De trompetvis is een handige jongen. Hij lift mee op de bagagedrager van grotere vissen, zoals de papegaaivis, in een poging om zijn prooi te verrassen. De roofvis is buiten de mens de enige diersoort waarvan bekend is dat hij ‘schuilt’ achter de rug van een groter dier als onderdeel van de jacht.
Je kunt het zien als een vorm van bewegingscamouflage. De trompetvis neemt niet de kleur van zijn omgeving aan, maar verbergt zich achter de rug van een ander dier, zodat hij onzichtbaar wordt. Tot die conclusie komen onderzoekers van de University of Cambridge door een vrij ingewikkelde constructie op te zetten. Ze hebben eerst handgeschilderde vismodellen en een kabelbaan gemaakt. Vervolgens plaatsten ze dit hele bouwsel vlakbij Curaçao op de bodem van de Caribische Zee, op een plek waar trompetvissen en papegaaivissen van nature veel voorkomen.
Na uren onderzoek in volledige duikuitrusting had het team genoeg beeldmateriaal van de reacties van de prooidieren op de langs bewegende vismodellen om de bijzondere camouflagetechniek van de trompetvis te kunnen bevestigen. “Wanneer een trompetvis heel dicht tegen de rug van een andere vissoort aan zwemt, is hij volledig uit het zicht verdwenen van het prooidier of wordt hij in ieder geval niet herkend als roofvis, omdat zijn vorm anders is”, legt Cambridge-onderzoeker Sam Matchette uit.
Uitstekende truc
Om hun bevindingen verder te testen, besloten de wetenschappers het gedrag van de trompetvis na te bootsen. Ze zetten daarom een onderwatersysteem op, waarlangs 3D-geprinte modellen van trompetvissen en papegaaivissen heen en weer bewogen, vastgebonden aan nylondraden. Juffertjes die vaak op het menu staan van de trompetvis werden volledig in het ootje genomen door het roofdier. Ze hadden niets door als de langwerpige trompetvis op de rug van de grotere papegaaivis meeliftte. Dit is dezelfde reactie als wanneer alleen een ongevaarlijke papegaaivis langskomt. Heel anders is de schrikreactie, het uit elkaar bewegen en op zoek gaan naar beschutting, als de trompetvis in zijn eentje door hun leefgebied zwemt.
Juffertjes herkennen gevaarlijke vissen
“Ik was verbluft door het enorme verschil in reactie van de juffertjes op de ‘gevaarlijke’ en de ‘ongevaarlijke’ vis. Het was prachtig om dit met eigen ogen te zien”, zegt Matchette. “We kunnen de ecologische relevantie van dit soort gedrag uitstekend toetsen door zulke experimenten in het wild uit te voeren”, vult de Britse zoöloog Andy Radford aan.
Hieronder zie je het schuilgedrag van de trompetvis:
Matchette verbleef met zijn collega Christian Drerup urenlang onderwater voor hun experiment. Ze observeerden en maakten camerabeelden. Ondertussen probeerden ze zo stil mogelijk in het water te blijven liggen om de resultaten niet te beïnvloeden. Het ‘schaduwgedrag’ van de trompetvissen bij papegaaivissen en andere herbivoren was al langer bekend bij de lokale duikers in het Caribisch gebied, maar dit bijzondere jachtgedrag was nog nooit wetenschappelijk onderzocht.
Aangetaste koraalriffen
De duikers zagen de camouflagetechniek vooral in gebieden waar het koraalrif aangetast is en de bodemstructuren minder complex zijn. Overal ter wereld worden de koraalriffen bedreigd door klimaatverandering, vervuiling en overbevissing. De onderzoekers denken dat de schuilstrategie daarom steeds vaker door dieren wordt ingezet als aanpassing aan de veranderende omstandigheden. “Het schaduwgedrag van de trompetvis werpt zijn vruchten af. Het is een nuttige strategie die de kans om vis te vangen vergroot. Het zou goed kunnen zijn dat dit gedrag in de toekomst steeds meer gaat voorkomen, aangezien er steeds minder structuren in de koraalriffen zijn om achter te verschuilen”, legt Cambridge-onderzoeker James Herbert-Read uit.
Uniek is het schaduwgedrag niet. Wij mensen deden het vroeger ook al. Jagers die het op eenden gemunt hadden, schuilden massaal met hun jachtgeweer achter hun eigen kartonnen versie van gedomesticeerde dieren – vaak een paardenmodel – ook wel stalking horses genoemd. Deze strategie is echter nooit overgenomen door niet-menselijke dieren en is ook nog nooit wetenschappelijk getest.