Het is voor het eerst dat onderzoekers fysieke aanwijzingen hebben gevonden voor een romance tussen moderne mensen en Denisovamensen in Azië.
Eerder dit jaar maakten onderzoekers bekend dat ze in een grot op het Tibetaans Hoogland de resten van een Denisovamens hadden ontdekt. Een sensationele vondst. Tot die tijd waren de weinige fossiele resten die ons van Denisovamensen bekend waren, namelijk allemaal afkomstig uit een enkele grot in Siberië. Met de vondst van een 160.000 jaar oude onderkaak van een Denisovamens in China kwam daar verandering in.
Drie wortels
Wetenschappers hebben zich nu nog eens over die onderkaak gebogen en een interessante ontdekking gedaan, zo meldt het blad Proceedings of the National Academy of Sciences. De onderkaak blijkt namelijk een driewortelige kies te herbergen. Een vrij unieke eigenschap, zo vertelt onderzoeker Shara Bailey, verbonden aan de New York University, aan Scientias.nl. “Een onderkies met drie in plaats van twee wortels is heel zeldzaam en tref je vrijwel alleen aan in moderne Aziatische populaties.”
Vermenging
Waar in sommige Aziatische populaties tot wel 40% van de mensen driewortelige kiezen bezit, loopt het percentage mensen met driewortelige kiezen in niet-Aziatische populaties uiteen van 0 tot 3,4%. Tot voor kort verklaarden onderzoekers dat door te stellen dat bepaalde mutaties ervoor gezorgd hadden dat moderne mensen nadat ze Afrika verlieten en Azië koloniseerden deze driewortelige kiezen verkregen. De ontdekking van een driewortelige kies in een onderkaak die toebehoort aan een Denisovamens die zo’n 160.000 jaar geleden in China leefde, verandert echter alles. “Het feit dat dergelijke kiezen ook aangetroffen worden onder Denisovamensen in Azië (en nergens anders) suggereert dat deze eigenschap geëvolueerd is binnen deze archaïsche menssoort in Azië.” En vervolgens doordat deze Denisovamensen zich in Azië met moderne mensen mengden, ook bij moderne mensen terecht is gekomen.
Het idee dat driewortelige kiezen onder Denisovamensen zijn ontstaan, wordt niet alleen onderschreven door de onderkaak die op het Tibetaans Hoogland is aangetroffen. Een paar jaar geleden hebben onderzoekers in Taiwan namelijk ook resten van een mensachtige met driewortelige kiezen aangetroffen. Inmiddels wordt aangenomen dat ook deze resten toebehoren aan een Denisovamens. Onder meer omdat deze verschillende morfologische kenmerken van een Denisovamens heeft, waaronder vrij grote kiezen. “Maar we hebben er nog geen DNA of eiwitten aan kunnen onttrekken, dus we kunnen niet met zekerheid zeggen dat het een Denisovamens is,” benadrukt Bailey.
DNA-onderzoek
Dat Denisovamensen en moderne mensen het in Azië gezellig maakten, is niet nieuw. Eerder bleek uit DNA-onderzoek al dat de twee mensensoorten zich met elkaar vermengd hebben. Maar de kies is volgens Bailey het eerste fysieke bewijs voor die vermenging. En ze verwacht niet dat het bij deze ene kies blijft. “Ik verwacht dat we in Azië meer bewijs voor vermenging van Denisovamensen en moderne mensen gaan vinden.” Of dat op korte termijn gaat gebeuren, hangt volgens Bailey sterk af van de vraag of we erin slagen om duidelijke eigenschappen aan te wijzen waarmee Denisovamensen zich in eerste instantie van onze voorouders onderscheidden, maar die onze voorouders zich later door vermenging eigen hebben gemaakt. In hun paper wijzen Bailey en collega’s erop dat recent in Azië verschillende resten van Homo sapiens zijn teruggevonden met een aantal primitieve kenmerken. Mogelijk zijn ook die eigenschappen afkomstig van Denisovamensen. “Als de driewortelige kies door archaïsche mensen aan Homo sapiens is doorgegeven, kunnen andere eigenschappen zo ook zijn overgedragen.”
Het onderzoek naar waar en wanneer mensachtigen en moderne mensen het gezellig maakten, is heel belangrijk, stelt Bailey. “Het vertelt ons meer over onze eigen evolutie en welke eigenschappen we door vermenging hebben verkregen.” Ze haalt daarbij een recent onderzoek aan dat aantoonde dat Tibetanen dankzij genetisch materiaal dat hun voorouders door romances met Denisovamensen hebben verkregen, beter op grote hoogte kunnen overleven. Het is een mooi voorbeeld van hoe genen van inmiddels uitgestorven mensachtigen bijdragen aan het evolutionaire succes van moderne populaties. “Hoe meer bewijs we vinden voor vermenging, hoe groter die invloed van archaïsche populaties op onze eigen evolutie en succes zal blijken te zijn.”