Niks geen glazen plafond: bij de Vikingen waren vrouwen gewoon in de hogere rangen van de strijdkracht te vinden.
Archeologen trekken die conclusie nadat ze zich nog eens over één van de best bestudeerde Vikinggraven uit het midden van de tiende eeuw bogen. Het graf bevindt zich in de Vikingstad Birka en werd al in de negentiende eeuw ontdekt. In het graf werden de resten van een strijder en twee paarden aangetroffen, ook lagen er enkele wapens – waaronder een zwaard en pijlen – in het graf.
Hoewel het skelet qua vorm eigenlijk altijd al een beetje aan een vrouw deed denken, konden onderzoekers zich niet voorstellen dat het een vrouw was. En daarom wordt er al meer dan een eeuw van uitgegaan dat deze strijder van het mannelijk geslacht is. Ten onrechte, zo blijkt nu uit een DNA-analyse. Want deze strijder heeft twee X-chromosomen en geen Y-chromosoom. “Geschreven bronnen noemen zo af en toe vrouwelijke strijders, maar het is voor het eerst dat we echt overtuigend archeologisch bewijs hebben voor hun bestaan,” vertelt onderzoeker Neil Price.
En deze vrouw was niet zomaar een strijder. Ze had een hoge rang. In het graf zijn namelijk ook een speelbord en speelstukken aangetroffen. “De speelset suggereert dat ze een officier was, iemand die nadacht over taktieken en strategie en de troepen aanvoerde tijdens de strijd,” vertelt onderzoeker Charlotte Hedenstierna-Johnson. “Wat wij bestudeerd hebben, was geen walkure (een strijdgodin uit de Noorse mythologie, red.), maar een echte militaire leider die toevallig vrouw was.”