De perfecte schoonzoon of schoondochter bestaat niet

Overal ter wereld zijn er conflicten over partnerkeuze, zo blijkt uit onderzoek van psycholoog Shelli Dubbs van de Rijksuniversiteit Groningen. Ouders zien het liefst een schoonzoon of -dochter uit een goed gezin met dezelfde culturele en religieuze achtergrond. Kinderen zijn juist op zoek naar een aantrekkelijke partner die lekker ruikt en gevoel voor humor heeft.

Hoewel gearrangeerde huwelijken in Nederland en België niet of nauwelijks meer voorkomen, beïnvloeden ouders vaak genoeg de partnerkeuze van hun kind. Zo zijn er ouders die afspraakjes verbieden, die gevraagd en ongevraagd relatieadviezen verstrekken en die oordelen uitspreken over potentiële partners van hun kinderen.

Andere belangen
Overal ter wereld spelen dezelfde conflicten rondom partnerkeuze, alhoewel de intensiteit van de conflicten verschilt. Ogenschijnlijk lijken ouders en kinderen dezelfde belangen te hebben, namelijk zorgen dat hun genen in stand blijven. Toch is dit niet zo. “Een kind geeft vaak minder om de betrouwbaarheid van de partner als opvoeder”, aldus Dubbs. In noodgevallen, redeneert het, kan het zich met de nakomeling terugtrekken in het ouderlijk nest, om het daar op te voeden. Dit is niet in het belang van de ouders: die kunnen nu minder van hun schaarse tijd en geld aan andere kinderen en kleinkinderen besteden. Wat ideaal is voor het kind, is dus niet automatisch ideaal voor de ouders.”

UITERLIJK

Mensen die bij de keuze voor een partner gefocust zijn op de uiterlijke kenmerken, zijn vaak ongelukkiger in hun relatie.

Dochters
Vooral dochters hebben het zwaar. Zij worden door hun ouders scherper in de gaten gehouden. Daarnaast hebben dochters vaker conflicten met hun ouders. Dubbs: “Raakt een meisje zwanger, dan weet ze zeker dat ze veel tijd en energie zal moeten investeren in het opvoeden van haar kind. Voor jongens is de investering aanmerkelijk kleiner: soms maar een heel klein beetje tijd en wat sperma. Als een partner niet blijkt te bevallen, kan een jongen redelijk gemakkelijk weglopen. Voor meisjes zijn de gevaren dus aanmerkelijk groter – en ook ouders realiseren zich dat.”

Bronmateriaal

Persbericht Rijksuniversiteit Groningen

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd