Door overconsumptie dreigt onze aarde ten onder te gaan, maar met deze concrete maatregelen kunnen we het tij nog keren

Zes van de negen planetaire grenzen hebben we momenteel al overschreden. Kunnen we eigenlijk wel op deze planeet leven zonder hem te vernietigen? Een nieuwe studie stemt ondanks alles hoopvol.

We zijn momenteel met ruim acht miljard mensen op deze planeet. En met z’n allen verbruiken we een groot deel van de natuurlijke hulpbronnen op een niet-duurzame manier. Een zorgwekkend gevolg hiervan is dat Earth Overshoot Day dit jaar bijvoorbeeld al op 1 augustus viel. Daarnaast hebben we te maken met een klimaatcrisis en ernstige luchtvervuiling. Het zijn allemaal gevolgen van onze eigen acties. Klaus Hubacek, hoogleraar Wetenschap, Technologie en Samenleving aan de Rijksuniversiteit Groningen, houdt de boekhouding hiervan bij: hoeveel land, water of andere hulpbronnen kost onze levensstijl precies? Hoe kunnen we dit aanpassen, zodat we binnen de grenzen blijven van wat de aarde ons kan geven? En… zijn we niet al te laat?

Overconsumptie
We weten dat onze consumptie invloed heeft op het milieu. Een duidelijk voorbeeld is de uitstoot van broeikasgassen: sinds de jaren 1960 neemt die in rap tempo toe, wat zorgt voor opwarming van de aarde en tal van negatieve effecten. Dit laat zien dat er grenzen zijn aan wat de aarde aankan. In 2009 stelden wetenschappers negen ‘planetaire grenzen’ vast om te bepalen wanneer we te ver gaan. Als we die grenzen overschrijden, kan dat de stabiliteit en veerkracht van onze planeet blijvend beschadigen. Bovendien hangen deze planetaire grenzen nauw met elkaar samen. Als we één grens overschrijden, kan dat de rest uit balans brengen en ervoor zorgen dat ook andere grenzen buiten de veilige marge terechtkomen. In 2023 waren zes van de negen grenzen al overschreden.

De overschrijding van de planetaire grenzen door de jaren heen. Afbeelding: Azote voor Stockholm Resilience Centre, Universiteit van Stockholm. Gebaseerd op Richardson et al. 2023, Steffen et al. 2015, en Rockström et al. 2009
Negen planetaire grenzen
De negen planetaire grenzen bepalen de grenzen voor een stabiele en gezonde aarde. De negen grenzen zijn:
1) Klimaatverandering: Door toegenomen broeikasgassen stijgen de temperaturen, wat leidt tot klimaatverstoring. Deze grens is overschreden.
2) Nieuwe stoffen: Synthetische chemicaliën en andere verontreinigende stoffen worden in gevaarlijke hoeveelheden in het milieu gebracht.
3) Ozonlaag: De ozonlaag beschermt ons tegen UV-straling. Deze herstelt zich, maar ligt nog onder het niveau van de jaren ’50.
4) Aerosolen: Luchtvervuiling door deeltjes verandert het klimaat. Dit blijft binnen veilige grenzen, maar is een zorg.
5) Oceaanverzuring: Extra CO2 maakt de oceanen zuurder, wat mariene ecosystemen schaadt. De grens is bijna overschreden.
6) Biogeochemische stromen: Stikstof- en fosforcycli zijn verstoord door overmatig gebruik van meststoffen.
7) Zoetwatercycli: Verstoring van waterbronnen door menselijke activiteiten heeft de veilige grens overschreden.
8) Landgebruik: Ontbossing en verstedelijking verminderen ecologische functies. Het bosareaal is te ver verminderd.
9) Biosfeer: Het verlies van biodiversiteit en de afname van soortenoverschrijding hebben de veilige grenzen gepasseerd.

Overschrijding van de planeetgrenzen
Voor het overschrijden van deze planeetgrenzen zijn we in feite allemaal medeplichtig. “Alle consumptie leidt tot de productie van goederen en diensten, die natuurlijke hulpbronnen verbruiken, en draagt daardoor bij aan het overschrijden van de planetaire grenzen”, legt Hubacek in gesprek met Scientias.nl uit. “Toch zijn sommige vormen van consumptie schadelijker dan andere. Denk aan langeafstandsvluchten, vlees eten, spullen kopen, verwarming, koeling of transport. Het algemene patroon is dat mensen met hogere inkomens meer consumeren, en daardoor veel meer bijdragen aan de overschrijding van die grenzen dan mensen met lagere inkomens.” Momenteel stoot de rijkste 1 procent van de wereldbevolking bijvoorbeeld wel 50 keer meer broeikasgassen uit dan de vier miljard mensen in de onderste 50 procent.

Ons consumptiegedrag heeft effect op het milieu: Elke winter is deze regionale hoofdstad in India bedekt met een wolk van dikke smog. Afbeelding: Raunaq Chopra / Climate Visuals Countdown (via Rijksuniversiteit Groningen)

Basisberekening
Hubacek bestudeert al zijn hele carrière hoe we als mensheid omgaan met de grenzen van onze planeet en wat we moeten veranderen om niet verder over die grenzen heen te gaan. “De basisberekening is simpel: gegeven het aantal mensen op de planeet, en gegeven de grenzen van de planeet, hoeveel kunnen we dan consumeren om daar binnen te blijven”, legt hij uit. In de nieuwe studie onderzoekt hij samen met collega’s en met behulp van een uitgebreide dataset van 201 consumptiegroepen in 168 landen, de invloed van diverse consumptiepatronen op zes cruciale milieu-indicatoren.

Rijkste 20 procent
Het goede nieuws is dat we de milieugevolgen met wel 25 tot 53 procent kunnen verminderen. Dit zou al gebeuren als de rijkste 20 procent van de consumenten wereldwijd (die zoals gezegd de meeste hulpbronnen verbruiken) hun consumptiegedrag zouden aanpassen en duurzamer gaan consumeren. Zelfs als we ons alleen richten op voedsel en diensten, kan dit al grote voordelen voor het milieu opleveren. “Door de consumptie van de welvarende groepen te matigen, kunnen we aanzienlijke milieuwinst boeken”, vertelt Hubacek. “Ons onderzoek toont aan dat hogere belastingen op luxe goederen en diensten de overconsumptie onder de rijken kunnen verminderen en tegelijkertijd geld genereren voor sociale en milieudoelen. Maatregelen gericht op de rijke groepen kunnen echter stuiten op weerstand door hun politieke invloed. Acties van onderaf zijn belangrijk om veranderingen van bovenaf te ondersteunen en duidelijke consumptiegrenzen vast te stellen via democratische besluitvorming.”

Deze figuur laat zien hoe zes milieu-indicatoren die 5 planetaire grenzen vertegenwoordigen (zoals CO2-uitstoot, watergebruik en biodiversiteitsverlies) ongelijk verdeeld zijn over de wereldbevolking. De figuur toont hoe de rijkste 10 procent (langste balk) veel meer hulpbronnen gebruiken dan hun eerlijke aandeel (rode cirkel), terwijl de armste 10 procent (kortste balk) vaak ruim onder die grens blijven. De rijkste 10 procent heeft een enorme impact: ze zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor 43 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot en veroorzaken 37,2 procent van de schade aan ecosystemen. De armste 10 procent dragen nauwelijks bij aan de milieuproblemen: ze zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor minder dan 3 procent van de CO2-uitstoot en hun waterverbruik is slechts 4,4 procent. Afbeelding: Klaus Hubacek

De afbeelding hierboven laat zien hoe oneerlijk de verdeling tussen arm en rijk is. De rijkste 10 procent hebben namelijk een ecologische impact die 4,2 tot 77 keer groter is dan die van de armste 10 procent. Dit laat zien dat de ongelijkheid in milieu-impact gigantisch is. De grootste verantwoordelijkheid voor milieuproblemen ligt bij de rijkste bevolkingsgroepen, terwijl de armste mensen nauwelijks bijdragen aan de schade. Dit betekent ook dat oplossingen gericht moeten zijn op het verminderen van de impact van de grootste vervuilers.

Minder rood vlees
Kortom, de studie stelt dat de focus moet liggen op consumenten met de hoogste uitgaven om zo de overschrijdingen van de planetaire grenzen te stoppen. Er zijn echter nog veel meer oplossingen die ons helpen beter in balans te komen met de draagkracht van de planeet. Overstappen op een dieet met minder rood vlees en meer peulvruchten en noten kan de uitstoot van voedsel bijvoorbeeld met 17 procent verminderen, zo berekende Hubacek al eerder. En zelfs inwoners van de minder rijke landen kunnen dan hun vleesconsumptie een beetje verhogen. “Bovendien kunnen stimuleringsmaatregelen voor duurzamer gedrag helpen om veranderingen in consumptie en productie te bevorderen, zonder de economie te verstoren”, aldus de onderzoeker.

Subsidies
Hubacek benadrukt dat er genoeg oplossingen zijn voor het overschrijden van de planetaire grenzen. “We moeten ons niet alleen richten op nieuwe technologieën,” zegt hij, “want er zijn al genoeg bestaande oplossingen. Toch gaat het vaak mis omdat veel overheden nog steeds slecht gedrag subsidiëren. Subsidies op fossiele brandstoffen maken de kosten voor koolstofuitstoot via emissiehandel grotendeels ongedaan. En er is zelfs tegenstrijdig beleid, zoals het subsidiëren van warmtepompen terwijl de elektriciteitsprijzen stijgen en de gasprijzen kunstmatig laag worden gehouden.”

Earth Overshoot Day
Hubacek toont met zijn werk aan dat er nog hoop is: de mensheid kan binnen de grenzen van de planeet blijven. En mogelijk kunnen we zelfs Earth Overshoot Day (de dag waarop de mensheid evenveel grondstoffen heeft verbruikt als de aarde in een jaar tijd kan genereren) later in het jaar laten vallen. In een ideale wereld zou Earth Overshoot Day op 31 december vallen. Maar of ons dat nog gaat lukken… “Het is onmogelijk vanwege onomkeerbare veranderingen en schade aan ecosystemen en het verlies van biodiversiteit”, antwoordt Hubacek desgevraagd. “Bovendien blijft de wereldbevolking groeien en wordt verwacht dat deze rond de 10,5 miljard zal bereiken, terwijl de wereldeconomie elke 25 jaar verdubbelt.”

Een prangende vraag is of we met de door Hubacek genoemde oplossingen niet al te laat zijn. Op dit moment breken we namelijk al nieuwe temperatuurrecords en ervaren extreme weersomstandigheden die we nog niet eerder zagen. “Toch zijn er veel hoopvolle oplossingen op individueel, gemeenschaps- en landelijk niveau”, klinkt het bemoedigend. “Is het genoeg en op tijd? Waarschijnlijk niet, maar elke stap in de goede richting is beter dan doorgaan met zoals het was.”

Bronmateriaal

"Kunnen we op deze planeet leven zonder hem te vernietigen?" - Rijksuniversiteit Groningen
Interview met Klaus Hubacek
Afbeelding bovenaan dit artikel: via Canva Pro

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd