De Maya’s konden eeuwenlang nauwkeurig voorspellen wanneer zonsverduisteringen zouden plaatsvinden. Zij deden dat zonder moderne instrumenten. Wetenschappers beginnen steeds beter te begrijpen hoe dat mogelijk was.
De Dresden Codex is een van de weinige schriftelijke overblijfselen van de beschaving van de Maya’s. Het boek staat vol met kennis over de sterrenhemel. Zo bevat het onder meer een tabel met 69 datums die verspreid zijn over 405 maanmaanden. Een maanmaand is de tijd die de maan nodig heeft om één keer rond de aarde te draaien: ongeveer 29,5 dagen. Van die 69 datums wijzen er 55 naar mogelijke momenten waarop zonsverduisteringen plaatsvonden. De overige 14 lijken ‘vulstukjes’ te zijn die wellicht dienden om de wiskundige berekeningen te laten kloppen.
Niet ontwikkeld om eclipsen te voorspellen
Maar eigenlijk is de codex oorspronkelijk niet ontwikkeld om eclipsen te voorspellen. Dat ontdekten de onderzoekers John Justeson en Justin Lowry. In hun studie, die zij publiceerden in het vakblad Science Advances, stellen zij dat de tabel oorspronkelijk diende als algemene kalender voor de maanfasen.
De Maya’s hadden namelijk een heilige kalender van 260 dagen. Deze gebruikten ze om rituelen en het dagelijkse leven te organiseren. De kalender liep niet zomaar synchroon met de maan, maar de zogenoemde daykeepers (de specialisten die de dagen bijhielden) vonden een manier om beide systemen op elkaar af te stemmen. Het getal 405 speelde daarbij een belangrijke rol omdat het precies paste bij een veelvoud van die 260 dagen. Na 405 maanmaanden kwam alles weer netjes uit op dezelfde dag in de heilige cyclus. Dat maakte het systeem betrouwbaar en makkelijk te gebruiken.
Niet zo simpel
Maar hoe kwamen ze dan bij zonsverduisteringen terecht? De daykeepers merkten op dat verduisteringen vaak om de zes maanmaanden terugkeerden. Ze markeerden daarom ‘stations’ in hun tabel. Dat waren momenten waarop een eclips kon plaatsvinden. Deze stations vormden de basis voor hun voorspellingen. Toch was er een probleem: de echte cyclus van verduisteringen hangt af van eclipsknooppunten. Dat zijn de punten waar de baan van de maan die van de aarde kruist. Zonder die kruising geen verduistering. Als de Maya’s hun tabel zomaar telkens na 405 maanden zouden hebben herhaald, zouden hun voorspellingen na verloop van tijd uit de pas lopen en zouden ze verduisteringen missen of verkeerd voorspellen.
Duizenden jaren betrouwbaar
Justeson en Lowry ontdekten dat de Maya’s hun tabellen niet simpelweg eindeloos herhaalden. Om te voorkomen dat kleine afwijkingen zich ophoopten door de onnauwkeurige lengte van de maanmaand pasten ze periodiek een correctie toe. Ze begonnen nieuwe tabellen na 358 of soms 223 maanmaanden. Een cyclus van 358 maanden leverde een verschuiving op van ongeveer 2 uur en 20 minuten vóór het werkelijke eclipsknooppunt, een cyclus van 223 maanden kwam ongeveer 10 uur en 10 minuten later uit. Door meestal de langere (358 maanden) cyclus te gebruiken en af en toe de kortere (223 maanden) in te voegen (ruwweg één keer per vier langere cycli) konden de daykeepers de timing van verduisteringen vrijwel exact bijhouden. De onderzoekers berekenden dat het systeem op deze manier duizenden jaren betrouwbaar kon blijven.
Om dit te testen keken de wetenschappers naar 145 zonsverduisteringen die zichtbaar waren in het Maya-gebied tussen 356 en 1148 na Christus. Ze hanteerden strikte criteria: een verduistering telde alleen als ze zonder voorkennis waarneembaar was en als minstens 25 procent van de zon bedekt was, zelfs aan de horizon. Het model bleek goed overeen te komen met de historische gegevens.
We weten nog niet alles
Natuurlijk zijn er wel wat kanttekeningen. De reconstructie steunt sterk op wiskundige modellen en aannames over hoe de daykeepers dachten en werkten. We hebben geen dagboeken of brieven uit die tijd die dit allemaal bevestigen; de Dresden Codex is een van de weinige bronnen die we hebben. Ook gebruikten misschien niet alle Maya-steden dezelfde methoden. En de startdatum van de tabel? Die plaatsen de onderzoekers rond 1083 of 1116 na Christus. Dit doen zij op basis van sterke aanwijzingen, maar het blijft een educated guess.


