NOAA. “En hoewel El Niño bepaalde patronen waarschijnlijker maakt, krijgen we nooit precies wat we verwachten.”
Kansen
Toch denken wetenschappers dat we dit jaar een sterke El Niño zullen gaan zien. Zo schatten ze deze kans op 56 procent. Maar er is een nog grotere kans (van 84 procent) dat het een matige El Niño zal worden. Daarnaast is er ook nog steeds een kleine kans (tussen de 4 en 7 procent) dat er uiteindelijk toch geen El Niño zal plaatsvinden – en het simpelweg overwaait. “Dit is onwaarschijnlijk, maar niet geheel onmogelijk,” aldus NOAA. “Een andere mogelijke, maar ook minder waarschijnlijke uitkomst is een zwakke El Niño, met een kans van ongeveer twaalf procent.”
De komende maanden zullen onderzoekers de ontwikkelingen van de El Niño op de voet blijven volgen. Dan zal ook blijken welk scenario waarheid wordt. Maar over één ding leidt weinig twijfel. Want met de komst van een volgende El Niño zal de wereld waarschijnlijk één of meerdere extra ‘warme’ jaren tegemoet treden.