Je snel kunnen aanpassen heeft niet alleen maar voordelen, laat de zeeanemoon zien. Zeeanemonen die langzamer reageren op veranderingen overleven een hittegolf beter dan individuen die hun gedrag snel veranderen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Göteborg.
Dat hoogmoed voor de val komt, gaat zeker op bij zeeanemonen. De zeewezens die meer weg hebben van planten dan dieren (en daarom onder de klasse ‘bloemdieren’ vallen) hebben veel last van klimaatverandering. Ze krijgen niet alleen te maken met snelle temperatuurstijgingen, er zullen ook steeds vaker hittegolven plaatsvinden. Dit kan met name een probleem vormen langs de Atlantische kusten van Europa, waar de soorten ook door de getijden en stormen al worden blootgesteld aan abrupte veranderingen in hun leefgebied, vermoedden de Zweedse onderzoekers.
De onderzoekers besloten daarom uit te zoeken hoe mariene soorten aan de kust omgaan met extreme watertemperaturen. Ze kozen ervoor om de zeeanemoonsoort Actinia equina te bestuderen, een soort waarbij ieder individu ander gedrag kan vertonen, vertelt Lynne Sneddon, zoöfysioloog aan de Universiteit van Göteborg en co-auteur van de studie. “We noemen ze dierlijke persoonlijkheden. Het zijn verschillende gedragsmatige levensstrategieën die bij dezelfde soort voorkomen.” Op die manier konden de onderzoekers binnen één soort verschillende aanpassingstechnieken onderzoeken.
Zeeanemonen zijn meestal solitaire poliepen zonder skelet. Ze beschikken over meerdere tentakels die ze voornamelijk gebruiken om voedsel te vangen. Hoe meer voedsel een zeeanemoon verorbert, hoe meer tentakels er bij komen. Als reactie op stress kan de zeeanemoon er soms ook weer één verliezen, die vervolgens wel weer opnieuw aan kan groeien. Met de onderkant van hun lichaam kunnen de diertjes zich in zand ingraven. Met een ‘zuigvoet’ kunnen ze zich ook vasthechten op een harde ondergrond of zich verplaatsen. Het merendeel van de zeeanemonen leeft in kustwateren, poeltjes of spleten van rotskusten.
Stoere anemonen
Voor het onderzoek classificeerden de wetenschappers eerst zogenaamde karaktereigenschappen. “De zeeanemonen die we bestudeerden, hebben twee persoonlijkheidskenmerken”, vertelt Sneddon. “‘Stoutmoedig’ en ‘verlegen’, een classificatie die is gebaseerd op de mate waarin de anemoon risico’s neemt.” Een stoere anemoon reageert sneller op veranderingen in de omgeving dan een schuwe anemoon. Dit betekent dat de stoutmoedigen bijvoorbeeld sneller hun tentakels zullen openen na een verandering om weer voedsel te verzamelen dan hun verlegen broertjes en zusjes. Dat kan een concurrentievoordeel opleveren, maar aan de andere kant kunnen ze daardoor ook kwetsbaarder zijn onder extreme omstandigheden. En dat laatste lijkt het geval bij de hittegolven.
Hittestress
De onderzoekers maten namelijk het metabolisme van de anemonen. Daaruit bleek dat op momenten dat de watertemperatuur hoog was, het metabolisme van de ‘stoere’ anemonen omhoogschoot. Sneddon: “Dit betekent dat ze hun inname van voedingsstoffen zo sterk moesten verhogen dat ze het risico liepen te sterven.” De stofwisseling van de schuwe anemonen nam daarentegen minder toe, waardoor ze beter tegen de hittestress konden. Oftewel, tegen extreme hitte waarbij mensen en dieren hun warmte niet kwijt kunnen, wat allerlei lichamelijke gevolgen kan hebben. “Bij extreme hittegolven doen de schuwe anemonen het dus beter”, aldus Sneddon,
Evolutie
Dat lijkt in te druisen tegen het idee dat soorten die zich snel aanpassen een voordeel hebben. Toch hebben beide gedragingen voordelen, stellen de onderzoekers. “Anders zouden ze niet bestaan.” Dat neemt het gevaar van klimaatverandering op deze soort, en op andere soorten echter niet weg, benadrukt Sneddon. “Hittegolven zullen in de toekomst steeds vaker voorkomen en koudbloedige dieren zullen het misschien moeilijk vinden om ermee om te gaan. We hebben anemonen bestudeerd, maar we hebben reden om aan te nemen dat het fenomeen ook voor andere soorten geldt. Als de dieren het niet aankunnen, ontstaat er een verstoring van de ecosystemen wat gevolgen kan hebben voor het hele voedselweb.”
Als de zeeanemoon verdwijnt, dan heeft ook het populaire oranje-wit-gestreepte clownsvisje daar last van. Want hoewel bekend is dat koraal verbleekt, beginnen ook zeeanemonen steeds vaker pips te zien. En de kwaliteit van de anemoon draagt aanzienlijk bij – zo’n vijftig procent – aan het vermogen van de clownsvis om te overleven en zich voort te planten. Eerder onderzoek toonde bijvoorbeeld al aan dat clownsvissen die in verbleekte zee-anemonen leven veel meer stresshormonen herbergen dan hun soortgenoten in gezonde zee-anemonen. Ook blijken clownsvissen in verbleekte zee-anemonen minder hormonen te herbergen die van belang zijn voor de voortplanting, minder vaak eitjes te leggen en bovendien minder levensvatbare jongen op de wereld te zetten. Kortom, als anemonen gezond blijven, maakt Nemo toch nog kans. Maar als anemonen en koraalriffen verder worden beïnvloed door klimaatopwarming, dan zullen clownsvissen echt in de problemen komen.