De evolutie van de mens is waarschijnlijk anders verlopen dan gedacht: “Bizar evolutionair patroon”

Niet alleen het klimaat speelde een belangrijke rol bij de evolutie van mensachtigen, ook de concurrentie tussen soorten deed een duit in het zakje. Het leidde tot een “bizar evolutionair patroon” volgens Cambridge-wetenschappers, die de begin- en einddatum van het bestaan van veel van onze voorouders moeten herzien.

Normaal gesproken wordt het klimaat verantwoordelijk gehouden voor het verschijnen en verdwijnen van de meeste mensachtigen. Eigenlijk gek, want bij veel andere dieren speelt de competitie tussen soorten een grotere rol. Nu blijkt dat dat bij mensen niet anders is.

Lang genegeerd
Sterker nog, voor het eerst is nu aangetoond dat concurrentie in de miljoenen jaren van menselijke evolutie een fundamenteel onderdeel was van soortvorming, oftewel het tempo waarin nieuwe soorten ontstaan. Bovendien is het evolutionaire patroon van onze afstamming vrijwel uniek. “We hebben de manier waarop competitie tussen soorten onze eigen evolutionaire stamboom heeft gevormd, altijd genegeerd”, zegt hoofdonderzoeker Laura van Holstein van Cambridge. “Het effect van klimaat op onze soort is echter maar een deel van het verhaal.”

Ecologische niche
Bij andere dieren ontstaan soorten om een ecologische niche op te vullen, legt de biologe uit. Neem Darwins vinken: sommigen ontwikkelden een grote bek om noten te kraken, terwijl anderen juist een kleine bek kregen om insecten te eten. Als er geen voedselbronnen meer over zijn, begint de concurrentiestrijd. Er komen geen nieuwe vinken meer bij, er sterven er alleen uit.

De onderzoekers hebben nu aangetoond dat iets dergelijks ook voor mensachtigen geldt: de meeste soorten zijn ontstaan toen er weinig competitie om voedsel en ruimte was. “Het patroon dat we zien bij veel vroege mensachtigen is hetzelfde als dat van andere zoogdieren. De soortvorming neemt eerst toe en vlakt dan af, waarna de uitsterving begint toe te nemen. Dit betekent dat de concurrentie tussen soorten een grote evolutionaire factor was”, aldus Van Holstein.

De Homo Heidelbergensis, een van de onderzochte mensachtigen in de studie. Afbeelding: The Duckworth Laboratory, University of Cambridge

Meer soorten
Maar toen ze onze eigen groep, Homo, onderzocht, ontdekte ze iets “bizars”. Bij de homo-stamboom die evolueerde tot de moderne mens, leidde de competitie tussen soorten juist tot het ontstaan van nog meer nieuwe soorten. Compleet het omgekeerde dus van wat bij bijna alle andere soorten gebeurde.

“Hoe meer Homo-soorten er waren, hoe meer soortvorming er was. Dus toen die niches gevuld waren, zorgde iets ervoor dat er nog meer soorten bijkwamen. Dit is in de hele evolutionaire geschiedenis nog vrijwel nooit gebeurd.” Wat er nog een beetje bij in de buurt komt, zijn keversoorten die op eilanden leven, waar gesloten ecosystemen tot ongebruikelijke evolutionaire trends kunnen leiden. “Het evolutiepatroon dat we bij de soort Homo zien, dat direct leidde tot de moderne mens, lijkt meer op dat van kevers op eilanden dan op dat van andere primaten of zelfs andere zoogdieren”, klinkt het verbaasd.

Fossielenonderzoek 
Een bijzondere ontdekking, maar dat was nog niet alles. Van Holstein maakte een nieuwe database met alle soorten mensachtigen waarvan ooit fossielen zijn gevonden. Ze kwam op 385 stuks. Maar fossielen zijn niet altijd betrouwbaar als het gaat om de datering. “Het oudste fossiel hoeft niet het vroegste lid van een soort te zijn.” Ze berekende daarom nieuwe begin- en einddata met behulp van moderne datamodellering voor de meeste bekende mensachtigen, 17 in totaal.

Ze ontdekte dat sommige soorten waarvan werd gedacht dat ze langzaam van de ene in de andere veranderden, maar niet afsplitsten, mogelijk wel een aftakking vormden van een bestaande soort. Dat betekent dat er veel meer mensachtigen tegelijkertijd samenleefden, en mogelijk concurreerden, dan tot nu toe gedacht.

Technologie
Die concurrentie was echter wel heel verschillend. De vroege mensachtigen, zoals de Paranthropus, breidden hun niche uit door bijvoorbeeld betere tanden te ontwikkelen, zodat ze ander voedsel konden eten. Onze eigen soort, de Homo, had vermoedelijk een heel ander concurrentiemiddel, namelijk technologie. “Stenen gereedschappen, vuur of bepaalde jaagtechnieken geven extreem veel flexibiliteit. Een soort die dat allemaal kan benutten, kan snel nieuwe niches vinden en hoeft niet lange tijd te overleven om nieuwe lichamelijke eigenschappen te ontwikkelen”, legt Van Holstein uit.

De Homo Erectus, die ook is onderzocht voor deze studie. Afbeelding: The Duckworth Laboratory, University of Cambridge

Ze denkt dat het vermogen om technologie te gebruiken ervoor zorgde dat de mensachtigen niet meer zo hard hoefden te concurreren om ruimte en voedsel en er dus een groot aantal Homo-soorten naast elkaar kon bestaan. Het leidde uiteindelijk tot de Homo sapiens, de ultieme generalisten. Concurrentie met een extreem flexibele generalist in bijna elke ecologische niche heeft waarschijnlijk bijgedragen aan het uitsterven van alle andere Homo-soorten.

“Hoewel dit lang is genegeerd, tonen onze resultaten aan dat concurrentie wel degelijk een belangrijke rol speelde bij de menselijke evolutie. Misschien nog wel het meest interessante is dat het bij onze eigen soort op een manier verliep, die we bij geen enkele andere soort tot nu toe hebben gezien”, besluit Van Holstein.

Bronmateriaal

"Diversity-dependent speciation and extinction in hominins" - Nature
Afbeelding bovenaan dit artikel:

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd