Op social media kan het maatschappelijk debat soms flink ontsporen. Radicalisering en demonisering liggen op de loer. Maar die polariserende discussies komen ergens vandaan: ze worden gevoed door het politieke debat in de Tweede Kamer. Wetenschappers uit Utrecht hebben met een enorme tekstanalyse uitgezocht hoe die dynamiek in zijn werk gaat.
Ze onderzochten bijna 50 miljoen berichten op social media over de Nederlandse politiek. “We hebben data geanalyseerd van verschillende openbare bronnen: publiek toegankelijke groepen en accounts op X (voorheen Twitter) en Telegram die de Nederlandse taal gebruiken. Deze berichten onderzochten we middels verschillende methodes”, vertellen onderzoekers van de Data School van de Universiteit Utrecht aan Scientias.nl. “We voerden netwerkanalyses uit om te kijken hoe gebruikers op de platformen zich tot elkaar verhouden. Op deze manier konden we grotere groepen in de data herkennen, bijvoorbeeld gebruikers die voornamelijk rond een bepaalde politieke partij of een bepaald onderwerp actief waren.”
Tribunalen en doodsbedreigingen
De termen die bijvoorbeeld in rechts-radicale groepen werden gebruikt, konden in mum van tijd overslaan naar de Tweede Kamer en zich vervolgens weer verder verspreiden. “Middels grootschalige tekstanalyses onderzochten we de berichten ook inhoudelijk. We identificeerden hiermee onder meer woorden die kunnen duiden op dreiging of zelfs radicalisering. Zo onderzochten we hoe het gebruik van het woord ‘tribunalen’ in de Tweede Kamer het publieke debat op X beïnvloedde. We constateerden hierbij dat Kamerleden een term die voorheen enkel gebruikt werd in kleine radicale groepen heel snel bij een groot publiek weten te krijgen. Hierna zagen we de term een vast onderdeel van het taalgebruik richting politici worden”, leggen de onderzoekers uit.
Escalatieladder
De wetenschappers besloten de enorme bulk aan data te labelen en kwamen zo tot een ‘escalatieladder’. “Om een beter inhoudelijk begrip van de data te krijgen, hebben we ook nog 10.000 berichten handmatig gelezen en gelabeld. We keken hierbij specifiek of berichten bedreigende content bevatten, en deelden deze in op een zogenaamde ‘escalatieladder’, die van dehumaniserende berichten tot doodsbedreigingen loopt. Die berichten van openbare bronnen zijn vervolgens naast de openbare notulen van Tweede Kamerdebatten en de mediaberichtgeving daarover gelegd. Zo is onderzocht of er relaties zijn tussen het debat in de Tweede Kamer en radicalisering in de onlinesfeer, bijvoorbeeld wat betreft de oorsprong van bepaalde termen of ideeën”, aldus de onderzoekers.
Dehumanisering en demonisering van politieke tegenstanders
Ze kwamen tot drie opmerkelijke conclusies: “Ten eerste is sprake van een wisselwerking tussen het parlementair debat en gesprekken op sociale media. Dit gaat niet alleen om een uitbreiding van het uitwisselen van argumenten in de Tweede Kamer naar een commentaar door betrokken burgers, er is ook sprake van een anti-institutioneel sentiment: er wordt desinformatie verspreid, en er is sprake van dehumanisering en demonisering van vermeende politieke opponenten.”
Telegram extremer dan X
“Daarnaast zijn parlementaire debatten vrijwel in realtime verbonden met commentaar op sociale media, met name X. Telegram is een platform waar meer extreme en radicale uitingen voorkomen, en staat dus verder af van deze debatten. Het is meer een verzamelpunt voor algemeen anti-institutionele sentimenten. Het aandeel dehumaniserende, demoniserende berichten en de aanwezigheid van complottheorieën is hier duidelijk groter dan op X”, zegt de onderzoeker.
Kruisbestuiving van desinformatie en complottheorieën
Wanneer er radicale uitingen in het parlement worden gedaan, kan dit extreme gedachtegoed overslaan op grote groepen mensen die online actief zijn. “De Kamerleden kunnen een rol spelen in het snel verspreiden van extreem gedachtegoed naar een breder publiek. Dit kan vervolgens leiden tot een normalisering van het gedachtegoed en de manier hoe het debat gevoerd wordt. Zo werd het woord tribunalen nadat dit in de kamer door Pepijn van Houwelingen (FvD) werd genoemd, vast onderdeel van de politieke retoriek op Twitter. Ook ‘heks’ werd op die manier een vast onderdeel in de conversaties op sociale media. Het is aan de Kamer om afspraken te maken over de manier van omgang met elkaar als politici en de woordkeuze in het parlementaire debat maar ook op sociale media.”
Sterke dynamiek
Er zijn in het onderzoek geen individuen gevolgd, de focus lag op de grotere dynamieken: de manier waarop radicale uitingen zich van de randen van de maatschappij verplaatsen naar de mainstream en zelfs de Tweede kamer, het hart van onze democratie. “We zijn verrast door de soms erg directe wisselwerking tussen retoriek die in de Tweede Kamer gebruikt wordt en conversaties op sociale media. Ook valt ons op dat extreme posities en woordkeuzes die in extremistische Telegram-kanalen gehanteerd worden via politici hun weg kunnen vinden naar de Kamer en de achterban op Twitter. Uitspraken in de Tweede Kamer hebben een meetbaar en blijvend effect op de manier waarop online over politici wordt gesproken.”
Extreme uitingen normaliseren razendsnel
Intimiderend taalgebruik jegens politici normaliseert op deze manier in snel tempo. De weerstand tegen een term als ‘volkstribunaal’ neemt af, terwijl het politieke klimaat steeds intimiderender wordt. “Ons valt op dat deze radicaliserende termen erg snel normaliseren: hoe vaker een term wordt herhaald – door Kamerleden, maar ook door gebruikers van sociale media – hoe normaler het wordt. De ophef neemt af, maar de term blijft onderdeel van het taalgebruik”, besluiten de onderzoekers.