Moeders met HIV krijgen vaak kinderen met een verslechterd afweersysteem. We weten nu hoe dat komt: de borstmelk mist een belangrijk aminozuur.
Wetenschappers staan al een lange tijd voor een raadsel: moeders met HIV krijgen vaak kinderen met een verslechterd afweersysteem, zelfs als dat kind zelf geen HIV heeft. Maar hoe dat komt? Dat was lange tijd onduidelijk. Voor het eerst is er nu een verklaring gevonden: de borstmelk van vrouwen met HIV bevat aanzienlijk minder tryptofaan. Dat is een aminozuur dat belangrijk is voor het afweersysteem, de groei en de hersenontwikkeling van baby’s. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature Communications.
Biologische aanjager
Wereldwijd worden jaarlijks zo’n 1,3 miljoen kinderen geboren bij vrouwen met HIV. Helaas ligt het sterftecijfer onder deze groep vrijwel altijd hoger. Dat sterftecijfer blijkt moeilijk omlaag te krijgen: zelfs als de moeder speciale therapie heeft gevolgd om de overdracht van het virus te voorkomen blijken ook toekomstige baby’s kwetsbaarder. De nieuwe studie wijst dus op een mogelijke biologische aanjager achter dat hardnekkige sterftecijfer: moeders met HIV blijken minder tryptofaan in hun bloed te hebben, waardoor er ook minder tryptofaan in de borstmelk terechtkomt. Hierdoor krijgen pasgeboren kinderen minder van dit aminozuur binnen, dat vooral voor hen belangrijk is voor de ontwikkeling van het immuunsysteem en de vroege hersengroei. Het gevolg: kinderen die in de praktijk een stuk vaker ziek worden en groeiachterstanden oplopen.
De onderzoekers analyseerden in totaal 1.426 melkmonsters die gedurende 18 maanden waren verzameld van 326 vrouwen in Zambia. Van deze groep hadden 288 moeders HIV. De melk is verzameld tijdens meerdere meetmomenten, die begonnen vanaf één week na de bevalling. Met geavanceerde analysetechnieken werden meer dan 800 verschillende stoffen in de melk gemeten.
Om te toetsen of de bevindingen geen lokaal fenomeen waren is er ook op een tweede plek gemeten: Haïti. Deze tweede groep bestond uit 47 moeders die een speciale therapie hadden gevolgd die de verspreiding van HIV kan tegengaan. Voor de zekerheid hebben ze, naast het onderzoeken van de borstmelk, ook gekeken naar het bloed van de moeders. Bij alle metingen keken ze gericht naar hoeveel tryptofaan er aanwezig was.
De uitkomst was duidelijk: de borstmelk van moeders met HIV bevatte gedurende de hele onderzoeksperiode ongeveer de helft minder tryptofaan dan de borstmelk van vrouwen zonder hiv. Daarnaast blijkt dat ook in het bloedplasma van de moeders met HIV minder tryptofaan werd gevonden. Dat wijst volgens de onderzoekers waarschijnlijk op een systemisch gebrek met een naar gevolg: omdat er minder tryptofaan in het bloed van de moeder zit komt er uiteindelijk minder van dit aminozuur bij het kind terecht.
Veilige voedingsstrategie
Het onderzoek legt voor het eerst een link bloot tussen het hebben van HIV en het krijgen van vatbaardere kinderen. Ondanks dat is het team vooralsnog voorzichtig met het aanraden van specifieke behandelingen. Ze benadrukken dat eerst meer vervolgonderzoek nodig is om te weten welke voedingsstrategieën echt veilig zijn. Een voor de hand liggende mogelijkheid is het testen van pillen met extra tryptofaan. Helaas geldt ook: het simpelweg ‘bijvullen’ van de tryptofaanvoorraad kan een averechts effect hebben. Dit is omdat tryptofaan in het lichaam soms afgebroken wordt tot nare bijproducten die juist veel schade kunnen aanrichten. Daarnaast is ook nog niet bekend in hoeverre de stofwisseling, en daarmee de ‘verwerking’ van tryptofaanpillen door het lichaam, van moeders met HIV en bijbehorend kroost verschilt met dan van gezinnen die niet blootgesteld zijn aan HIV.
Hoofdonderzoeker Grace Aldrovandi, hoogleraar kindergeneeskunde en afdelingshoofd Infectieziekten aan de David Geffen School of Medicine (UCLA) laat weten: “We weten al jaren dat kinderen van moeders die met hiv leven grotere gezondheidsuitdagingen hebben, maar we begrepen nog niet volledig waarom. Dit onderzoek laat zien dat een tryptofaantekort een belangrijke achterliggende reden kan zijn voor de verschillen in afweer, groei en cognitie die we bij deze kinderen zien.”
Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!
Luister ook naar de Scientias Podcast:


