Eksters hebben geen zwak voor blingbling en het is dan ook zeker niet zo dat ze het zich zodra ze een kans krijgen, toe-eigenen. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van Exeter dat fabels over eksters ontkracht.
De onderzoekers baseren hun conclusies op experimenten met zowel wilde eksters als eksters in gevangenschap. Ze confronteerden de vogels met onder meer metalen schroeven, een stukje aluminiumfolie en een metalen ringetje. Een deel van de van oorsprong glimmende objecten was blauw geschilderd en deed tijdens het experiment dienst als niet-glimmende objecten. De onderzoekers maakten een stapeltje van glimmende en een stapeltje van niet-glimmende objecten. Die stapeltjes legden ze op ongeveer 30 centimeter afstand van een hoopje voedsel. Vervolgens keken de onderzoekers hoe de vogels reageerden.
Geen onvoorwaardelijke aantrekkingskracht
De wetenschappers voerden het experiment 64 keer uit. En in die 64 experimenten raakten de vogels de glimmende objecten slechts twee keer aan. In beide gevallen pakten de vogels een glimmende ring op en lieten deze ook direct weer vallen. De vogels negeerden of vermeden simpelweg de glimmende en blauwe objecten. Ook viel het de onderzoekers op dat ze minder aten wanneer deze objecten in de buurt waren. “We vonden geen bewijs voor een onvoorwaardelijke aantrekkingskracht van glimmende objecten,” vertelt onderzoeker Toni Shephard. “In plaats daarvan vertoonden de proefdieren een reactie die wijst op neofobie – angst voor nieuwe dingen.”
Reputatie
Maar hoe komt de ekster dan toch aan zijn reputatie als blingbling-liefhebber? “We denken dat het mensen opvalt wanneer eksters zo af en toe glimmende objecten oppakken, omdat ze geloven dat de vogels deze objecten aantrekkelijk vinden, maar ze merken het niet wanneer een ekster minder aandacht besteedt aan in het oog springende objecten.”
Volgens onderzoeker Natalie Hempel de Ibarra passen de resultaten van dit onderzoek prima bij het beeld dat we de laatste jaren van de ekster verkregen hebben. “Er is verrassend weinig onderzoek gedaan naar de cognitieve mechanismen die achter het gedrag van de ekster schuilgaan. Net als andere leden van de kraaienfamilie met een groot brein en complexe sociale systemen zijn eksters in staat tot geavanceerde mentale prestaties. Zo kunnen ze zichzelf herkennen in de spiegel, verborgen objecten opsporen en zich herinneren waar en wanneer ze voedsel verstopt hebben. Hier laten we nog eens zien dat ze slim zijn. Ze voelen zich niet dwangmatig tot glimmende objecten aangetrokken, maar besluiten deze objecten op een veilige afstand te houden wanneer ze nieuw en verrassend zijn.”