De eerste mensen verspreidden zich toch via een andere route, blijkt uit opgravingen op Oost-Timor

De mens was ook lang geleden al een bezige bij. Toch heeft ie er vermoedelijk langer over gedaan om Australië te bereiken dan tot nu toe gedacht. Dat blijkt uit de ontdekking van duizenden oude voorwerpen en dierenbotten in een grot op het Oost-Timor.

De Australische en Britse onderzoekers stellen op basis van de gevonden spulletjes in de Laili-grot op Oost-Timor dat de eerste mensen ongeveer 44.000 jaar geleden voet aan de grond zetten op het eiland en dus niet al eerder.

Toch geen toegangspoort
Het is interessant hoe ze tot die conclusie kwamen. “In tegenstelling tot op andere locaties in de regio zijn er in de Laili-grot diepgelegen sedimenten bewaard gebleven, die dateren van 59.000 tot 54.000 jaar geleden en daarin zijn geen duidelijke tekenen van menselijke bewoning gevonden”, zegt onderzoeker Shimona Kealy van het Australische ANU College.

“Doordat er ook op andere locaties op Oost-Timor en het nabijgelegen eiland Flores geen signalen van mensen zijn gevonden, kunnen we met zekerheid zeggen dat er ook in de wijde omtrek geen mensen waren in het gebied. Dit is belangrijk omdat altijd werd gedacht dat deze eilanden voor de eerste mensen de toegangspoort vormden tot Australië.”

Nieuwe route
Lange tijd werd Oost-Timor gezien als een tussenstap voor de migratie van mensen van het vasteland van Zuidoost-Azië naar het Australische continent, maar de nieuwe bevindingen trekken dat idee in twijfel. “Dat er tot 50.000 jaar geleden nog geen mensen op Oost-Timor waren is opmerkelijk, omdat het aantoont dat deze vroege mensen later op het eiland aankwamen dan we tot nu toe dachten”, verklaart professor Sue O’Connor van ANU.

Het levert zelfs het bewijs dat de eerste mensen niet via Oost-Timor maar via Nieuw-Guinea naar Australië trokken. De route die ze aflegden om zich over de wereld te verspreiden moet dus worden aangepast. “Behalve dat de route en de timing van de oversteek moeten worden herzien, tonen onze bevindingen ook aan dat de migratie naar de eilanden doorging richting de zuidelijke eilanden, duizenden jaren na de eerste nederzetting in Australië.”

De Aboriginals
De Aboriginals waren de eerste mensen die vanuit Zuidoost-Azië mogelijk al 65.000 jaar geleden Australië wisten te bereiken via een landbrug, die bestond omdat in de ijstijd de zeespiegel veel lager was. Ze hadden nog steeds wel bootjes nodig, omdat ze zelfs bij een zeespiegeldaling van 150 meter nog enkele zeestraten van zo’n 100 kilometer breed moesten oversteken.

Stenen gereedschap
Het onderzoeksteam vond bij de opgravingen veel kleine stenen werktuigen en bijvoorbeeld ook verkoolde visgraten. Het maakt duidelijk dat er op de locatie een shift heeft plaatsgevonden van beperkte naar heel intensieve menselijke activiteit. “Al direct bij aankomst in de grot gingen de mensen de plek zeer intensief gebruiken. Er waren duidelijke tekenen van verbranding en van een vertrapte vloer van de schuilplaats”, aldus onderzoeker Mike Morley van Flinders University. “We weten dat deze mensen waren gespecialiseerd in het maken van kleine stenen werktuigen, maar we weten niet helemaal zeker waar ze voor gebruikt werden”, reageert Kealy.

Fig. 1

“Hun dieet bestond voor een groot deel uit schelpdieren of andere kleine beesten. Je hebt niet echt grote messen nodig om dat soort voedsel te verzamelen. Maar klein gereedschap is wel handig om bijvoorbeeld bladeren te verwerken en er manden van te vlechten of voor het maken van houten werktuig.”

Kolonisatie
Op basis van de enorme berg voorwerpen die de archeologen hebben opgegraven, concluderen ze dat het om een “grote migratie” ging naar Oost-Timor. Ze denken dat de eerste mensen zijn overgestoken vanaf het dichtbij gelegen Flores en ook direct vanaf het vasteland van Zuidoost-Azië.

“In principe gingen onderzoekers er altijd van uit dat die vroege mensen het water overstaken en per toeval op de eilanden stuitten, maar hun aankomst op Oost-Timor was geen toeval”, vertelt Kealy. “Dit was een grote actie om het gebied te koloniseren. Dat blijkt duidelijk uit het enorme aantal mensen dat de reis maakte.”

Slimme zeevaarders
Ook laat de overtocht zien dat de mensen toen al behoorlijk slim waren. “Het is bewijs dat deze mensen beschikten over hoogwaardige maritieme technologie en goede boten konden maken. Het toont ook aan dat ze veel vertrouwen hadden in hun eigen kunnen om zulke overtochten te maken.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd