Verreweg de meeste mensen op de wereld vinden dat de rijken meer belasting moeten betalen, blijkt uit een enorm onderzoek van Ipsos in de achttien grootste economieën ter wereld. Toch gebeurt het niet. Het is tijd dat dat verandert, vinden de onderzoekers.
Ongeveer twee derde van de inwoners van de onderzochte G20-landen is voorstander van een extra belasting voor rijke mensen om grote opgaven te kunnen betalen, zoals klimaatverandering of gezondheidszorg. Een ongeveer even groot deel pleit voor een hogere inkomstenbelasting voor de hoogste inkomensgroepen en een hoger belastingtarief voor grote bedrijven.
Geld naar klimaat
De grootste steun voor een welvaartstax is er bij mensen in Indonesië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en India, waar driekwart of meer voorstander is. In Saoedi-Arabië en Argentinië zijn met 54 procent de minste inwoners fan van zo’n belasting. En twee derde van de Amerikanen, Fransen en Duitsers zou willen dat de rijksten zwaarder belast worden.
De studie ging ook over waar dat extra belastinggeld dan naar toe zou moeten gaan. En de mensen in de achttien grootste geïndustrialiseerde landen blijken een stuk meer begaan met het klimaat dan je misschien zou denken. Ruim 70 procent van de ondervraagden vindt dat de wereld direct in actie moet komen en binnen tien jaar de CO2-uitstoot fors moet terugdringen. Gek genoeg, zijn mensen in armere landen, zoals Mexico, Zuid-Afrika en Brazilië het daar nog meer mee eens dan bijvoorbeeld Japanners, Amerikanen en Italianen.
G20-top in aantocht
Het onderzoek komt niet helemaal uit de lucht vallen. Het wordt gepresenteerd in aanloop naar een G20-top met de ministers van Financiën die in juli in Brazilië samenkomen. Voor het eerst staat een welvaartsbelasting op de agenda om de grote crises van deze tijd aan te pakken.
Nu blijkt dat daar voldoende draagvlak voor is onder de bevolking kunnen er misschien ook echt stappen in die richting worden gezet. Behalve naar klimaat zou er ook meer geld moeten naar gezondheidszorg en betere rechten voor werknemers, vinden de ondervraagden. En de helft is het zelfs eens met minder populaire ideeën zoals een universeel basisinkomen of referenda om de democratie te versterken.
De G20 bestaat uit negentien landen, de Europese Unie en de Afrikaanse Unie. Dat is 21 denk je misschien, maar de Afrikaanse Unie zit er pas sinds september vorig jaar bij. De landen van de G20 zijn samen goed voor 80 procent van het wereldwijde bruto nationaal product en zo’n 75 procent van de wereldhandel. Ze vormen 60 procent van de wereldbevolking (voor toevoeging van de Afrikaanse Unie). De G20 bestaat pas sinds 1999 en wordt gevormd door de ministers van Financiën van de lidstaten, de presidenten van de centrale banken van de G7 en een aantal andere grote landen, en de voorzitter van de Europese Unie. Doel van de G20 is om samen te werken en te adviseren over het internationale financiële systeem. De leden zijn: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Frankrijk, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, de Europese Unie en de Afrikaanse Unie.
Heldere boodschap
“De boodschap aan politici kan niet duidelijker zijn. De overgrote meerderheid van de mensen in ’s werelds grootste economieën vindt dat er dit decennium nog direct grote maatregelen nodig zijn om klimaatverandering tegen te gaan en de natuur te beschermen”, zegt onderzoeker Owen Gaffney. “Tegelijkertijd vinden velen dat de economie voor hen niet werkt. Ze willen politieke en economische hervormingen. Dit kan verklaren waarom populistische leiders zo in opkomst zijn.”
Volgens Gaffney biedt de studie een duidelijk mandaat van de bevolking van de G20-landen: “Herverdeel de welvaart. Meer gelijkheid leidt tot een sterkere democratie die een eerlijke transformatie bevordert naar een stabielere planeet.”
Meer dan groei
Steeds meer mensen vinden ook dat de politiek verder moet kijken dan economische groei. Een kleine 70 procent stelt dat de gezondheid en het welzijn van mens en natuur voorop moeten staan in plaats van enkel te focussen op meer winst en welvaart. Economisch succes moet worden gedefinieerd aan de hand van de gezondheid en het welzijn van burgers, niet door hoe hard de economie groeit.
Als je de vorige uitkomsten bekijkt, zal het je misschien niet verbazen dat het vertrouwen in de overheid in veel landen laag is. Een kleine 40 procent van de ondervraagden denkt dat hun overheid kan worden toevertrouwd dat ze de juiste beslissingen neemt die ten goede komen aan een meerderheid van de mensen. Zowel de economie als de politiek zijn toe aan grootschalige hervormingen, meent ongeveer twee derde van de ondervraagden.
Ruk naar rechts
“Dit onderzoek toont opnieuw aan dat de meerderheid van de mensen in de G20-landen vindt dat het tijd is voor een economie die meer focust op welzijn, klimaat en gelijkheid. Maar de resultaten laten ook zien dat het vertrouwen in de overheid laag is, vooral in Europa. Met de recente Europese verkiezingen die een ruk naar rechts betekenen, moeten we overheden verantwoordelijk houden voor een economie die zowel goed is voor de mens als voor de planeet”, aldus Sandrine Dixson-Declève, voorzitter van Earth4All, die opdracht gaf voor het onderzoek.
Ook goed nieuws
Het klinkt allemaal behoorlijk negatief, maar er is ook goed nieuws: ruim 60 procent van de ondervraagden is positief over de eigen toekomst. Ze zien hun eigen leven dus zonnig tegemoet. Daar staat tegenover dat een veel lager percentage positief gestemd is over de toekomst van het eigen land en de wereld. Deelnemers uit opkomende landen, zoals Indonesië, Mexico, Brazilië, India en China zijn het meest optimistisch, terwijl deelnemers uit Europa en Japan – landen waar mensen het goed hebben – veel pessimistischer zijn over de toekomst. Ergens is dat opmerkelijk: je hebt het goed, er is niet directe rampspoed te verwachten en tóch ben je heel negatief over de toekomst van je land.