De grote, plantenetende dino had maar liefst een 15 meter lange nek! Hoe hij erin slaagde zo’n lange nek te ontwikkelen zonder onder zijn eigen gewicht te bezwijken, is enigszins een raadsel.
Hoewel de T.rex het vaak op populariteit wint, waren de sauropoda dino’s de echte groten der aarde. De enorme dino’s ontwikkelden in de loop van de tijd steeds langere nekken om hogere plantenlagen te bereiken. Hoewel wetenschappers dus weten dat deze dinosaurussen lange nekken hadden, overtreft een nieuwe ontdekking werkelijk alle verwachtingen. Onderzoekers zijn namelijk op een sauropoda dino gestuit met een nek van maar liefst 15 meter lang; de langste nek van alle bekende sauropoden die ooit hebben bestaan.
De Sauropoda is een groep plantenetende dinosaurussen. De dieren heersten lange tijd over de aarde. Op alle continenten – zelfs op Antarctica – zijn resten van de plantenetende dinosaurussen teruggevonden. Sauropoda is een onderorde die weer onder te verdelen valt in tal van soorten. Want Sauropoda waren er in allerlei maten. Hele kleintjes, maar ook uitzonderlijk grote. Sterker nog: de grootste landdieren die ooit op aarde hebben rondgelopen behoren tot de Sauropoda. Een hongerige vleesetende dinosaurus moesten dus wel van hele goede huize komen wilde hij zo’n Sauropoda op het menu zien verschijnen. Vleeseters konden moeilijk bij het zwakste punt van de dinosaurussen – de nek – komen. Daarnaast hadden de Sauropoda een lange staart waarmee ze flinke klappen uit konden delen. Wanneer de Sauropoda in een groepje bijeen waren, hadden roofdieren hoogstwaarschijnlijk helemaal geen schijn van kans.
In 1987 ontdekten onderzoekers het gedeeltelijke skelet van de betreffende sauropode dinosaurus, die kort daarna Mamenchisaurus sinocanadorum werd genoemd. De resten werden gevonden in ongeveer 162 miljoen jaar oude rotsen in China. Omdat het om slechts enkele fragmentarische overblijfselen ging – enkel een handvol botten afkomstig van de nek en schedel – bleef de ware grootte van Mamenchisaurus sinocanadorum tot voor kort raadselachtig.
Studie
De resten lagen enkele decennia in de kast te verstoffen. Maar onlangs hebben onderzoekers zich wederom over de gefossiliseerde overblijfselen van Mamenchisaurus sinocanadorum gebogen. Het nieuwe onderzoeksteam was in staat de evolutionaire relaties te reconstrueren en zo vergelijkingen te maken met de later opgegraven en complete skeletten van naaste verwanten. Hierdoor konden ze concluderen dat Mamenchisaurus sinocanadorum een nek had van ongeveer 15,1 meter! Voor je beeldvorming, dat is maar liefst zes keer langer dan de nek van de giraf.
Voedsel
Waarom deze dino was uitgerust met zo’n immens lange nek? Dat had waarschijnlijk te maken met zijn eveneens enorme lichaam. Om zo’n groot lichaam van energie te voorzien, moesten de plantenetende sauropoden op heel efficiënte wijze voedsel zien te verzamelen. En hoe kan dat beter dan met een extreem lange nek? Dankzij deze langgerekte nek kon een sauropoda dino op één plek blijven staan terwijl hij alle omringende vegetatie met enkel een hoofdbeweging verorberde. Op deze manier kreeg deze dino tonnen aan voedsel binnen terwijl het geen stap hoefde te zetten – en zo dus veel energie bespaarde.
Lichaamswarmte
Maar dat is nog niet eens het enige grote voordeel. De nek werkte mogelijk ook als een soort koelelement. De dino’s konden waarschijnlijk via hun lange nek van overtollige lichaamswarmte afkomen, vergelijkbaar met de functie van de grote oren van olifanten.
Kortom, het hebben van een lange nek was op verschillende vlakken erg handig. Het heeft zelfs mede geleid tot het weergaloze succes van de sauropoda. Zo waren deze langnek-dino’s een lang leven beschoren. Hun afstamming verscheen al vroeg in de evolutionaire geschiedenis van dinosaurussen en hield aan tot de laatste dagen van het Mesozoïcum, toen een planetoïde alle dinosaurussen (behalve vogels) uitroeide.
Raadsel
Hoe sauropoden – en zeker Mamenchisaurus sinocanadorum – erin slaagden zo’n lange nek en kolossaal lichaam te ontwikkelen zonder onder hun eigen gewicht te bezwijken, is enigszins een raadsel. Al lichten nieuw vervaardigde CT-scans een tipje van de sluier op. Zo blijkt dat de wervels van Mamenchisaurus sinocanadorum voornamelijk uit lucht bestonden (ongeveer 69-77 procent van hun volume), vergelijkbaar met de skeletten van ooievaars en andere vogels. Deze met lucht gevulde botten maakte het algehele skelet een stuk lichter.
Botbreuk
Maar dergelijke vederlichte skeletten hebben ook een keerzijde. Bij het minste of geringste kan een dergelijk met lucht gevuld bot al door midden breken. Om dit tegen te gaan had Mamenchisaurus sinocanadorum vier meter lange ‘halsribben’ – benige verleningen van de wervels die aan weerszijden van de nek overlappende staafbundels vormden. Deze bundels zouden de nek van Mamenchisaurus sinocanadorum hebben verstijfd, de stabiliteit hebben vergroot en het gemakkelijker hebben gemaakt om zo’n lichtgewicht nek heel te houden.
Al met al verschaft de nieuwe analyse van Mamenchisaurus interessante nieuwe inzichten in de indrukwekkende langnek-dino’s die lang geleden door Oost-Azië zwierven. “Mamenchisaurus sinocanadorum onderstreept hoeveel we kunnen leren over de evolutie van sauropoden, zelfs als we slechts over onvolledige resten beschikken,” zegt co-auteur Ye Yong. Dankzij de studie, gepubliceerd in het vakblad Journal of Systematic Palaeontology, weten we nu dat er in vervlogen tijden dieren met maar liefst 15 meter lange nekken over de aardbol struinden. Of er sauropoden met nóg langere nekken bestonden? Dat is lastig te zeggen. De grootste dino’s blijven namelijk het moeilijkst in sedimenten bewaard. Mamenchisaurus sinocanadorum is voor zover we weten de recordhouder – in ieder geval voor nu.