Een tien kilometer grote meteoriet raakte 66 miljoen jaar geleden de aarde. Dit had wereldwijd grote gevolgen. Denk aan aardbevingen, megatsunami’s, bosbranden en vulkanisme. Het was net genoeg om de dinosauriërs uit te sterven, maar wat gebeurde er met de planten waarmee de dino’s zich voedden?
Uit een nieuw onderzoek van duizend gefossiliseerde bladeren van planten blijkt dat opvallend veel groenblijvende planten na de meteorietinslag stierven, terwijl bladverliezende planten juist profiteerden van de meteorietinslag. “Dit verklaart mogelijk waarom veel bossen bestaan uit bomen die hun bladeren verliezen in de herfst”, zegt onderzoeker Benjamin Blonder van de universiteit van Arizona.
“Wanneer je denkt aan een meteorietinslag, denk je vast dat alle soorten een even grote kans hebben om uit te sterven”, zegt Blonder. “Dit is niet helemaal waar. Sommige soorten hebben een grotere kans om te overleven, omdat ze over de juiste eigenschappen beschikken.”
Wetenschappers zijn er over eens dat na de inslag de temperaturen wereldwijd daalden. “Er ontstond dus een zeer variabel klimaat”, vervolgt Blonder. “De snelgroeiende, bladverliezende planten profiteerden hiervan, omdat zij beter tegen veranderen omstandigheden kunnen.” Dit is de reden waarom in Nederland en België veel planten en bomen hun bladeren verliezen: omdat de temperaturen in de zomer en in de winter erg wisselend zijn. Nabij de evenaar – waar temperaturen stabieler zijn – zien we meer groenblijvende, langzaam groeiende planten en bomen.
In de tijd van de dinosauriërs waren de groenblijvende planten in de meerderheid, maar na de inslag veranderde dit. Met alle gevolgen van dien.