Vandaag is het 29 februari, schrikkeldag. Een correctie die één keer in de vier jaar wordt toegepast. Maar is dat nu werkelijk nodig?
Hoelang duurt een aards jaar? Als je in een ‘gewoon’ jaar (dus geen schrikkeljaar) op de kalender kijkt, zul je zeggen: 365 dagen. Maar de astronomie vertelt een ander verhaal. Een aards jaar duurt net zolang als een tripje van de aarde rond de zon, oftewel 365,2421875 dagen.
Correctie
Daar zit dus een verschil tussen. En dat levert op lange termijn een probleem op als we geen schrikkeldag ‘houden’. Na vier jaar lopen we namelijk een dag voor: je viert dan een dag voor de aarde zijn rondje rond de zon voltooid heeft, al nieuwjaarsdag. Door één keer in de vier jaar een extra dag in te voegen, wordt een dergelijk probleem – dat naarmate er meer tijd verstrijkt alleen maar groter wordt – voorkomen.
Tien verdwenen dagen
Dat een dergelijke correctie heel belangrijk is, wordt wel duidelijk als we even terug in de tijd gaan. Het is 1582 en de Juliaanse kalender is nog in zwang. Deze kalender begint – omdat er onvoldoende gecorrigeerd wordt – steeds meer uit de pas te lopen met de seizoenen. De lente begint in dat jaar bijvoorbeeld al op 10 maart. Hoe kon dat groeiende probleem worden opgelost? Paus Gregorius pakt het probleem stevig aan. Hij besloot in één klap tien dagen van de kalender te schrappen. Europeanen die op 4 oktober 1582 gingen slapen, werden de volgende dag op 15 oktober wakker. Het werd een hele toestand, omdat lang niet alle regio’s in het plan van paus Gregorius meegingen. Zo deden sommige provincies in Nederland het wel en andere weer niet. “Sommige provincies bleven de Juliaanse kalender handhaven,” vertelde Michiel van Straten die een boek schreef over de tien verdwenen dagen van 1582, eerder aan Scientias.nl. “Wanneer je uit zo’n provincie kwam en naar een provincie reisde waar de Gregoriaanse kalender wel was ingevoerd, reisde je dus vooruit in de tijd. Het was best een chaos.”
Schrikkelseconde
Dat is één zo’n extra dag in de vier jaar dus nog wel te overzien. Overigens is dat niet de enige correctie die zo af en toe wordt doorgevoerd. Vorig jaar werd er op 30 juni bijvoorbeeld een schrikkelseconde toegevoegd: die dag duurde dus één seconde langer dan normaal. Deze correctie werd doorgevoerd met het oog op de rotatie van de aarde. De aarde doet er 86.400,002 seconden over om een rondje rond haar as te draaien (dat is één dag), maar de kalender vertelt ons dat een dag 86.400 seconden lang is. Ook hier gaan kalender en werkelijkheid dus over een langere periode uiteen lopen. Een schrikkelseconde corrigeert dat. In tegenstelling tot de schrikkeldag wordt een schrikkelseconde niet met regelmaat ingevoerd. Dat komt doordat de rotatie van de aarde door meerdere factoren beïnvloed wordt: zo kan El Niño de aardse rotatie nog ietsje extra afremmen.
Hoe mooi ze ook zijn, onze kalenders slagen er niet in het ritme van de natuur te volgen. En dus blijven correcties op hun tijd noodzakelijk. In het geval van de schrikkeldag is dat eigenlijk helemaal niet zo erg; we krijgen een extra dag cadeau. Maak er wat moois van!