De oermens gebruikte mogelijk geen werpsperen om mammoeten te doden, maar deze ingenieuze techniek

De speren werden schuin omhoog in de grond gezet, zodat ze veel effectiever een nietsvermoedend aanvallend dier zouden kunnen doorboren.

Hoe wisten vroege mensen 13.000 jaar geleden megafauna neer te halen? Gooiden ze speren met zorgvuldig gemaakte, vlijmscherpe Clovis-punten? Omringden ze mammoeten en mastodonten om ze met speren te steken? Of hadden ze het vooral op gewonde dieren gemunt? Archeologen vermoeden dat het antwoord misschien geen van al het bovenstaande is…

Clovis-punten
Ondertussen zijn er al talloze Clovis-punten opgegraven. Het zijn vaak het enige overblijfsel van een speer dat wordt gevonden. Dat komt omdat het houten deel van de speer en de pijnboomschors en veter die het geheel bijeenhielden, door de tand des tijds verloren gaan. Clovis-punten, die hun naam ontlenen aan de stad Clovis in New Mexico waar ze bijna honderd jaar geleden voor het eerst werden ontdekt, zijn gemaakt van stenen zoals vuursteen of jaspis. Ze variëren in grootte van een menselijke duim tot een gemiddelde iPhone en hebben een kenmerkende, vlijmscherpe rand met gegroefde inkepingen aan beide zijden van de basis. In de Verenigde Staten zijn er duizenden van gevonden; sommige zelfs in bewaarde mammoetskeletten.

Clovis-punten zijn te herkennen aan hun unieke gleuf zoals weergegeven in deze replica’s. Afbeelding: Scott Byram

In de grond geplant
Dat de oermens deze scherpe punten gebruikte om op mammoeten te jagen, is wel zo goed als zeker. Waar archeologen het echter nog niet over eens zijn, is hoe ze precies deze gigantische dieren neerhaalden. In een nieuwe studie doen onderzoekers een interessante theorie uit de doeken. Zo suggereren ze dat de oermens mogelijk het uiteinde van hun puntige speren tegen de grond zette en ze schuin omhoog richtte om een aanvallend dier te doorboren. De impact zou de speer dieper in het lichaam van het roofdier hebben gedreven, wat een krachtigere verwonding veroorzaakte dan de sterkste prehistorische jagers eigenhandig hadden kunnen aanrichten.

Gereedschap
De onderzoekers denken dat deze methode effectiever was dan het gooien van speren. Voor gemeenschappen van 13.000 jaar geleden was het waarschijnlijk essentieel om goede gereedschappen te maken. Deze gereedschappen moesten robuust zijn, omdat ze een beperkt aantal geschikte stenen hadden. “Het is dan ook logisch dat ze hun gereedschap niet wilden riskeren door het te gooien zonder zeker te weten of het dier geraakt zou worden,” zegt onderzoeker Scott Byram. Bovendien is het vervaardigen van Clovis-punten een tijdrovend klusje. Volgens Byram zou het dan ook heel belangrijk zijn geweest dat het wapen goed zou werken. “Het begon steeds logischer voor mij te worden dat dit wapen een ander doel had dan sommige andere gereedschappen,” gaat de onderzoeker verder. “In tegenstelling tot de ingekerfde pijlpunten was het een veel steviger wapen en werd het waarschijnlijk ook defensief ingezet.”

Studie
Om tot deze conclusies te komen, bestudeerde Byram onder andere verschillende historische teksten en kunstwerken. Daarnaast voerden de onderzoekers een experiment uit, waarbij ze specifiek keken naar jachttechnieken met ingegraven speren. Ze onderzochten hoe speren zich gedroegen bij de gesimuleerde kracht van een naderend dier. Zodra de geslepen steen het vlees doorboorde, werkte de speerpunt als een moderne holle punt kogel, wat ernstige wonden kon veroorzaken bij mastodonten, bizons en sabeltandtijgers. “De kracht die je met je arm kunt genereren is niets vergeleken met de kracht van een aanvallend dier,” legt onderzoeker Jun Sunseri uit. “Het verschil is enorm. Deze speren waren speciaal ontworpen om deze kracht op te vangen en de gebruiker te beschermen.”

Langlopend vraagstuk
De studie kan mogelijk een belangrijke bijdrage leveren om een langlopend vraagstuk in de archeologie op te lossen: hoe gebruikten gemeenschappen in Noord-Amerika eigenlijk de Clovis-punten, die tot de meest voorkomende vondsten uit de IJstijd behoren? Het nieuwe inzicht in hoe Clovis-punten mogelijk werden gebruikt als onderdeel van een geavanceerd jachtsysteem, verandert ons begrip van prehistorische jachttechnieken en de overlevingstrategieën van inheemse volkeren in de IJstijd. “De geavanceerde Clovis-technologie, die onafhankelijk in Noord-Amerika is ontwikkeld, getuigt van de vindingrijkheid en vaardigheden van vroege inheemse mensen die zij aan zij leefden met de nu uitgestorven megafauna,” zegt onderzoeker Kent Lightfoot.

In de komende maanden is het team van plan hun theorie verder te onderzoeken door een replica van een mammoet te bouwen. Vervolgens willen ze simuleren hoe een aanval eruit zou hebben gezien wanneer een ingegraven Clovis-punt speer in botsing kwam met een groot, snel bewegend zoogdier. “Af en toe vallen in de archeologie de puzzelstukjes op hun plek, zoals nu met Clovis-technologie,” concludeert Byram. “Dit biedt een frisse kijk op hoe mensen samenleefden met deze indrukwekkende dieren gedurende een groot deel van de menselijke geschiedenis.”

Bronmateriaal

"To kill mammoths in the Ice Age, people used planted pikes, not throwing spears, researchers say" - UC Berkeley
Afbeelding bovenaan dit artikel: Science Photo Library (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd