Canadese onderzoekers hebben een verband ontdekt tussen een specifiek eiwit in de hersenen en onze weerbaarheid tegen chronische stress en depressie.
Dit eiwit, de cannabinoïde receptor type 1 (CB1), lijkt de hersenen te beschermen tegen de schadelijke effecten van stress, die kunnen leiden tot angst en depressie. Maar hoe werkt dit precies, en wat kunnen we zelf doen om dit mechanisme te versterken?
De rol van de bloed-hersenbarrière en CB1-receptoren
Een team van de Université Laval in Canada richtte zich op de bloed-hersenbarrière, een soort filter die bepaalt welke stoffen vanuit de bloedbaan de hersenen mogen bereiken. Deze barrière is cruciaal om de hersenen gezond te houden. Bij dit proces speelt de CB1-receptor een sleutelrol. Hoewel deze receptor vooral bekend is vanwege zijn aanwezigheid in de hersencellen, komt hij ook voor in astrocyten, stervormige cellen die de verbinding tussen bloedvaten en neuronen ondersteunen.
Hoofdonderzoeker Caroline Ménard legt uit: “Astrocyten zijn essentieel voor de bloed-hersenbarrière. Bij chronische stress raakt deze barrière beschadigd, waardoor ontstekingsmoleculen de hersenen binnendringen en symptomen van angst en depressie kunnen ontstaan.” Dit roept de vraag op hoe CB1-receptoren in astrocyten deze bescherming kunnen bieden. Het onderzoek werd gepubliceerd in het vakblad Nature Neuroscience.
Muizenexperimenten onthullen veerkracht
Om dit te onderzoeken, ontdekten de wetenschappers iets opvallends: muizen die goed bestand waren tegen stress hadden meer CB1-receptoren in hun bloed-hersenbarrière dan muizen die depressief gedrag vertoonden of muizen zonder stress. Het team besloot dit verder te testen en verhoogde het aantal CB1-receptoren in de astrocyten van muizen met behulp van een virale vector, een speciaal ontworpen virus dat genetisch materiaal aflevert. Dit zorgde ervoor dat de receptoren alleen in astrocyten toenamen, niet in neuronen.
Na de injectie verdubbelde het aantal CB1-receptoren in de astrocyten. Vervolgens onderwierpen de onderzoekers deze muizen aan chronische sociale stress: dagelijks kort contact met een dominante muis, gevolgd door zicht op deze ‘pestkop’ zonder fysieke interactie, wat psychologische spanning opriep. De uitkomst was veelbelovend: muizen met meer CB1-receptoren vertoonden minder angst, zelfs zonder stress, en ontwikkelden minder depressieve symptomen na de stressperiode.
Bevestiging in menselijk hersenweefsel
Om te bepalen of deze bevindingen ook voor mensen gelden, analyseerde het team hersenweefsel van de Douglas-Bell Canada Brain Bank in Montreal, een instelling die hersenen verzamelt voor wetenschappelijk onderzoek. Ze ontdekten dat mensen die bij hun overlijden ernstig depressief waren, lagere niveaus van CB1-receptoren in hun astrocyten hadden dan mensen zonder depressie of mensen die antidepressiva gebruikten. Dit ondersteunt de hypothese dat CB1-receptoren in astrocyten een beschermende rol spelen tegen depressie.
Beweging als natuurlijke boost
Een andere opvallende ontdekking was dat muizen met toegang tot een loopwiel óf antidepressiva hogere niveaus van CB1-receptoren in hun astrocyten hadden. Dit suggereert dat lichaamsbeweging een natuurlijke manier kan zijn om de werking van deze receptoren te versterken. Beweging blijkt dus niet alleen goed voor het lichaam, maar ook voor de mentale gezondheid, door de bloed-hersenbarrière te ondersteunen.
Toekomstige behandelingen in zicht?
Deze bevindingen openen mogelijkheden voor nieuwe behandelingen tegen depressie en angst. Onderzoekers denken aan moleculen die specifiek de CB1-receptoren in astrocyten activeren om symptomen te verminderen. Een uitdaging is om deze activering te beperken tot astrocyten, omdat stimulatie van CB1-receptoren in neuronen bijwerkingen kan veroorzaken. Totdat zulke medicijnen beschikbaar zijn, benadrukken de onderzoekers het belang van lichaamsbeweging als een eenvoudige manier om de negatieve effecten van stress te verminderen.