De komende 100 jaar dreigen meer dan 500 vogelsoorten uit te sterven, waaronder ook een aantal zeer markante exemplaren. Daarvoor waarschuwen onderzoekers.
Dat is te lezen in het blad Nature Ecology & Evolution. Voor het onderzoek bestudeerden wetenschappers bijna 10.000 vogelsoorten. Ze maakten daarvoor gebruik van data, afkomstig van de Rode Lijst van de International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN). Geholpen door die data stelden de onderzoekers voor elke soort vast met welke bedreigingen deze te maken heeft. Vervolgens schatten ze op basis daarvan voor elke soort in hoe groot de kans op uitsterven is.
Veel vogels
Het onderzoek onthult dat de komende 100 jaar zeker 500 vogelsoorten dreigen te verdwijnen. En dat is echt heel veel: ongeveer drie keer meer dan er tussen het jaar 1500 en nu zijn uitgestorven! “We staan voor een vogeluitstervingscrisis die zijn weerga in de moderne tijd niet kent,” zo concludeert onderzoeker Kerry Stewart.
Markante figuren
Extra zorgwekkend is dat onder de soorten die de komende eeuw dreigen te verdwijnen, ook een aantal markante figuren zijn. De onderzoekers noemen dan bijvoorbeeld de helmneushoornvogel – die wel 110 tot 120 centimeter lang kan worden en een schaterlach-achtig geluid voort kan brengen (je ziet ‘m boven dit artikel). Of de penseelparasolvogel. Of de kleine, kleurrijke kortsnavelhoningasitie met zijn gebogen, lange snavel. Als dit soort vogels verdwijnen, zou ook de variatie in vogelvormen en -groottes wereldwijd sterk afnemen, zo waarschuwen de onderzoekers. En zo dreigt de wereld dus welbeschouwd een stuk saaier te worden. Want met deze 500 vogels verliezen we bijzondere verschijningen, maar ook geluiden en kleuren en voor deze vogels unieke gedragingen, waar mogelijk ook hun ecosystemen lastig zonder kunnen.
Herstelprogramma’s
Is er dan niets wat we kunnen doen om te voorkomen dat deze 500 vogelsoorten voorgoed verdwijnen? Zeker wel, zo stellen de onderzoekers. In veel gevallen hebben vogels namelijk met name te lijden onder ons: de mens. Ze worden bijvoorbeeld bedreigd door verlies van leefgebied, de jacht of klimaatverandering. De oplossing is op papier eenvoudig: stoppen met jagen, bomen omhakken en het uitstoten van broeikasgassen. Maar zelfs als dat in de praktijk allemaal op korte termijn zou lukken, zijn meer dan 250 soorten nog steeds gedoemd om uit te sterven, zo schrijven de onderzoekers. “Veel vogels zijn reeds zo bedreigd dat het niet genoeg is om de impact die wij op die vogels hebben, te beperken,” legt Stewart uit. “Deze soorten hebben speciale herstelprogramma’s nodig, zoals fokprogramma’s en projecten gericht op herstel van hun leefgebied, om te kunnen overleven.”
Keuzes
Er is dus werk aan de winkel. Maar waar moeten we beginnen en waarmee? Ook daar hebben de wetenschappers onderzoek naar gedaan. Inzetten op behoud van leefgebied blijkt de beste keuze als je zoveel mogelijk vogelsoorten voor ondergang wilt behoeden. Maar het aanpakken van door mensen veroorzaakte bedreigingen – zoals verlies van leefgebied – is op zichzelf niet genoeg, zo benadrukt onderzoeker Manuela Gonzalez-Suarez nog eens. “Tussen de 250 en 350 soorten zullen aanvullende maatregelen nodig hebben – zoals fokprogramma’s en herstel van leefgebieden – om deze eeuw te overleven.” Je kunt je natuurlijk afvragen of het haalbaar is om voor al die vogels zo’n (duur) herstelprogramma op te tuigen. Mocht dat niet lukken, is het misschien het overwegen waard om bijvoorbeeld de 100 meest unieke vogelsoorten prioriteit te geven, zo schrijven de onderzoekers. Dat zijn namelijk soorten die – met hun unieke morfologie of omvang – doorgaans een essentiële rol spelen in hun ecosystemen en lastig of niet te vervangen zijn. Bovendien zou het mogelijk moeten zijn om op deze manier om tot wel 68 procent van de vogelvormen en -groottes die nu dreigen te verdwijnen, te behouden. Tegelijkertijd erkennen de onderzoekers dat er ethisch gezien wel vraagtekens kunnen worden geplaatst bij een scenario waarin het behoud van de ene soort – vanwege zijn unieke uiterlijk of omvang – prioriteit krijgt boven het behoud van een andere, meer ‘gewone’ soort.
En zo geeft het onderzoek genoeg stof tot nadenken. Maar hoe we het ook precies gaan aanvliegen, vaststaat dat er op korte termijn wel iets moet gebeuren. “We moeten onmiddellijk actie ondernemen om door de mens veroorzaakte bedreigingen in alle leefgebieden terug te dringen en gerichte herstelprogramma’s op te zetten voor de meest unieke, bedreigde soorten,” concludeert Stewart.