Een robot die je gezelschap houdt als je eenzaam bent, omdat de echte mensen geen tijd hebben, treuriger kan het bijna niet. Of is het toch niet zó erg? Volgens een topexpert in de robotica kan AI echt van nut zijn om eenzaamheid tegen te gaan.
Het klinkt als pure armoede, maar zo moeten we het niet zien, schrijft professor in de cognitieve robotica Tony Prescott in zijn boek The Psychology of Artificial Intelligence. In een tijd waarin je kunt spreken van een eenzaamheidsepidemie kunnen robots mensen een sociaal steuntje in de rug bieden.
Oefenen met AI
Het wordt steeds duidelijker dat eenzaamheid niet alleen ongelukkig maakt, maar ook erg slecht is voor de gezondheid. AI-technologie zou dat deels kunnen oplossen, waardoor mensen in ieder geval langer gezond blijven, meent de wetenschapper van de Britse University of Sheffield.
Prescott schrijft dat mensen in een neerwaartse spiraal terecht kunnen komen: doordat ze weinig sociale contacten hebben, vermindert hun zelfvertrouwen, waardoor ze nog minder op zoek gaan naar contact en nog eenzamer worden. AI kan helpen deze cyclus te doorbreken door mensen te laten oefenen met contact en zo hun sociale vaardigheden te verbeteren.
Schadelijker dan obesitas
Hoewel het nogal dystopisch klinkt, zo’n robot naast je op de bank, heiligt het doel misschien wel de middelen. Eenzaamheid is schadelijker voor de gezondheid dan obesitas, bleek bijvoorbeeld uit een rapport uit 2023. Het kan het risico op een voortijdige dood met ruim een kwart vergroten en wordt in verband gebracht met een groter risico op hart- en vaatziekten, dementie, beroerte, depressie en angststoornissen. Het probleem is groot: een derde van de jongeren en ruim de helft van de ouderen voelt zich regelmatig eenzaam.
“In een tijd waarin veel mensen zich eenzaam voelen, kan er waarde zitten in gezelschap van AI als een vorm van wederkerige sociale interactie die stimulerend en persoonlijk is”, aldus professor Prescott. “Eenzaamheid leidt vaak tot isolatie en een lager gevoel van eigenwaarde dat interactie met andere mensen nog verder ontmoedigt. AI-gezelschap kan deze spiraal helpen doorbreken door gevoelens van eigenwaarde te bevorderen en sociale vaardigheden te verbeteren. Relaties met AI’s kunnen mensen helpen om gezelschap te vinden bij zowel andere mensen als andere AI’s.”
Risico’s
De wetenschapper erkent wel dat er risico’s zijn. Een AI kan zo worden ontworpen dat hij gebruikers stimuleert om steeds meer tijd met hem door te brengen en steeds terug te komen, zodat er een soort verslaving ontstaat, vergelijkbaar met die aan social media of computergames. Om dat op te lossen, is meer regelgeving nodig, geeft Prescott toe.
De professor is niet de minste in zijn vakgebied. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste expert op het gebied van de relatie tussen het menselijk brein en AI. Hij combineert robotica en AI met psychologie en filosofie en is medeoprichter van Sheffield Robotics, een hub voor robotonderzoek. “Nu psychologie en AI zich steeds verder ontwikkelen, kan een partnerschap nieuwe inzichten bieden in zowel natuurlijke als kunstmatige intelligentie. Dit kan helpen om antwoorden te krijgen op enkele cruciale vragen over wat het betekent om menselijk te zijn en hoe mensen kunnen samenleven met AI.”
Beter iets dan niets
Prescott bedoelt natuurlijk ook niet letterlijk dat er een robot naast je op de bank komt zitten om met een kopje thee een beetje te keuvelen over de laatste serie die jullie hebben gezien. De AI moet vooral worden beschouwd als een effectief middel om mensen die sociaal geïsoleerd zijn te helpen hun sociale vaardigheden weer een beetje op peil te brengen door bijvoorbeeld gesprekken te oefenen. De training in sociale vaardigheden helpt om zelfvertrouwen op te bouwen en voorkomt dat mensen helemaal in een isolement terechtkomen.
En ja, er zitten risico’s aan maar die wegen volgens de wetenschapper niet op tegen de voordelen. “AI’s kunnen zeker geen vriendschap bieden zoals mensen dat kunnen, maar dat hoeft ook niet. Niet alle relaties die we waardevol vinden zijn symmetrisch”, schrijft hij nog.