155 miljoen kinderen onder de vijf jaar zijn te klein voor hun leeftijd. Er is wellicht een oplossing: iedere dag een eitje eten.
Wetenschappers van de Washington Universiteit in St. Louis hebben een experiment uitgevoerd met 163 kinderen. De helft van de jonge kinderen in de leeftijd van zes tot negen maanden moest zes maanden lang een ei per dag eten. De andere kinderen kregen geen eieren, maar mochten wel eieren eten.
Hoewel het hier gaat om een kleinschalig onderzoek in Ecuador, zijn de resultaten verrassend. Een eitje per dag verkleint de kans op ondergewicht met 74 procent. Daarnaast is er een 47 procent kleinere kans op een groeistoornis. De kinderen die een eitje per dag verorberen, eten daarnaast minder etenswaren met suiker.
De laatste conclusie is niet helemaal nieuw en komt overeen met die van een eerdere studie. Mensen die eieren eten voelen zich meer verzadigd en hebben minder behoefte om extra calorieën naar binnen te werken.
Ontwikkelingslanden
“Het is verrassend hoe effectief een eitje per dag is”, zegt onderzoeker Lora Iannotti, hoofdauteur van het paper in het wetenschappelijke vakblad Pediatrics. “We raden eieren zeker aan voor kinderen in ontwikkelingslanden.”
Eieren zijn relatief makkelijk verkrijgbaar in gebieden met weinig grondstoffen. Daarnaast bevat een ei veel voedingsstoffen en is het voedsel veilig en hygiënisch verpakt in een schaal.
Grootschalig onderzoek
Het is nu wachten op een grootschalig vervolgonderzoek, waarbij ook westerse kinderen en kinderen in ontwikkelingslanden de opdracht krijgen om een eitje per dag te eten. Een onderzoek onder 163 kinderen is een aardig begin, maar het is te kort door de bocht om op basis van dit paper een voedseladvies te geven voor honderden miljoenen kinderen.