De ebola-epidemie die in Afrika al meer dan vijftienhonderd mensen fataal werd, vindt hoogstwaarschijnlijk zijn oorsprong op een begrafenis. Tot die conclusie komen onderzoekers nadat ze het genoom van het virus bestudeerden.
“Het gaat om de begrafenis van een kruidendokter of traditionele medicijnman in Koindu, een stad in Sierra Leone,” vertelt onderzoeker Robert Garry. “De kruidendokter had verschillende patiënten uit het naburige Guinee behandeld. Eén of meer van deze patiënten waren blijkbaar met het Ebola-virus geïnfecteerd.”
De onderzoekers trekken die conclusie nadat ze bloed van 78 mensen die het ebola-virus op verschillende momenten opliepen, bestudeerden. Aan de hand van de bloedmonsters konden ze het genoom van het virus in kaart brengen en precies zien hoe het zich snel verspreidende virus muteerde. Uit de analyse blijkt dat het virus dat in West-Afrika duizenden mensen ziek maakte verwant is aan een virusstam die al tientallen jaren in Centraal-Afrika rouleert. De onderzoekers konden zo’n 300 mutaties aanwijzen die het ebola-virus verantwoordelijk voor de meest recente uitbraak onderscheiden van virusstammen die verantwoordelijk waren voor eerdere uitbraken.
“We kunnen van dichtbij zien hoe het virus evolueert terwijl het van de één op de ander overspringt en hoe het virus verandert wanneer het zich in een persoon repliceert.” Die informatie kunnen onderzoekers weer gebruiken om testen bedoeld om vast te stellen of iemand het virus bij zich draagt, te verbeteren. Ook kunnen de resultaten gebruikt worden voor het ontwikkelen van behandelingen tegen het virus.