Onderzoekers hebben in Barcelona de restanten van Egyptisch pigment gevonden. De blauwe verf zat op een altaarstuk uit de twaalfde eeuw. En dat is raar; het pigment komt van de Egyptenaren en het recept ervoor verdween na de val van het Romeinse rijk. Hoe kan het dan hier opduiken?
Egyptisch blauw is een pigment dat veelvuldig door de Egyptenaren en Romeinen werd gebruikt. Ze versierden er hun muren en objecten mee. Nadat het westelijke deel van het Romeinse rijk in 476 viel, verdween het pigment letterlijk van de aardbodem. Niemand maakte het meer. Dat het nu opduikt in een altaarstuk dat in de twaalfde eeuw gemaakt werd, is dan ook opvallend.
Kalk en rook
“We deden tijdens restauratiewerk een systematisch onderzoek naar de pigmenten die in dit altaarstuk gebruikt zijn,” vertelt onderzoeker Mario Vendrell. “En we zagen dat de meest van deze lokaal vervaardigd en slecht waren: wit uit kalk en zwart van rook. We waren dan ook helemaal niet voorbereid op het vinden van Egyptisch blauw.”
Raadsel
Na een grondige analyse bleek de verf toch echt Egyptisch te zijn. Hoe de mensen er in de twaalfde eeuw aankwamen, is een raadsel. Niets wijst erop dat zij de verf – gemaakt van kopersilicaat en calcium – konden vervaardigen. “Het is nog nooit in een muur uit die tijd gevonden.”
Eerlijk gevonden?
Volgens de onderzoekers is er maar één mogelijkheid: de Spanjaarden hebben ergens een restant van de Egyptische verf gevonden en dat gebruikt. Het is niet ondenkbaar; de kerk waar het altaarstuk deel van uitmaakt, is op Romeinse fundamenten gebouwd. Tijdens de bouw is men wellicht op de verf gestuit.
Het gebruik ervan was echter een risico. “De substantie kon niet worden vervangen. Als de verf op was, was er geen blauw meer.”