DNA kan een ruimtereis en terugkeer naar aarde overleven

raket

Wetenschappers van de universiteit van Zurich hebben een bijzonder experiment uitgevoerd. Ze plaatsten DNA aan de buitenkant van een raket, lanceerden de raket en lieten deze weer op aarde landen. En het DNA overleefde de ruimtereis!

Na de vlucht van dertien minuten troffen de onderzoekers DNA aan op alle drie locaties aan de buitenkant van de raket. Het meeste DNA bevond zich in de kieren (53%). Ongeveer één derde van het DNA was nog bruikbaar.

“We zijn verrast dat het DNA nog grotendeels intact is gebleven na de ruimtevlucht”, vertelt moleculair bioloog Cora Thiel van de universiteit van Zurich. “Hieruit blijkt dat we ruimtesondes en -landers vrij makkelijk kunnen besmetten met ons DNA.” Thiel noemt een sterk punt. Stel, we vinden in de toekomst aanwijzingen voor leven op Mars, dan moeten we er zeker van zijn dat deze sporen niet naar Mars zijn gebracht door besmette instrumenten.

Minireis
Eén kanttekening: een ruimtevlucht naar Mars duurt minimaal enkele maanden. De reis van de TEXUS-49-raket duurde slechts dertien minuten. Van die dertien minuten was de raket drie minuten in een lage baan om de aarde. Toch kreeg het DNA aan de buitenkant van de raket te maken met flinke temperatuurverschillen. De onderzoekers weten niet hoe warm het DNA is geworden.

Het verschil tussen bacterieel DNA en plasmiden.
Het verschil tussen bacterieel DNA en plasmiden.
Geen chromosomaal DNA
Oké, nog een kanttekening: de wetenschappers gebruikten plasmiden. Dit is DNA dat in sommige eencellige organismen terug te vinden is. Chromosomaal DNA – zoals het DNA in ons lichaam – is ongeveer tien keer groter dan plasmiden. “We weten niet hoe grote chromosomale DNA-moleculen reageren op dezelfde condities, maar we willen dit uitzoeken in een toekomstig experiment”, zegt biochemist Oliver Ullrich aan Space.com. “We denken dat plasmiden een ruimtereis makkelijker overleven dan chromosomaal DNA, dat tevens proteïnen huisvest.”

Onderzoek
De resultaten van het onderzoek zijn online te lezen in het wetenschappelijke journaal PLOS One.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd