In China is een wel heel bijzonder fossiel gevonden. De 125 miljoen jaar oude resten tonen een unieke momentopname van een dasachtig roofdier dat zijn tanden in een dinosaurus zet, vlak voordat ze allebei het loodje leggen in een modderstroom.
“De twee dieren zijn vastgelegd tijdens een dodelijk gevecht. Het versteende plaatje van het in elkaar vervlochten stel is een van de eerste directe bewijzen van roofdierachtig gedrag van een zoogdier bij een dinosaurus”, verklaart de Canadese paleontoloog Jordan Mallon. Hierdoor staat de gangbare theorie dat dinosaurussen gedurende het Krijt weinig te duchten hadden van zoogdieren nog meer op de helling. Het fossiel laat zien dat het gevaar voor kleinere, plantenetende dinosaurussen niet alleen van andere dino’s kwam, maar dat ze ook goed op moesten passen voor mogelijke aanvallen van venijnige zoogdieren met vlijmscherpe tanden en klauwen.
Bloeddorstig zoogdier(tje) in dinotijdperk
Het goed bewaard gebleven fossiel is onderdeel van de collectie van het Weihai Ziguang Shi Yan Museum in de Chinese provincie Shandong. De versteende dinosaurusresten zijn van een Psittacosaurus, die ongeveer zo groot is als een flinke hond. Deze herbivoor is een van de oudst bekende gehoornde dinosauriërs. Hij leefde in het vroege Krijt in Azië, tussen 125 en 105 miljoen jaar geleden. Het bloeddorstige zoogdier is een dasachtige, Repenomamus rubustus genaamd. In deze prehistorische periode waren veel planten en dieren enorm uit de kluiten gewassen, maar zoogdieren bleven achter qua omvang en aantallen. Dit was het tijdperk van de dinosaurussen; de bloeiperiode van de zoogdieren kwam pas later. De Repenomamus was dan ook niet al te groot, maar ondertussen wel een van de meest indrukwekkende zoogdieren die gedurende het Krijt op de wereld rondliep.
Het was voor de ontdekking van dit bijzondere fossiel al bekend dat de Repenomamus zijn tanden graag in dinosauriërs zette, omdat eerder al gefossiliseerde Psittacosaurus-babybotjes in de maag van een ander exemplaar van de Repenomamus gevonden zijn. Maar daarbij kon niet worden bewezen dat het zoogdier ook echt op levende dinosauriërs jaagde. Dat is nu anders. “We weten al langer dat deze twee dieren naast elkaar leefden, maar de vondst en analyse van dit geweldige fossiel laten ons zien dat het prehistorische zoogdier echt op levende dino’s jaagde”, zegt Mallon.
‘Het Chinese Pompeï der Dinosauriërs’
Het fossiel is in 2012 uit de grond gehaald in de Chinese Liaoning-provincie bij Liujitun en is in uitstekende staat: beide skeletten zijn nagenoeg compleet. De fossiele vindplaats van Liujitun wordt ook wel ‘Het Chinese Pompeï der Dinosauriërs’ genoemd. Hagedissen, amfibieën, kleine zoogdieren en dinosaurussen zijn hier in groten getale vereeuwigd doordat modderstromen en ander puin over hen heen zijn gekomen na verschillende vulkaanuitbarstingen.
Als we goed naar het fossiele schouwspel kijken, dan zien we dat de dinosaurus languit ligt, met zijn achterpoten gevouwen langs zijn lichaam. Het lichaam van het zoogdier is om de Psittacosaurus heengedraaid en zit bovenop zijn prooi, terwijl het de kaak en een achterpoot van de grotere planteneter vastgrijpt. De Repenomamus zet zijn tanden daarbij in de ribben van de dinosaurus. “Het kan niet anders dan dat we hier met een actieve aanval te maken hebben, die ruw verstoord werd door de gevolgen van een vulkaanuitbarsting of modderstroom”, zegt Mallon. De onderzoekers stellen dat het onmogelijk is dat het zoogdier aan een dode dinosaurus aan het knagen was. De botten van de dinosaurus hebben bijvoorbeeld geen tandafdrukken. Ook is de verstrengelde positie van de dieren, waarbij de dasachtige bovenop zijn prooi zit, niet consistent met het idee van een aasetend zoogdier, maar meer met een roofzuchtige aanval op een levend dier.
Gestoord tijdens het eten
Ook in het hedendaagse dierenrijk zijn er dieren die zich op een grotere prooi storten. Zo is er de veelvraat, een marterachtige, die schapen of zelfs rendieren weet te grijpen. En op de Afrikaanse savanne vallen wilde honden, jakhalzen en hyena’s grote plantenetende dieren aan. Uiteindelijk zakken hun prooien in elkaar, vaak in shocktoestand. “Het lijkt erop dat de gefossiliseerde Repenomamus op dezelfde manier te werk is gegaan. Hij at de Psittacosaurus hap voor hap op terwijl hij nog in leven was. Maar het zoogdier kon zijn maaltijd niet afmaken”, besluit Mallon.