En verrassend genoeg openen ze zelden Instagram of TikTok.
Voor veel ouders is het geven van de eerste mobiele telefoon aan hun kind een spannend moment. De bezorgdheid over de risico’s van smartphonegebruik zorgt ervoor dat velen proberen dit moment zo lang mogelijk uit te stellen. Vaak krijgen kinderen hun eerste smartphone rond hun 11e of 12e jaar. Maar wat doen ze rond die leeftijd eigenlijk allemaal op hun mobiel? Onderzoekers zochten het uit.
Laatste jaar van de basisschool
Uit eerder onderzoek is gebleken dat veel leerlingen in het eerste jaar van de middelbare school, dus als ze ongeveer 13 of 14 jaar zijn, een mobiele telefoon hebben. Daarom besloot een onderzoeksteam het digitale leven van kinderen een jaar eerder – in het laatste jaar van de basisschool – onder de loep te nemen. Ze onderzochten welke digitale apparaten 11- en 12-jarigen gebruiken en waarvoor ze die precies gebruiken.
Cruciale leeftijd
“Dit is een cruciale leeftijd om te onderzoeken”, legt onderzoeker Eneko Tejada uit. “Hoewel hun digitale wereld al eerder in ontwikkeling is, is dit het moment waarop ze hun eigen mobiele telefoon krijgen en de grootste verandering plaatsvindt. Het geven van een smartphone markeert een overgang naar een nieuwe fase in hun leven. Het is in zekere zin de sprong naar de adolescentie, waarbij ze de sleutel krijgen tot sociale media en daarmee toegang tot een hele nieuwe wereld. Dit roept veel zorgen op bij gezinnen. Er is zelfs een groeiende angst voor technologie. Daarom wilden we ontdekken hoe de situatie er echt uitziet.”
Studie
Aan het onderzoek deden 356 leerlingen van zes middelbare vakscholen mee. Twee op de drie leerlingen gaven aan een mobiele telefoon te bezitten, en een derde had deze al voor de start van het schooljaar in handen. “Hoewel we niet kunnen stellen dat het bezit en gebruik van smartphones momenteel wijdverspreid is onder 11- tot 12-jarigen, weten we wel dat dit in de nabije toekomst zeker het geval zal zijn”, aldus Tejada.
Familie en vrienden
Wat 11- en 12-jarigen het meeste op hun mobiele telefoon doen? Het onderzoek toont aan dat ze hun smartphones voornamelijk gebruiken om met familie en vrienden te praten. Ook bracht de studie genderverschillen aan het licht. Meisjes kijken bijvoorbeeld vooral naar video’s, terwijl jongens liever videogames spelen.
Sociale media
Maar dat is misschien niet eens de meest opvallende ontdekking. Verder blijkt namelijk dat 11- tot 12-jarigen niet bijzonder geïnteresseerd zijn in sociale media, waarvan de functie niet uitsluitend communicatie is. Ze gebruiken deze platforms ook, maar niet zoveel. Ze gebruiken hun smartphone vooral om video’s te kijken, vooral op YouTube, maar Instagram en TikTok komen bijvoorbeeld zelden voorbij. “Sociale media behoren nog niet tot hun belangrijkste interesses”, stelt Tejada. “En in tegenstelling tot oudere leerlingen delen ze weinig van zichzelf. De meeste kinderen kijken vooral naar de content van anderen en verkiezen korte video’s die snel te bekijken zijn.”
Toegang tot sociale media
Toch is het volgens de onderzoeker belangrijk dat ouders zich bewust zijn van wat het geven van een smartphone betekent voor hun kind. “Het bezitten van een smartphone betekent wel meteen toegang tot sociale media”, benadrukt Tejada. “Ouders geven hun kinderen een telefoon om contact te houden en te weten waar ze zijn, maar ze moeten zich realiseren dat dit de stap naar sociale media vergemakkelijkt, omdat de telefoon niet alleen wordt gebruikt om met familie te praten. Ouders moeten dit meenemen in hun beslissing over wanneer ze hun kinderen een smartphone geven.”
Kortom, het is belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de rol die smartphones spelen in de overgang naar sociale media, zelfs als hun kinderen ze in het begin niet veel gebruiken. De onderzoekers onderstrepen dan ook dat, hoewel ze weinig risicofactoren hebben gevonden, er toch voorzichtigheid geboden is. “Er moeten strategische plannen worden opgezet om het veilige en verantwoorde gebruik van internet, sociale media en videogames te stimuleren”, zo betogen de onderzoekers. “Daarnaast zouden gezinnen betere richtlijnen moeten krijgen om hen te helpen beslissen wanneer ze hun kinderen het beste een smartphone kunnen geven.”