Deze rupsen, die in knusse tentjes wonen, zijn verrassend goed bestand tegen klimaatverandering

De westelijke tentrups, mogelijk heb je geen idee wat voor beestje dat is, kan iets bijzonders, namelijk uitstekend omgaan met klimaatverandering.

In het zuiden van Canada en een deel van de VS vormen de beestjes regelmatig een enorme plaag. De harige larven kronkelen in groten getale over wegen en kruipen tegen huizen op om daar met zijn allen een berg cocons te vormen.

Het mooie is dat onderzoeker Judith Myers, tot haar pensioen hoogleraar aan de Canadese University of British Columbia, al meer dan vijftig jaar onderzoek doet naar de rupsen. Zo kreeg ze een goed beeld van de golfbewegingen in aantallen, die de inheemse mottensoort doormaakte.

Knusse tentjes
De oranje-zwart gekleurde rupsen, die eigenlijk niet zoveel afwijken van de rupsen die we hier kennen, leggen eitjes die in april uitkomen. De larven blijven bij elkaar en bouwen zijden ’tenten’, zodat ze lekker warm en beschut zijn. Daar komt (uiteraard) ook hun naam vandaan. Ze eten vooral bladeren van de rode els en van fruitbomen.

Begin juni verlaten de larven hun tenten om veiligere plekken hoger boven de grond op te zoeken, waar ze zich verpoppen. Dat kan leiden tot smerige samenklonterende groepen rupsen op hekken, muren en huizen, waar veel mensen van walgen.

Rupsenplaag
Helemaal onschuldig zijn de diertjes ook niet. Tijdens grote uitbraken kunnen tentrupsen fruitbomen volledig kaalvreten. Op het Canadese Salt Spring Island leidde een ernstige plaag in 2012 tot het afgelasten van het jaarlijkse appelfestival. Toeristen die de Gulf Islands bezochten, hebben hun reis soms vroegtijdig afgebroken vanwege een rupsenplaag.

Maar de verschillen zijn zoals gezegd groot: de ene zomer krioelt het ervan en de andere zomer kom je ze nauwelijks tegen. Myers legt uit waarom de populaties zo hard heen en weer gaan. “In de loop der jaren hebben ikzelf en andere onderzoekers bevestigd dat een specifiek virus bij deze rupsen verantwoordelijk is voor de cyclische dalingen van de populaties, iets wat we ook bij andere mottensoorten zien.”

Wel is er iets geks aan de hand: het virus slaat overal tegelijkertijd toe. “Mijn onderzoekspartner Jenny Cory en ik hebben vastgesteld dat uitbraken gelijktijdig plaatsvinden op de eilanden en het vasteland. Tot onze verrassing ontdekten we dat, naarmate populaties toenemen, sommige vrouwtjesmotten tientallen kilometers moeten vliegen om hun eieren af te zetten in gebieden waar populaties eerder waren verdwenen.”

Bestand tegen klimaatverandering
Maar waar virussen dus een enorme invloed hebben op de rupsenstand, geldt dat juist niet voor klimaatverandering, tot grote verbazing van de onderzoekers. “Opmerkelijk genoeg hebben we in vijftig jaar geen enkel effect van de opwarming van de aarde gezien op deze insectenpopulaties. Ze zijn sterk aangepast aan hun omgeving. Ze liggen te zonnebaden als het koel is en zoeken beschutting in hun tenten als het warm is.”

Myers denkt dat we ons voordeel kunnen doen met deze informatie: “Misschien kunnen wij mensen iets leren van tentrupsen over ons eigen aanpassingsvermogen: zijn wij ook bezig onze eigen ‘bomen’ kaal te vreten met een wereldbevolking die de aarde niet kan dragen?”

Uitbraak is te voorspellen
Ondertussen blijft de rupsenstand opmerkelijk hard heen en weer gaan in de regio. “De laatste grote uitbraak was in 2023 zowel op de eilanden als op het vasteland”, zegt Myers. “Dit jaar vonden we slechts één tent in ons onderzoeksgebied op Galiano. Die instorting is typisch, maar tentrupsen zullen de komende zes tot acht jaar geleidelijk weer toenemen tot er een nieuwe uitbraak komt.”

En die is vrij nauwkeurig te voorspellen, denkt de onderzoeker. “Als de aantallen beginnen toe te nemen, kunnen we vaak drie jaar van tevoren een uitbraak zien aankomen. Dat is het moment om in april te gaan kijken naar kleine, harige larven en zijden tentjes in fruitbomen.”

En dan begint het hele proces opnieuw. Maar last van klimaatverandering hebben de tentrupsen in ieder geval niet.

De eikenprocessierups
In Nederland hebben we vooral last van de eikenprocessierups. Die leek zich de laatste jaren te hebben teruggetrokken. Er was een piekuitbraak in 2019 toen meer dan de helft van de eikenbomen onder de rupsen zat. Veel mensen kregen de haartjes van de dieren op zich, wat leidde tot bultjes die hevig jeukten. In de jaren daarna daalden de populaties hard, maar sinds dit jaar is er weer een stijging, al is die nog lang niet vergelijkbaar met de piek zes jaar geleden. Op gemiddeld 6 procent van de eikenbomen is de eikenprocessierups aangetroffen. De huidige toename is eenvoudig te verklaren door het warme voorjaar. De rupsen komen daardoor eerder uit hun eitjes gekropen en ontwikkelen zich sneller. Bijkomend probleem is dat het warmere weer ervoor zorgt dat de rupsen lager in eikenbomen blijven waardoor er meer haartjes op mensen terechtkomen. In het algemeen is klimaatverandering een oorzaak voor de toegenomen aantallen eikenprocessierupsen in ons land. Doordat het warmer is, gedijen de diertjes hier beter en door de warmere winters overleven meer larven de wintermaanden.

Bronmateriaal

"Long-term population dynamics of western tent caterpillars: History, trends and causes of cycles" - Journal of Animal Ecology
Afbeelding bovenaan dit artikel: Iain Myers-Smith

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd