Ben je volledig gevaccineerd en toch besmet geraakt met de omikronvariant van het coronavirus? Misschien is dat helemaal niet zo vervelend. Nieuw onderzoek laat namelijk zien dat je immuunsysteem door zo’n doorbraakinfectie beter wordt in het bestrijden van toekomstige varianten van omikron.
De een heeft net weer een coronabesmetting achter de rug, terwijl voor de ander de pandemie een eeuwigheid geleden lijkt. Met de nieuwe coronagolf rijst wederom de vraag: komen er weer nieuwe (gevaarlijke) varianten aan, of kunnen we corona nu echt als een griepje gaan beschouwen? Om daar antwoord op te geven, is het belangrijk om te weten hoe goed we momenteel beschermd zijn tegen het virus. Er zijn al veel onderzoeken gedaan naar de effecten van de vaccins, maar minder over de rol van zogenaamde ‘doorbraakinfecties’: infecties bij iemand die volledig gevaccineerd is.
Daarom besloten onderzoekers van het Korea Institute of Science and Technology bloedmonsters te nemen van mensen die na vaccinatie een infectie met de omikronvariant hebben doorgemaakt. Verbeterde immuniteit wordt normaal namelijk veroorzaakt door geheugencellen, een speciaal type witte bloedcellen die onthouden hoe ze een virus moeten aanvallen. Deze cellen worden gevormd na een infectie of vaccinatie, en kunnen snel in actie komen als het virus weer opduikt. Maar hoe goed werken deze cellen tegen nieuwe varianten van het virus, die steeds veranderen om aan onze afweer te ontsnappen?
Verschillende stammen
Vaccinaties beschermen immers nooit honderd procent. Bovendien zorgen verschillende varianten ervoor dat het lichaam steeds opnieuw moet wennen aan een virus. Dat gebeurde ook in 2022, toen veel mensen al volledig gevaccineerd waren maar toch besmet raakte met de nieuwe, zeer besmettelijke omikronvariant. De onderzoekers verzamelden voor hun onderzoek daarom bloedmonsters van mensen die begin 2022 een doorbraakinfectie hadden gehad met de BA.2 stam van de omikronvariant. Ze testten vervolgens hoe de geheugencellen in het bloed reageerden op verschillende stammen van de omikron, waaronder de latere BA.4 en BA.5 stammen.
Spike-eiwit
Tot hun verrassing ontdekten de onderzoekers dat de geheugencellen niet alleen de BA.2 stam herkenden, maar ook de andere stammen. Sterker nog, ze reageerden zelfs beter op de latere stammen dan op de oorspronkelijke stam. Daaruit blijkt dat je immuunsysteem zich door zo’n doorbraakinfectie aanpast om niet alleen deze variant, maar ook toekomstige varianten beter te bestrijden. Dat is opvallend. Dit betekent dat de doorbraakinfectie het immuunsysteem niet alleen had getraind op deze variant, maar ook op het vermogen om zich aan te passen aan veranderingen in het virus.
De onderzoekers analyseerden ook welk deel van het virus de geheugencellen activeerde. Ze ontdekten dat het ging om een specifiek stukje van het spike-eiwit, het uitsteeksel waarmee het virus zich aan onze cellen hecht. Dit stukje bleek grotendeels hetzelfde te zijn bij alle stammen van de omikron, waardoor de geheugencellen het konden herkennen.
Toekomstige bestrijding
Deze bevindingen kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de bestrijding van het virus, stellen de onderzoekers. Aan de hand van dit onderzoek is het volgens hen namelijk onwaarschijnlijk dat als iemand eenmaal een doorbraakinfectie door de omikron-infectie ondergaat, diegene bij toekomstige opkomende omikronvarianten ooit ernstige coronasymptomen zal krijgen. “Dit geeft ons nieuwe perspectieven in het nieuwe tijdperk waarin COVID endemisch (een besmettelijke aandoening die niet helemaal verdwijnt, maar blijft sluimeren, red.) is”, aldus onderzoeker Jung Min Kyung. “In reactie op de constante opkomst van nieuwe virusvarianten passen onze lichamen zichzelf aan, om zo ook de toekomstige stammen van het virus te bestrijden.”
Onderzoeksleider Shin Eui-Cheol, de leider van het onderzoeksteam, voegt eraan toe: “Deze bevinding kan ons mogelijk ook helpen bij de ontwikkeling van vaccins. Door te zoeken naar gemeenschappelijke kenmerken tussen de huidige dominante stam en opkomende nieuwe stammen van virussen, kunnen we de kans vergroten dat geheugencellen ook bij varianten van het virus actief worden.” Of onze immuunsystemen op dezelfde manier werken bij varianten van de coronastammen ‘alfa’ en ‘delta’ is nog niet bekend.