Een verrassende vondst in het Sima del Elefante-grottensysteem in Noord-Spanje geeft ons een zeldzaam inkijkje in hoe de eerste mensen in Europa er daadwerkelijk uitzagen.
Het fossiel, met de wetenschappelijke aanduiding ATE7-1, is ongeveer 1,4 tot 1,1 miljoen jaar oud en toont details over de gezichtsstructuur van onze vroegste Europese voorouders. Het gezicht vertoont opvallende verschillen vergeleken met latere mensensoorten. Waar de jongere Homo antecessor (ongeveer 900.000 jaar oud) een meer “modern” uitziend gezicht had, zien we bij ATE7-1 duidelijk primitievere kenmerken. De vondst wordt beschreven in een paper in het vakblad Springer Nature.
De middengezichtsstructuur van ATE7-1 is volledig vlak. Het mist de zogenaamde maxillaire flexie (een buiging in het bovenkaakgebied) die we bij Homo antecessor zien. In plaats van een elegante curve tussen het jukbeen en de neusregio, loopt het gezicht meer als een platte vlakte. De laterale neusrand (zijkant van de neus) is nagenoeg recht, terwijl die bij Homo antecessor duidelijk naar binnen gebogen is. Dit doet de wetenschappers denken dat ATE7-1 waarschijnlijk geen uitstekende neus had, in tegenstelling tot latere mensachtigen.
Verder ontbreekt bij dit fossiel het zygomaxillaire tuberculum (een botuitsteeksel op de onderrand van het jukbeen) dat wel bij Homo antecessor aanwezig is. De onderrand van het jukbeen loopt daardoor kaarsrecht in plaats van gebogen. Deze kenmerken samen wijzen erop dat de vroegste Europeanen er behoorlijk anders uitzagen dan de latere bewoners van het continent, en vermoedelijk meer leken op hun Afrikaanse en Aziatische voorouders.
Primitieve werktuigen verraden geavanceerd gedrag
Bij het fossiel zijn ook verschillende voorwerpen gevonden die licht werpen op de leefwijze van deze vroege mensen. De archeologen vonden onder meer een kleine kwartsflinter van slechts 8 op 11 millimeter, vermoedelijk een afvalproduct tijdens het maken van grotere werktuigen. Interessanter is een groter kwartsvoorwerp (84 x 78 x 43 millimeter) dat als eenvoudig werktuig diende. Dit voorwerp toont slechts twee bewerkingen aan één kant, maar met een doelbewust gevormde gebogen snijrand. Microscopisch onderzoek wijst erop dat dit werktuig gebruikt werd voor het breken van botten. Daarnaast werd een rib van een klein dier gevonden met duidelijke snijsporen, wat aantoont dat deze vroege mensen actief jaagden en dieren slachtten, of ten minste aas aten.
Leven in een vochtig Mediterraan landschap
De onderzoekers konden aan de hand van dierfossielen en plantrestanten ook de leefomgeving reconstrueren waarin deze vroege mensen zich bewogen. ATE7-1 leefde in een open, vochtig boslandschap met typisch Mediterrane vegetatie. Diersoorten zoals waterratten, muizen, makaken en verschillende hoefdieren wijzen op een gevarieerd landschap met waterlopen. De plantenresten tonen een mix van dennen , jeneverbessen, mediterrane eiken en loofbomen. Ook hazelaar en cypergrassen, die gedijen in vochtige bodems, wijzen op een relatief mild klimaat.
Een bevolkingswisseling in prehistorisch Europa
De studie levert belangrijke bewijzen voor een complexe bevolkingsgeschiedenis in Europa. In plaats van een ononderbroken evolutionaire lijn, lijkt er een volledige bevolkingswisseling te hebben plaatsgevonden. De eerste golf migranten uit Afrika, waaronder ATE7-1, vestigde zich rond 1,4 miljoen jaar geleden in Europa. Ongeveer 900.000 jaar geleden verschijnt een nieuwe mensensoort, de hierboven genoemde Homo antecessor, met duidelijk verschillende gezichtskenmerken die meer op moderne mensen lijken.
De verschillen in dierlijke en plantaardige resten tussen de geologische lagen wijzen op een hiaat in de bewoning, mogelijk veroorzaakt door extreme klimaatveranderingen die leidden tot een demografische achteruitgang of zelfs volledig verdwijnen van de eerste bewoners. Deze bevindingen ondersteunen recent genetisch onderzoek dat wijst op een ernstige ‘flessenhals’ in de menselijke populatie rond 900.000 jaar geleden. De ontdekking toont aan hoe complex en dynamisch de vroege menselijke bewoning van Europa was, met mogelijk verschillende populaties die kwamen, verdwenen en vervangen werden, lang voordat moderne mensen op het toneel verschenen.