Paddenstoelen uit het Mycena-geslacht voedden zich lange tijd enkel met dode bomen en planten, maar daar begint verandering in te komen. Onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen zien de schimmel voor hun ogen evolueren: de paddenstoelen eten niet meer alleen dode plantenresten, maar beginnen ook jonge, gezonde bomen en planten binnen te dringen.
Miljoenen tv-kijkers wereldwijd maakten begin dit jaar kennis met de serie The Last of Us, waarin een gemuteerde schimmel mensen omtoverde tot kannibalistische zombies. Het nieuws dat de Mycena-schimmel heeft besloten om ook levende wezens binnen te dringen, kan daarom een angstaanjagende gedachte zijn. Maar in tegenstelling tot de huiveringwekkende schimmels in The Last of Us – en in tegenstelling tot schimmels die daadwerkelijk mensen binnendringen – geloven de onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen dat de Mycena-paddenstoel geen kwaad in de zin heeft. Sterker nog: vanuit het perspectief van de plant gezien, brengt deze ongevraagde gast misschien zelfs wel voordelen met zich mee. Het lijkt er namelijk op dat de schimmel niet alleen gebruik maakt van de plant, maar hier ook iets voor teruggeeft.
Dat zou betekenen dat de schimmel naar een nieuwe ecologische categorie zou evolueren. Tot voor kort werd dit geslacht van schimmels als ‘saprotroof’ beschouwd. Oftewel: een soort die leeft van dode, organische stoffen. Maar in dit nieuwe onderzoek troffen de onderzoekers met behulp van DNA-onderzoek consequent Mycena-schimmels aan in de wortels van levende plantengastheren. Deze schimmel vertoont zelfs vroege tekenen van een soort samenwerking tussen paddenstoel en plant, stelt het onderzoek. “Ze zoeken levende wortels op, die ze stikstof aanbieden – een belangrijke voedselbron voor planten en bomen. Daar krijgen de schimmels vervolgens koolstof van de plant voor terug”, vertelt hoofdonderzoeker Christoffer Bugge Harder.
Opportunistisch
Op zich zijn deze schimmels daar niet uniek in. “Andere schimmels, zoals het geslacht Amanita, staan ook bekend om hun samenwerking met levende planten, een vaardigheid die ze vele miljoenen jaren geleden hebben ontwikkeld.” Het grote verschil tussen de soorten is dat schimmels als Amanita hun vermogen hebben verloren om te kunnen overleven zonder hun gastheren. Bugge Harder: “Mycena zijn daarin meer opportunisten. Ze kunnen gemakkelijk groeien zonder planten binnen te dringen, maar als de kans zich voordoet, is het een handige bonus.”
Welke categorie?
Naast ‘saprotrofe’ ontleding van dode resten, en de mutualistische samenwerking kunnen de schimmels misschien zelfs parasitair zijn, stellen de onderzoekers. Door al die opties is Mycena lastig in te delen in de traditionele categorieën voor schimmels (zie kader), maar lijkt het eerder alsof de schimmel ergens tussen de ecologische niches valt. “De strikte scheiding werd al steeds vaker in twijfel getrokken”, aldus Bugge Harder, “Ons Mycena-onderzoek draagt daar aan bij.” Verder hopen onderzoekers dat het feit dat de paddenstoelen zich onder gunstige omstandigheden zo kunnen evolueren ons in de toekomst meer kan zeggen over schimmel-plant-interacties en over de evolutie van schimmels.
Traditioneel worden schimmels in drie categorieën gedeeld: 1. Saprofytisch: soorten die zich gespecialiseerd hebben in het leven van niet-levend plantmateriaal. 2. Parasitair: soorten die zich voeden met levende planten en 3. Mutualistisch: schimmels die symbiotisch samenleven met levende bomen en planten en voedingsstoffen uitwisselen met hun gastheer. De traditioneel strikte indeling van schimmels in drie ecologische niches wordt de laatste jaren steeds meer in twijfel getrokken. Mycena is een nieuw voorbeeld van een schimmel die geen boodschap lijkt te hebben aan de door mensen bedachte categorieën.
De noodzaak van evolutie
Want waarom zijn de schimmels überhaupt aan het evolueren? Waarschijnlijk door de mens, vertelt Bugge Harder. “Onze monoculturele plantages, met bomen en planten van dezelfde leeftijd, waren waarschijnlijk optimale omstandigheden voor de schimmel om zich aan te passen.” Normaal zijn er namelijk maar weinig kansen voor Mycena om zich op levende bomen te vestigen, omdat gespecialiseerde schimmels daar al aanwezig zijn en geen andere soorten toelaten. Bugge Harder: “Omdat in de door de mens gekweekte soortenarme plantages met jonge planten van dezelfde leeftijd gespecialiseerde schimmels zich nog moeten vestigen, krijgt Mycena ineens een kans. En die heeft de schimmel dus gegrepen.”