Bomen slaan veel CO2 op. Het is een van de redenen waarom ontbossing in het tropisch regenwoud zo’n groot probleem vormt in de klimaatcrisis. Maar het is niet de enige reden: het kappen van grote aantallen bomen leidt ook tot minder neerslag.
Mensen die zelf in het tropisch regenwoud wonen, klagen er al heel lang over: nadat bomen zijn gekapt wordt het heter en droger in hun woongebied. Nu hebben wetenschappers ook kunnen aantonen dat er een verband is tussen de bomenkap en de hoeveelheid neerslag. Daarvoor combineerden ze veertien jaar aan satellietgegevens over ontbossing en neerslag in een aantal tropische regio’s. “We waren enthousiast dat onze analyse van satellietobservaties liet zien dat de hoeveelheid neerslag was afgenomen door het verlies aan bos, omdat dit overeenkwam met wat mensen lokaal al meemaakten op de grond”, vertelt onderzoeker Callum Smith van de University of Leeds aan Scientias.nl.
Leefbaarheid in gevaar
Naar schatting valt er tegen het eind van de eeuw 8 tot 12 procent minder regen in Congo als de ontbossing in het huidige tempo doorgaat. En dat heeft enorme impact op de biodiversiteit en de agrarische sector. Het kan de leefbaarheid van de Congolese bosgebieden serieus bedreigen. De bossen van Congo behoren tot de grootste plekken voor CO2-opslag ter wereld.
Het onderzoek vormt dan ook overtuigend bewijs dat bossen beter beschermd moeten worden, aldus Smith. “Tropische bossen spelen een cruciale rol doordat ze lokale en regionale neerslagpatronen in stand houden. De afname van neerslag door ontbossing zal impact hebben op de mensen die er in de buurt wonen doordat water schaarser wordt en de oogsten tegenvallen. Tropische bossen zelf zijn afhankelijk van een vochtige omgeving dus de overgebleven bomen zullen ook nadeel ondervinden van een droger klimaat.”
Overtuigend bewijs
Smith en zijn collega’s keken naar de impact van ontbossing in drie grote tropische gebieden – de Amazone, Congo, en Zuidoost-Azië – in een periode van 14 jaar, van 2003 tot 2017. De neerslag in die periode in die gebieden werd vergeleken met omliggende gebieden waar geen bomen waren gekapt.
Gedurende het hele jaar viel er minder neerslag, zelfs in het droge seizoen, waar minder regen de meeste gevolgen heeft. Maar in absolute zin was de afname van neerslag het grootst in het regenseizoen waarin gemiddeld maandelijks 0,6 millimeter minder regen viel voor elke procent bos die verloren ging.
Feedbackloop
Maar hoe kan het dat het minder gaat regenen als er bomen worden gekapt? Het antwoord laat zich in één woord samenvatten: evapotranspiratie. “Dit zijn eigenlijk twee processen, verdamping en transpiratie”, legt de onderzoeker uit. “Als er regen valt op bomen dan verdampt een deel van het water op hun bladeren. Een ander deel absorberen ze door hun bladeren en wortels. Dat stoten ze weer uit via hun stomata (huidmondjes) als transpiratie.” Dit vocht vormt uiteindelijk wolken waar regen uitvalt. Als er bomen worden gekapt is er dus minder evapotranspiratie en komen er dus minder wolken.
“Een cruciaal punt is dat bossen erg afhankelijk zijn van regen die door andere bomen veroorzaakt wordt, en dus niet door de oceaan. Door bomen weg te halen, verwijder je ook het mechanisme dat water in de atmosfeer pompt van die bomen. En daardoor valt er weer minder water op de overgebleven bomen.” Zo ontstaat er een zichzelf versterkende feedbackloop. De gevolgen laten zich raden: oogsten zullen minder opbrengen en water wordt schaarser. Volgens de onderzoekers neemt de oogst af met 0,5 procent voor elke 1 procent minder neerslag.
Op grote schaal
Hoewel mensen in de bosgebieden al langer meer droogte en hitte ervoeren als de bomen om hen heen waren gekapt, hebben wetenschappers dit niet eerder kunnen aantonen. Hoe kan dat? “Onderzoekers hebben in klimaatmodellen wel berekend dat ontbossing zou moeten leiden tot minder neerslag, maar het is nooit opgemerkt in observaties”, legt Smith uit. “Belangrijke reden dat wij dit nu wel zagen, is omdat we naar veranderingen op veel grotere schaal keken. Ontbossing op kleine schaal heeft tegengestelde effecten: neerslag kan er zowel door toe- als afnemen. Maar op grotere schaal overheerst de afname van evapotranspiratie en zien we een reductie van de hoeveelheid neerslag.”
De afname van regen leidt tot minder biodiversiteit, vergroot de kans op bosbranden en vermindert de CO2-opslag. “Onze conclusie is dus erg belangrijk voor wereldwijd klimaatbeleid. Het levert overtuigend bewijs dat de tropische regenwouden niet gekapt moeten worden, omdat ze bijdragen aan het behoud van een koel en nat klimaat. Maar de neerslagafname wordt nu vooral gevoeld door de lokale bevolking die afhankelijk is van regen voor hun dagelijks leven.”