Door Einstein voorspelde vertraging van tijd gemeten op millimeterschaal

Een klok dicht bij de grond tikt langzamer dan een klok die hoger staat. Dat effect is nu aangetoond voor ‘klokken’ met minder dan een millimeter ertussen.

Hoe gek het ook klinkt: de tijd verloopt niet voor alles en iedereen hetzelfde. Een klok aan boord van een supersnel ruimteschip loopt langzamer dan een klok hier op aarde, zo leert Albert Einsteins relativiteitstheorie. En ook een klok die meer zwaartekracht ‘voelt’, tikt trager.

Beide effecten zijn al meer dan vijftig jaar geleden gemeten, door klokken aan boord van vliegtuigen te vergelijken met klokken op de grond. Maar nu zijn onderzoekers van het Amerikaanse instituut JILA een flinke stap verder gegaan. Zij maten het effect dat de zwaartekracht heeft op tijd bij atomen die dichter dan een millimeter op elkaar zaten.

Precies de juiste tiksnelheid

De JILA-onderzoekers maken daarbij gebruik van een atoomklok. “Het hart daarvan is een extreem stabiele laser”, zegt Tobias Bothwell, een van de onderzoekers. “Waar een gewone klok een slinger heeft die heen en weer gaat, heeft die laser een elektrisch veld dat zo’n 100 biljoen keer per seconde ‘tikt’.”

Om te garanderen dat het aantal tikken per seconde van deze laser precies klopt, schijnen Bothwell en collega’s hem op circa 100.000 atomen van het element strontium. Die kunnen namelijk laserlicht met precies de gewenste frequentie absorberen en weer uitzenden. “We corrigeren dan de frequentie van de laser zodat hij precies overeenkomt met die van de strontiumatomen”, zegt Bothwell. “Dus als jij en ik allebei strontium hebben, kunnen we elk een atoomklok bouwen en er met dat strontium voor zorgen dat onze klokken exact dezelfde tiksnelheid hebben.”

Storende invloeden

Nu zijn de frequenties van de strontiumatomen ook weer niet helemaal identiek, door allerlei effecten uit de omgeving. “Het is onze taak om alles wat het getik van de atomen kan beïnvloeden zoveel mogelijk te elimineren, en wat er overblijft in kaart te brengen”, zegt Bothwell.

Als je al die storende invloeden weet weg te werken, houd je één effect over: het gegeven dat de aarde met zijn zwaartekracht harder trekt aan de strontiumatomen ‘onderin’ dan aan de strontiumatomen ‘bovenin’. Daardoor tikken die onderste atomen, zo leert de relativiteitstheorie, nét iets langzamer. “En dat verschil zien we in onze klok, zelfs als de afstand tussen strontiumatomen maar een vijfde millimeter is”, zegt Bothwell.

Revolutie

Met hun studie hebben de Amerikanen laten zien dat atoomklokken nog een stuk beter kunnen dan ze al waren. “Eerder was de precisie van atoomklokken aangetoond tot 19 cijfers achter de komma. Wij komen tot 21 cijfers”, zegt Bothwell.

Een stip aan de horizon vormen nu netwerken van atoomklokken met een dergelijke precisie. “Als we die weten te bouwen, betekent dat een revolutie binnen allerlei vakgebieden, van navigatie tot landmeetkunde.”

Ook interessant is wat er gebeurt als het effect van de zwaartekracht op de tijd wordt aangetoond op nóg kleinere schaal – zeg, een honderdste van een millimeter. Op die schaal kunnen namelijk de effecten van een andere natuurkundige theorie zich al doen gelden: de quantummechanica. Wie weet blijkt de zwaartekracht die quantumeffecten te verstoren. Als dat inderdaad zo is, zegt onderzoeksleider Jun Ye in een persbericht, zou dat kunnen leiden tot een verklaring voor het feit dat de wereld om ons heen geen quantumgedrag lijkt te vertonen, terwijl dat in de wereld van het allerkleinste overduidelijk wel het geval is.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd