Onderzoekers richten zich nu op antibiotica, vaccins en ontstekingsremmers om te kijken wat ze kunnen betekenen.
Dementie behoort wereldwijd tot één van de belangrijkste doodsoorzaken. De ziekte van Alzheimer, een van de meest voorkomende vormen van dementie, is een belangrijke factor. In sommige landen, zoals in westerse landen, neemt het aantal sterfgevallen door dementie toe en wordt het zelfs vaak gezien als een topdoodsoorzaak bij ouderen. Onderzoekers zijn dan ook naarstig op zoek naar manieren om dementie te bestrijden. En misschien ligt de oplossing wel in medicijnen die we al kennen.
Dementie is een ingrijpende ziekte die steeds meer mensen treft. Door de vergrijzing verwachten wetenschappers dat het aantal mensen met dementie tegen 2040 verdubbelt, van 290.000 naar meer dan een half miljoen. De impact is niet alleen medisch, maar ook sociaal en economisch, aangezien dementie vaak langdurige zorg vereist. Wereldwijd wordt de economische impact van dementie geschat op meer dan 1 biljoen Amerikaanse dollar. Gelukkig zijn er verschillende manieren om het risico op deze slopende ziekte te verkleinen. Naast een verkwikkend middagdutje kunnen ook een actief sociaal leven, voldoende beweging en een gezond eetpatroon een groot verschil maken.
Hoewel er veel inspanningen worden geleverd, blijft het ontwikkelen van medicijnen die dementie kunnen afremmen, of zelfs voorkomen, tot nu toe tegenvallen. Tot voor kort waren dementiemedicijnen vooral gericht op het verlichten van symptomen, met maar een beperkt resultaat. Recentere medicijnen, zoals lecanemab en donanemab, hebben echter laten zien dat ze de ophoping van amyloïde plaques in de hersenen – een kenmerk van de ziekte van Alzheimer – kunnen verminderen en de ziekteprogressie kunnen vertragen. Toch concludeerde het Engelse National Institute for Health and Care Excellence dat de voordelen onvoldoende waren om goedkeuring voor gebruik te rechtvaardigen.
Bestaande medicijnen
Kortom, de ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen dementie verloopt stroef. Daarom richten steeds meer wetenschappers zich op bestaande medicijnen om te onderzoeken of ze een nieuwe rol kunnen spelen in de behandeling van dementie. Omdat we al weten hoe veilig deze medicijnen zijn, kan het proces om ze in klinische tests te brengen veel sneller verlopen. “We hebben dringend nieuwe behandelingen nodig om dementie te vertragen of, nog beter, om het te voorkomen”, onderstreept Ben Underwood, verbonden aan de afdeling psychiatrie van de Universiteit van Cambridge. “Als we medicijnen kunnen vinden die al goedgekeurd zijn voor andere aandoeningen, kunnen we ze sneller testen en – belangrijker nog – veel sneller beschikbaar stellen voor patiënten dan bij volledig nieuwe medicijnen. Omdat ze al op de markt zijn, is de kans groter dat ze goedkoper zijn en daardoor sneller goedgekeurd worden voor gebruik.”
Studie
In een onlangs gepubliceerde studie in Alzheimer’s and Dementia: Translational Research & Clinical Interventions voerden Underwood samen met zijn collega’s een systematische review uit van de bestaande wetenschappelijke literatuur. Ze zochten naar bewijs van voorgeschreven medicijnen die het risico op dementie kunnen beïnvloeden. Systematische reviews stellen onderzoekers in staat om verschillende studies te combineren, zelfs wanneer het bewijs zwak of tegenstrijdig is, zodat ze tot robuustere conclusies kunnen komen.
130 miljoen mensen
Het team analyseerde maar liefst 14 studies waarin gebruik werd gemaakt van enorme klinische datasets en medische dossiers, met gegevens van meer dan 130 miljoen mensen en 1 miljoen dementiegevallen. Hoewel ze tegenstrijdigheden vonden in de identificatie van specifieke medicijnen die het risico op dementie beïnvloeden, ontdekten ze wel verschillende medicijnklassen die geassocieerd zijn met een veranderd risico.
Antibiotica, vaccins en ontstekingsremmers
De onderzoekers ontdekten verschillende medicijnen die al goedgekeurd en in gebruik zijn, maar die mogelijk een tweede leven kunnen krijgen in de behandeling van dementie. Een verrassende ontdekking was het verband tussen antibiotica, antivirale middelen en vaccins, en een verlaagd risico op dementie. Dit ondersteunt de hypothese dat veelvoorkomende vormen van dementie mogelijk het gevolg zijn van virale of bacteriële infecties. Het sluit ook aan bij recent onderzoek naar vaccins, zoals het BCG-vaccin tegen tuberculose, en het verminderde risico op dementie. Ook ontstekingsremmende medicijnen zoals ibuprofen lijken het risico op dementie te verlagen. Ontsteking wordt steeds vaker gezien als een belangrijke factor in tal van ziekten. Het feit dat sommige genen die het risico op dementie verhogen deel uitmaken van ontstekingsroutes, versterkt deze theorie.
Verband
Ondanks deze veelbelovende bevindingen blijven de onderzoekers terughoudend in hun conclusies. “Ons onderzoek legt niet uit waarom er mogelijk een verband bestaat”, vertelt Underwood in een interview met Scientias.nl. “Het is mogelijk dat deze middelen invloed hebben op het dementieproces, dat ze het risico verlagen door hun antimicrobiële werking, of dat er helemaal geen oorzakelijk verband is. Bijvoorbeeld, mensen die zich laten vaccineren, kunnen meer met hun gezondheid bezig zijn, minder roken, en dit kan het lagere risico op dementie verklaren. Daarnaast is het ook belangrijk te vermelden dat geen enkel medicijn consistent naar voren kwam in onze studie.”
Tegenstrijdig bewijs
Het team stuitte bovendien op tegenstrijdig bewijs voor verschillende medicijnklassen. Sommige bloeddrukmedicijnen en antidepressiva – en in mindere mate diabetesmedicatie – bleken het risico op dementie te verlagen, terwijl andere juist het tegenovergestelde effect hadden. “Omdat een bepaald medicijn wordt geassocieerd met een veranderd risico op dementie, betekent dit niet per se dat het de oorzaak is of juist helpt bij dementie”, legt lianna Lourida van de Universiteit van Exeter, uit. “We weten bijvoorbeeld dat diabetes het risico op dementie verhoogt, dus iemand die medicijnen gebruikt om de glucosespiegel te reguleren, heeft ook een hoger risico op dementie – maar dat betekent niet dat het medicijn het risico verhoogt.”
Medicijnen
Toch is de studie een klein stapje voorwaarts. “Er zijn grootschalige proeven in het Verenigd Koninkrijk gepland om bestaande medicijnen tegen dementie te testen”, vertelt Underwood. “Deze medicijnen kunnen al dit jaar aan die studies worden toegevoegd. Als ze effectief blijken, kunnen ze – omdat ze al goedgekeurd zijn – snel beschikbaar worden voor patiënten. Het voordeel van hergebruikte medicijnen is dat we vaak al meer weten over de bijwerkingen, waardoor ze sneller in klinisch gebruik kunnen worden geïntroduceerd.”
Dementie
Daarnaast geeft de studie ons ook meer inzicht in dementie. De bevindingen versterken bijvoorbeeld de hypothese dat infecties, ontstekingen en andere biologische processen bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte, wat nieuwe wegen opent voor toekomstig onderzoek. “De studie biedt fascinerende inzichten, waarvan sommige worden ondersteund door bevindingen uit andere wetenschappelijke vakgebieden”, merkt Underwood op. “Zo hebben genetische studies ook gesuggereerd dat ontstekingen een belangrijke rol kunnen spelen bij dementie. Bovendien is het inmiddels aangetoond dat andere hersenziektes, zoals multiple sclerose, ontstaan door virale infecties.”
De onderzoekers zetten hun studie onvermoeibaar door. Want door het herbestemmen van medicijnen die al goedgekeurd zijn voor andere aandoeningen, kunnen behandelingen sneller beschikbaar worden voor patiënten, wat een aanzienlijke doorbraak zou kunnen betekenen voor de strijd tegen dementie. “We hopen dat onze studie nieuwe deuren opent in de zoektocht naar de oorzaken van dementie”, aldus Underwood. “Tegelijkertijd verwachten we dat het ons helpt medicijnen te ontdekken die we kunnen testen en die mogelijk effectief zijn. Ons doel is om daarmee broodnodige nieuwe behandelingen voor dementie te vinden – en het proces om deze sneller bij patiënten te krijgen, te versnellen.”