Het klinkt misschien onschuldig, maar dat is het zeker niet. Het stof tast namelijk de luchtkwaliteit in grote steden aan en versnelt mogelijk het smelten van gletsjers, waardoor de bestaande watercrisis in het gebied verergert.
Tot die conclusie komen Duitse onderzoekers nadat ze zich bogen over de stofproductie van het voormalige Aralmeer. Nog niet zo heel lang geleden was dit meer – met een oppervlakte van zo’n 68.000 vierkante kilometer – het op drie na grootste meer op aarde. Maar dat begint in de jaren zestig door toedoen van de toenmalige Sovjet-Unie te veranderen (zie kader).
Het machtige Aralmeer werd jarenlang gevoed door grote rivieren – zoals de Syr Darya en de Amu Darya – die smelt- en regenwater vanuit de omringende bergen naar het meer voerden. Maar in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw besluit de Sovjet-Unie het water van deze twee rivieren naar de droge vlaktes van Kazachstan, Oezbekistan en Turkmenistan te leiden. Er worden onder meer kanalen en dammen aangelegd om de rivieren af te tappen en de droge vlaktes in Azië geschikt te maken voor het verbouwen van gewassen. De aanpak van de Russen werkt, maar heeft een vernietigend effect op het Aralmeer dat veel minder water aangevoerd krijgt en in rap tempo kleiner wordt. In een paar decennia tijd daalt de zeespiegel 13 meter en vandaag de dag beslaat het meer nog een tiende van het oorspronkelijke oppervlak. De overige 90 procent is getransformeerd tot een droge, witte zoutvlakte die de naam Aralkum-woestijn heeft gekregen.
Eerder bleek het verdwijnen van het Aralmeer al verstrekkende gevolgen te hebben voor lokale gemeenschappen die rond het meer leven en ervan afhankelijk zijn; zo stortte de visserij volledig in. Ook veranderde het lokale klimaat, doordat het matigende effect dat het enorme meer op het klimaat had, verdween: de winters werden kouder en de zomers warmer en droger. Maar de effecten van het verdwijnen van dit meer worden niet alleen lokaal gevoeld, zo tonen onderzoekers nu aan; de ondergang van het Aralmeer zorgt ervoor dat heel Centraal-Azië de afgelopen 3 decennia 7 procent stoffiger is geworden.
Verdubbeling van stof
De onderzoekers trekken die conclusie op basis van modellen. De modellen onthullen dat de stofproductie van de groeiende Aralkum-woestijn tussen 1984 en 2015 bijna verdubbeld is. Waar de woestijn in 1984 nog zo’n 14 miljoen ton stof voortbracht, is dat in 2015 maar liefst 27 miljoen ton.
Landbouw
Een deel van dat stof wordt door winden meegevoerd en op korte afstand van het voormalige Aralmeer weer afgezet. Bijvoorbeeld op landbouwgronden langs de Syr Darya. Het zoute stof maakt het verbouwen van gewassen op die gronden lastiger.
Luchtkwaliteit
Maar daar blijft het niet bij; een deel van het stof schopt het nog veel verder en weet – meegevoerd door de wind – zelfs meer dan 800 kilometer verderop gelegen steden als Asjchabad (de hoofdstad van Turkmenistan) en Doesjanbe (hoofdstad van Tadzjikistan) te bereiken. In die steden draagt het stof bij aan een verslechterde luchtkwaliteit.
Gletsjers
Ook zijn er zorgen dat het zoute stof bijdraagt aan het smelten van de gletsjers die Centraal-Azië rijk is (zie kader). En zo verergert het stof en passant mogelijk de watercrisis waar dit deel van de wereld reeds mee te maken heeft.
Als je aan gletsjers denkt, denk je misschien allereerst aan Antarctica, Groenland en – wat dichter bij huis – misschien aan de Alpen. Minder bekend is dat ook Centraal-Azië gletsjers herbergt: hoog in de bergen zijn tienduizenden gletsjers te vinden, die samen zelfs de op twee na grootste ijsmassa op aarde vormen; alleen de ijsmassa’s op beide polen zijn groter. Voor de lokale bevolking zijn deze gletsjers heel belangrijk; het smeltwater dat de gletsjers ‘s zomers voortbrengen, is voor miljoenen mensen in het droge Centraal-Azië vrijwel de enige bron van water. Door klimaatverandering zijn veel van deze gletsjers de afgelopen decennia al veel kleiner geworden, waardoor de watervoorziening in het gedrang komt. En nu lijkt het verdwijnen van het Aralmeer dus ook een bijdrage te kunnen leveren aan de smelt van deze ijsmassa’s.
Gevaarlijk voor de gezondheid
En zo heeft het verdwijnen van het Aralmeer dus nogal wat voeten in de aarde. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het voormalige Aralmeer of de Aralkum-woestijn echt niet de enige stofproducent in de regio is. In Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan zijn nog wel meer (natuurlijke) woestijnen te vinden die flink wat stof voortbrengen. Maar toch zijn er met name zorgen over het stof uit het voormalige Aralmeer. Dat heeft vooral ook te maken met de samenstelling ervan. Zo is het een stuk gevaarlijker voor de volksgezondheid, omdat het – door toedoen van de landbouw die ooit rond het meer en de rivieren die het meer voedden werd bedreven – sporen van pesticiden en kunstmest bevat.
Meer onderzoek is nodig om de effecten van het verdwijnen van het Aralmeer verder uit te pluizen, zo stellen de onderzoekers. Zo is de grote vraag nog steeds welk effect de grote hoeveelheden stof die de Aralkum-woestijn voortbrengt voor het klimaat heeft. Meer inzicht daarin is belangrijk. Niet in de laatste plaats, omdat het voormalige Aralmeer lang niet de enige plek is waar zich inmiddels een groeiende woestijn bevindt. In het Midden-Oosten en Centraal-Azië zijn namelijk nog veel meer plekken waar woestijnen – mede door de terugtrekking van gletsjers in de hooggebergten en daaruit voortvloeiende droogte in lager gelegen gebieden – terrein winnen. En waar woestijnen groeien, wordt meer stof geproduceerd. Door meer inzicht te krijgen in het effect dat stof uit het voormalige Aralmeer op het klimaat heeft, hopen onderzoekers ook helder te krijgen wat de klimaatimpact is van stof afkomstig uit die andere (groeiende) woestijnen.