Drunkorexia zou omschreven kunnen worden als een mix van alcoholisme en een eetstoornis. Maar goed inzicht in de omvang van het verschijnsel, ontbreekt in Nederland.
Al 10 tot 15 jaar hebben we het over drunkorexia: jezelf uithongeren om alcohol te kunnen drinken en toch niet dik te worden. In Australië laat een recent onderzoek zien dat 1 op de 3 vrouwelijke studentes drunkorectisch is. Onderzoeken in de VS hebben het over 35% tot 80% van de studerende jongeren, zowel mannelijk als vrouwelijk, die drunkorectisch gedrag vertonen. In Groot-Brittannië, van waaruit de trend naar Nederland is komen overwaaien, lopen vooral mannelijke studenten risico aan drunkorexia te lijden. 43% van de mannelijke studenten en wederom 35% van de vrouwelijke studenten valt onder de noemer drunkorectisch.
Eetstoornis niet anderszins omschreven
In Nederland beschikken we nog altijd niet over cijfers, maar trokken verslavingsklinieken al in 2015 aan de bel: hulpverleners kregen in de praktijk steeds vaker te maken met vooral jonge vrouwen, die lijden aan onder meer orgaanschade, ernstig ondergewicht en depressiviteit, door overmatige alcoholinname in combinatie met uithongeren en veel sporten. Er werden kamervragen gesteld en politieke betrokkenheid en bezorgdheid getoond. Drunkorexia werd vervolgens in de RIVM-categorie ‘Eetstoornis’ – waaronder 150.000 mensen vallen – niet anderszins omschreven onderverdeeld. Wetenschappelijke gegevens in Nederland over de aandoening drunkorexia in het bijzonder, zijn lastig te verkrijgen.
Alcoholgebruik is toegenomen
Aan de hand van aanverwante problematiek kan verslavingsonderzoeker dr. Rob Bovens van de Universiteit Tilburg het verschijnsel toch verder duiden in feiten. “Het lijkt erop dat het eerder iets is dat bij vrouwen voorkomt, althans: het komt vaker voor bij vrouwen. 100 jaar geleden was minder dan 1 op de drie alcoholdrinkers een vrouw, inmiddels drinken er nagenoeg net zoveel mannen als vrouwen alcolhol. Dus alcoholgebruik onder vrouwen kwam van zichzelf vroeger al minder voor. Ook is de consumptie van alcoholgebruik in het algemeen sinds de 60-er jaren gestegen en zelfs verdrievoudigd. Sinds de 90-er jaren wordt er meer gebingd (mannen én vrouwen). En ook is het door de week drinken, de laatste 60 jaar meer toegenomen. In de zeventiger jaren kwam de sherrykuur bij vrouwen in zwang, met als een van de voornaamste rolmodellen Koningin Juliana. Dat betekende bijvoorbeeld dat in 1960 nog 25.000 liter sherry werd weggezet, in 1972 was dit 452.000 liter!
Dun blijven met alcohol
“Dus alcohol en lichaamsgewicht hield op een andere wijze ineens een verband met elkaar. Mijn mening is dat deze ontwikkeling wel eens gelijk op kan gaan met de opkomst van social media en ideaalbeelden van hoe je er moet uitzien. Een vetbuikje past daar niet in. Tegelijkertijd is er veel groepsdruk om mee te doen met beleving, uitgaan en veel drinken. Vrouwen zijn daar geen uitzondering meer in. Die twee wensen gaan natuurlijk niet samen. Elk jaar doet niet voor niets bijna de helft van de deelnemers aan IkPas, oftewel Dry January mee, met onder meer als motief te willen afvallen. Dus mijn vermoeden is dat het meer iets is van deze eeuw.”
FOMO
Bovens noemt als belangrijk element in het ontstaan van drunkorexia, ook het verschijnsel FOMO, oftewel de fear of missing out. Dit principe speelt ook een belangrijke rol bij verslavingen aan bijvoorbeeld social media: mis je iets als je even niet op Instagram of Facebook gluurt? Je wilt meedoen met het plezier en het drinken in het weekend, ook als je slank wilt blijven. Je wilt niet thuis aan de wortels zitten, terwijl je omgeving zich vermaakt in de kroeg. Dus vind je andere oplossingen om toch mee te kunnen doen met het feesten en het drinken.
Alcoholisme en slechte voeding
Het is op zich niet verbazingwekkend dat alcoholisme gepaard kan gaan met een slecht voedingspatroon. Bovens benadrukt dat drunkorexia echter verder gaat. “Slecht eten is inderdaad vaak een gevolg van een ongezond drinkpatroon. Maar dat zit hem dan meer in het obsessief met drinken bezig zijn, veel katers hebben, te beroerd zijn om te eten of geen tijd ervoor kunnen maken om iets goeds klaar te maken. Gevolg is vaak, dat er vitaminegebrek ontstaat met uiteindelijk na fors wat jaren het risico op hersenbeschadiging door een chronisch tekort aan vitamine B1. Niet voor niets wordt aan alcoholverslaafden, met name op latere leeftijd, thiamine verstrekt, om het vitamine B-tekort aan te vullen. Als het gaat om drunkorexia, denk ik dat je vooral moet kijken naar de functies van het alcoholgebruik en wanneer het middel van niet eten wordt ingezet. Het niet eten en obsessief sporten is er vaak al van zichzelf, dat is namelijk ook een modeverschijnsel. Maar dit wordt nog bevorderd door het krijgen van een drinkbuikje. Het gaat erom hoe structureel en geïnternaliseerd gedrag is. Met welke intentie, met het oog op welke functie, dat gedrag plaatsvindt. Ik denk dat het geen enkel probleem is als je eens een gebakje overdag laat staan, omdat je weet dat je ’s avonds een calorierijke cocktail zult drinken. Natuurlijk houdt iedereen wel eens rekening met het vinden van een balans. Als jij gewoon eens zin hebt in een calorierijke cocktail, maar dit is niet een structureel drinkpatroon: logisch.”
Onzichtbaar probleem
Of drunkorexia een aanzienlijk probleem vormt in Nederland, daar heeft Bovens geen zicht op. Ook het Trimbos Instituut, het onafhankelijke kennisinstituut voor alcohol, tabak, drugs en mentale gezondheid, kan niet verder helpen. Volgens de woordvoerder is het verschijnsel drunkorexia niet bekend bij Trimbos. We weten niet welke vormen drunkorexia in de Nederlandse samenleving aanneemt. Volgens de Tilburgse onderzoeker is het goed mogelijk dat drunkorexia een probleem vormt. “Gezien de fitness-mania, het verschijnsel van FOMO en het feit dat drinken, dus ook bier drinken, voor vrouwen steeds normaler is geworden, kan ik me er wel iets bij voorstellen. Maar ik heb geen cijfers. Ik zou dan eigenlijk willen aanbevelen om een dergelijk in de wetenschap bekend fenomeen, in kaart te brengen in Nederland. Voor hetzelfde geld is het hier niet groot en moeten we er vervolgens weer niet teveel aandacht aan besteden. Of moet je het meenemen als een van de riskante bijverschijnselen van FOMO.”
Een levensstijl waarin je buiten de kroeg op een cracker leeft, om in de kroeg het flink op een zuipen te kunnen zetten, zal dus zeker onder jongeren populair blijven. Met alle fysieke en psychische risico’s van dien.