De seizoenen lijken stiekem toch van invloed te zijn op ons slaapgedrag

We houden geen winterslaap. Maar onze slaap is ‘s winters wel anders dan ‘s zomers.

Als het buiten donker en guur is, is het niet zo gek dat je bed en zachte lakens lonken. Veel mensen vinden het dan ook lekker om in de winter vroeg onder de wol te kruipen. Sommige dieren hebben het nog slimmer bekeken en houden, om de koude dagen door te komen, een welverdiende winterslaap. Maar in hoeverre hebben de seizoenen eigenlijk invloed op ons eigen slaapgedrag?

Zon
Of we nu nachtbrakers of ochtendmensen zijn; onze biologische klok wordt bepaald door de zon. En die zon, die schijnt in de winter een stuk minder dan in de zomer. Om maar met wat cijfers te strooien, op de donkerste dag van het jaar, 21 december, is het slechts zeven uur en drie kwartier licht. Op de langste dag, 21 juni, is het maar liefst 16 uur licht. Theoretisch gezien kunnen veranderende daglengtes – en de daarmee samenhangende blootstelling aan licht – in de loop van het jaar de duur en kwaliteit van onze slaap dus beïnvloeden. Wetenschappelijk bewijs dat dit ondersteunt, is echter schaars. Er zijn studies geweest waarin mensen hun eigen slaap beoordeelden en inderdaad een toename van de hoeveelheid slaap in de winter noteerden. Maar er zijn objectievere methoden nodig om wetenschappelijk goed te kunnen onderbouwen hoe de seizoenen onze slaap precies beïnvloeden.

Studie
Om dit verder te onderzoeken, bestudeerden wetenschappers gegevens van bijna driehonderd deelnemers die aan slaaponderzoeken hadden meegedaan. Dergelijke onderzoeken worden regelmatig uitgevoerd bij patiënten die met slaapproblemen worstelen. Deze mensen verblijven in dit geval in een speciaal laboratorium en worden gevraagd op een zo natuurlijk mogelijke manier te slapen – en dus ook geen wekker te zetten. Vervolgens worden met bepaalde instrumenten het type slaap alsmede de slaapduur bepaald. Hoewel de slaapstoornissen waar de deelnemers aan lijden de resultaten mogelijk kunnen beïnvloeden, zorgt dit wel voor een grote onderzoeksgroep die gelijkmatig over het jaar is verspreid, waardoor maand-tot-maandverschillen kunnen worden bestudeerd.

REM-Slaap
Uit de bevindingen, gepubliceerd in het vakblad Frontiers in Neuroscience, blijkt dat de seizoenen misschien toch – een beetje – invloed hebben op onze slaap. Zo ontdekten de onderzoekers in de loop van de seizoenen subtiele, maar opvallende veranderingen – en dat zelfs bij een stedelijke populatie die weinig wordt blootgesteld aan natuurlijk licht en juist veel aan kunstmatig licht. Zo blijkt dat de deelnemers in de herfst over het algemeen minder diep sliepen. Hoewel de totale slaaptijd in de winter ongeveer een uur langer leek te zijn dan in de zomer, was dit resultaat niet statistisch significant. De REM-slaap was in de winter echter wel duidelijk 30 minuten langer dan in de zomer.

De slaapfasen
Op basis van je hersenactiviteit is de activiteit ‘slapen’ in verschillende fasen onder te verdelen. Je begint met slaapfase 1. Deze duurt maar kort: de frequentie van de hersengolven loopt terug en je ademhaling wordt trager. Dan ga je door naar slaapfase 2: je spieren ontspannen en de activiteit in de delen van het brein die betrokken zijn bij het denken, redeneren en oplossen van problemen loopt nog verder terug. Deze fase duurt zo’n twintig minuten en wordt dan ingeruild voor fase 3 en fase 4. Samen vormen deze fases de ‘diepe slaap’: je hersenactiviteit is minimaal en je bent bijna niet wakker te krijgen. Deze diepe slaap duurt ongeveer een half uur. En dan gebeurt er iets geks. Je hersenen en lichaam gaan snel opnieuw de verschillende fases door tot je weer bij fase 2 bent. Maar in plaats van te ontspannen, gaat je hart nu sneller kloppen, wordt je ademhaling oppervlakkig en schieten je ogen heen en weer. De REM-fase is aangebroken, de fase waarin we levendige dromen ervaren. Na je eerste droom, doorloop je de verschillende fasen weer. Tijdens een gemiddelde nacht breng je ongeveer de helft van de tijd in lichte slaap door, 20 procent in diepe slaap en 25 procent in REM-slaap. 5 procent van de tijd zijn we heel kort even wakker.

Dat we blijkbaar in de winter een langere REM-slaap hebben, is een interessante ontdekking. Het is namelijk bekend dat de REM-slaap direct gekoppeld is aan het circadiaan ritme, die wordt beïnvloedt door veranderend licht. Hoewel het team erkent dat deze resultaten gevalideerd zouden moeten worden in een populatie die geen slaapproblemen ervaart, vermoeden ze dat seizoensveranderingen misschien nog groter zullen zijn in een gezonde populatie.

’s Winters anders dan ’s zomers
Het lijkt er dus sterk op dat onze slaap in de winter anders is dan in de zomer. En misschien hebben we zelfs als het buiten donker en guur is, wat extra uurtjes slaap nodig. Dat zou helemaal niet zo’n gekke gedachte zijn. “Seizoensgebondenheid is alomtegenwoordig in elk levend wezen op deze planeet,” zegt onderzoeker Dieter Kunz.

Het zou daarom misschien wel een goed idee kunnen zijn om onze gewoonten met de seizoenen te laten meebewegen. Wellicht kun je proberen in de winter eens wat eerder naar bed te gaan, zo opperen de onderzoekers. Want misschien dat dat veel mensen kan helpen om beter de donkere dagen door te komen. “We vragen in de winter nog steeds hetzelfde van onszelf als in de zomer; we presteren op hetzelfde niveau,” zegt Kunz. “En dat terwijl ons lichaam het in de winter wat moeilijker heeft. Dit heeft als gevolg dat we in februari of maart het gevoel hebben dat we ‘leeggelopen’ zijn. Het zou daarom goed zijn als samenlevingen hun slaapgewoonten – inclusief lengte en timing – aanpassen aan het seizoen, of school- en werkschema’s aanpassen aan de seizoensgebonden slaapbehoeften.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd