Na alle warmterecords van de afgelopen jaren zal het je misschien niet eens echt verbazen, toch is het een schokkende conclusie: het is 98 procent zeker dat minstens een van de volgende vijf jaren de warmte ooit wordt. Dat schrijft de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) in een nieuwe voorspelling voor de periode 2023-2027.
Het is niet de enige zorgwekkende mededeling. De meteorologenclub acht de kans 66 procent dat in een van die jaren de gemiddelde temperatuur 1,5 graad hoger ligt dan het pre-industriële niveau. Verder is de voorspelling dat het noordpoolgebied drie keer harder opwarmt dan het wereldwijde gemiddelde. De oorzaak is natuurlijk klimaatverandering. En de golfstroom El Niño maakt het allemaal nog een tandje erger.
Verstrekkende gevolgen
“In dit rapport schrijven we niet dat de temperatuurstijging permanent de 1,5 graad van het klimaatakkoord van Parijs overschrijdt. Maar de WMO luidt de noodklok omdat we wel tijdelijk de grens van 1,5 graad opwarming overgaan en dat steeds vaker zal gebeuren”, reageert secretaris-generaal van de WMO, professor Petteri Taalas. “Naar verwachting ontstaat er een opwarmende El Niño in de komende maanden. Gecombineerd met door mensen veroorzaakte klimaatverandering zal die de wereldwijde temperatuur op onbekend terrein brengen”, denkt Taalas. “Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de volksgezondheid, voedselzekerheid, watermanagement en het milieu. We moeten voorbereid zijn”, waarschuwt hij.
Van La Niña naar El Niño
De kans dat de Aarde gemiddeld meer dan 1,5 graad warmer is in een jaar, is snel toegenomen sinds 2015. Toen lag die kans nog dicht bij nul. Tussen 2017 en 2021 was het risico op overschrijding van die norm ongeveer 10 procent en nu dus maar liefst 66 procent. Zelfs de kans dat het vijfjarig gemiddelde de kritieke grens van 1,5 graad overgaat is nog 32 procent. “De voorspelling is dat de wereldwijde temperatuur blijft stijgen, waardoor we verder en verder verwijderd raken van het klimaat waar we aan gewend waren”, reageert ook hoofdonderzoeker Leon Hermanson van de WMO.
De gemiddelde temperatuur lag in 2022 ongeveer 1,15 graden boven het gemiddelde van 1850-1900. Maar dat komt omdat we de afgelopen drie jaar voordeel hadden van een afkoelende La Niña. Die eindigde in maart van dit jaar om te worden opgevolgd door El Niño, die juist een opwarmend effect zal hebben.
In ieder geval warmer
Hoe warm het de komende jaren precies wordt, blijft natuurlijk een beetje koffiedik kijken. Daarom hebben de meteorologen een globale schatting gegeven: het zal tussen 2023 en 2027 ongeveer 1,1 tot 1,8 graden warmer zijn dan het pre-industriële gemiddelde. Zoals gezegd, is de kans 98 procent dat een van die jaren warmer zal worden dan recordjaar 2016 toen er een uitzonderlijk sterke El Niño was. De kans is ook tegen de 100 procent dat de komende vijf jaar gemiddeld warmer zijn dan de afgelopen vijf jaar.
Regionaal zijn er echter grote verschillen. Zo warmt het noordpoolgebied drie keer zo snel op als het wereldwijde gemiddelde. Naar verwachting neemt de neerslag van mei tot september toe in de Sahel, Noord-Europa, Alaska en Noord-Siberië en valt er juist minder regen in het Amazonegebied en delen van Australië.
Verwoestend tempo
Behalve dat de temperatuur stijgt, leidt klimaatverandering ook tot opwarming en verzuring van de oceanen, het smelten van zee-ijs en gletsjers, de stijging van de zeespiegel en meer extreem weer. De Ierse paleontoloog Chris Mays van University College Cork reageert dan ook gealarmeerd op het rapport: “Een snellere opwarming van de polen is precies wat we zien in stenen en fossielen uit het verre verleden van de Aarde. Als de wereld opwarmt, wordt de extra hitte uitgesmeerd over de aardbol, waarbij de koudste delen het snelst warmer worden. Tijdens het grootste deel van de geschiedenis van de Aarde lag er geen ijs op de polen. Maar de overgang van een ijswereld, zoals nu, naar een ijsvrije wereld ging meestal veel langzamer. We gaan nu weer richting een ijsvrije planeet, maar het tempo waarin dingen veranderen doet denken aan de extreemste en meest verwoestende periodes van klimaatverandering die de Aarde heeft gekend.”
Toch heeft hij de moed niet helemaal opgegeven. “Dat de Zuidpool niet zo hard opwarmt als de Noordpool biedt een sprankje hoop. Als dat wel het geval was dan zouden we een verschrikkelijke en razendsnelle stijging zien van de zeespiegel. In plaats daarvan hebben we nog een beetje tijd om de ergste uitkomsten van klimaatverandering af te wenden.”
Onverschillig
Al wordt het lastig. “Ons wereldwijde klimaatdoel van maximaal 1,5 graad opwarming was ambitieus maar nu zijn er nog maar heel weinig klimaatwetenschappers die denken dat het realistisch is. We kunnen ons beter voorbereiden op een wereld die minstens 2 graden warmer is.”
Ook klimaatwetenschapper Kimberley Reid van de Monash University is somber gestemd. “Om geen recordjaar te krijgen in de komende vijf jaar moet óf El Niño uitblijven óf er moet een enorme vulkaanuitbarsting komen in de tropen. Beide zijn extreem onwaarschijnlijke scenario’s. Maar mijn grootste angst is dat we ongevoelig worden voor al die records die steeds worden verbroken en dat we vergeten wat die cijfers eigenlijk betekenen.”