We weten al langer dat te veel werken niet goed voor je is. Maar wat er precies in je hersenen gebeurt als je week na week te veel uren draait, is grotendeels nog een raadsel.
Koreaanse onderzoekers gebruikten MRI-scans om te kijken wat er verandert bij zorgmedewerkers die structureel lange dagen maken. Ze vergeleken twee groepen: mensen met een normale werkweek en een groep die 52 uur of meer per week werkte. Bij de overwerkers waren er duidelijke verschillen in bepaalde hersengebieden. Denk aan delen die je helpen met emoties verwerken of met slimme dingen zoals plannen, onthouden en beslissen.
Een van de opvallendste ontdekkingen? Het volume van de middelste frontale gyrus, het hersengebied dat zorgt voor aandacht, werkgeheugen en taal, groeide met wel 19 procent. Ook de insula, een gebied dat helpt bij emoties en hoe bewust je bent van jezelf, liet veranderingen zien. Maar wat betekent dat nou?
De impact op je dagelijkse leven
Om dat te snappen, sprak Scientias met hoofdauteur van het onderzoek Wanhyung Lee van de Yonsei Universiteit. Hij legt het helder uit: “In het dagelijks leven kunnen veranderingen in de hersenstructuur als gevolg van lange werkuren invloed hebben op hoe goed mensen dagelijkse taken uitvoeren en met hun emoties omgaan. Zo kunnen ze het moeilijker vinden om zich te concentreren, problemen op te lossen of beslissingen te nemen. Ook kunnen ze emotioneler reageren, prikkelbaarder zijn of meer stress ervaren.” Kortom, als je na een lange werkweek merkt dat je chaotisch bent of sneller je geduld verliest, kan dat zomaar te maken hebben met wat er in je hoofd gebeurt.
Waarom voel je je zo uitgeput?
Die mentale uitputting waar je na een overvolle week last van hebt? Dat komt niet uit de lucht vallen, zegt Lee: “Onze bevindingen tonen structurele veranderingen in gebieden zoals de middelste frontale gyrus en de insula. Die spelen een cruciale rol bij de zogenoemde uitvoerende functies (zoals geheugen, aandacht en besluitvorming) én bij het reguleren van emoties. Veranderingen in deze hersengebieden kunnen verklaren waarom mensen die te veel werken zich mentaal uitgeput, minder productief of emotioneel overbelast voelen.”
Aanpassing of schade?
Maar zijn die veranderingen goed of slecht? De onderzoekers noemen ze “neuroadaptief”, wat betekent dat je hersenen zich proberen aan te passen aan al die werkdruk. “‘Neuroadaptief’ betekent dat de hersenen zich mogelijk proberen aan te passen aan chronische stress of een hoge werkdruk, om hun normale werking te behouden. Maar zulke aanpassingen kunnen ook wijzen op beginnende overbelasting of schade. Zolang we geen gegevens hebben over de lange termijn, kunnen we nog niet met zekerheid zeggen of het gaat om nuttige, tijdelijke compensatie of juist om een vroeg signaal van een schadelijk proces”, aldus Lee. Het is dus een soort tweesnijdend zwaard: je hersenen doen hun best, maar het zou ook een waarschuwing kunnen zijn.
Moeten we nu anders gaan werken?
Dit onderzoek bewijst echter niet dat overwerk je hersenen kapotmaakt, maar het zet wel aan het denken. Moeten we onze werktijden aanpassen? Lee vindt van wel: “Hoewel we geen sluitend bewijs van oorzaak en gevolg hebben, suggereren de resultaten wel degelijk een mogelijk risico. Gezien het ruime bestaande onderzoek dat overwerk al in verband brengt met negatieve gezondheidsuitkomsten, ondersteunen onze bevindingen de noodzaak van voorzorgsmaatregelen. Beleid dat gericht is op het verminderen van werkuren en het bevorderen van een betere balans tussen werk en privéleven kan helpen om mogelijke cognitieve of emotionele schade op lange termijn te voorkomen.”
Wat nu?
Dit was nog maar een eerste stap, een kleine studie om te verkennen wat er speelt. Wat is er nodig om dit echt te begrijpen? “Toekomstige studies zouden idealiter grotere groepen deelnemers uit verschillende beroepsgroepen moeten omvatten, met herhaalde hersenscans over meerdere jaren (longitudinaal onderzoek). Multidisciplinaire samenwerking – tussen arbeidsgeneeskunde, volksgezondheid en neurowetenschappen – is hierbij cruciaal, samen met geavanceerde beeldvormingstechnieken. Een combinatie van structurele hersenscans met functionele MRI en biomarkers voor stress zou nog meer inzicht geven.” Er ligt dus nog een hoop werk voor de boeg voordat we het hele plaatje snappen.