Wetenschappers hebben nabij het hart van onze Melkweg voor het eerst een radiopulsar ontdekt. De vondst is belangrijk, omdat de snel ronddraaiende neutronenster ons veel meer kan vertellen over het eetgedrag van het zwarte gat in het centrum van ons sterrenstelsel.
De onderzoekers ontdekten de radiopulsar met behulp van de Swift-satelliet. De satelliet nam dicht bij het hart van onze Melkweg een sterke röntgenflits waar. De NuSTAR-telescoop onthulde vervolgens dat het om een ultramagnetische pulsar ging.
De pulsar
De radiopulsar draait elke 3,76 seconden om zijn as. Net als een vuurtoren geeft deze periodiek een radiopuls uit. Met de 100 meter Effelsberg-radiotelescoop namen de onderzoekers die pulsen waar.
Magnetisch veld
Door de pulsen te bestuderen, konden de onderzoekers bovendien meer te weten komen over het magnetisch veld rondom het zwarte gat in het hart van de Melkweg. Dit magnetisch veld ontstaat doordat het zwarte gat gassen opslokt. Die gassen zijn doorweven met een magnetisch veld. Onduidelijk was lang hoe sterk dit magnetische veld exact is en of het de hoeveelheid invallende materie kon reguleren en er ook voor kon zorgen dat materie in krachtige straalstromen wordt uitgespuugd. Dankzij deze pulsar konden de onderzoekers voor het eerst een nauwkeurige schatting maken van de sterkte van het magnetisch veld rondom het zwarte gat. Dit magnetische veld verandert namelijk de polarisatie van de lichtpulsen. Uit het onderzoek blijkt dat het magnetisch veld rondom het zwarte gat sterk genoeg is om de hoeveelheid invallend gas te reguleren.
Vervolgonderzoek
En dat smaakt naar meer: de onderzoekers zouden nu ook graag de massa van het zwarte gat achterhalen. Daarvoor moet nu eerst echter de baan van de pulsar rondom het zwarte gat worden vastgesteld.
De ontdekte pulsar wordt aangeduid als PSR J1745-2900. Het is de eerste pulsar die dicht bij het centrum van de Melkweg is ontdekt. Wetenschappers verwachten dat zich rond het hart van de Melkweg duizenden pulsars bevinden, maar opvallend genoeg is het lastig gebleken om de pulsars op te sporen. “Astronomen hebben tientallen jaren gezocht, zonder succes,” vertelt onderzoeker Heino Falcke van de Radboud Universiteit. “Deze ontdekking is een enorme doorbraak, maar het blijft een raadsel waarom het zo lang heeft geduurd.