Want veel coronamaatregelen die wij kennen en nemen zijn in beginsel alleen voor relatief welvarende mensen weggelegd.
Regelmatig je handen wassen. Zoveel mogelijk thuis blijven. En als dat toch niet gaat: in ieder geval anderhalve meter afstand houden van anderen. We weten inmiddels bijna niet beter. En we zien de effecten van deze gelukkig breed gedragen maatregelen inmiddels ook terug in de corona-statistieken. Het aantal ziekenhuisopnames neemt af. En de sterfte ook. Deze maatregelen werken dus. Maar ze werken niet overal, zo waarschuwen Amerikaanse onderzoekers in een nieuw rapport, verschenen in het blad Journal of Urban Health. Zo kunnen dezelfde maatregelen in sloppenwijken weleens een vernietigend effect hebben.
Gedifferentieerd advies
“Het slechtste wat je tijdens een ramp kunt doen – met name als het gaat om een uitbraak van een infectieziekte – is iedereen hetzelfde advies geven,” stelt onderzoeker Jason Corburn, verbonden aan de universiteit van Californië (Berkeley). “Want je houdt dan geen rekening met het feit dat niet iedereen dezelfde startpositie heeft.”
De intelligente lockdown
Toen onze premier Mark Rutte de intelligente lockdown aankondigde, was dat voor het leeuwendeel van de Nederlandse bevolking geen probleem. De meesten van ons hebben een geriefelijk huis – voorzien van alle sanitaire voorzieningen, een internetverbinding, etc. – waarin we ons prima langdurig kunnen ophouden. En als we toch naar buiten moeten, is het vaak geen probleem om afstand te houden van anderen. Maar heel anders is dat voor de ruim 1 miljard(!) mensen wereldwijd die in sloppenwijken leven. Deze mensen leven op elkaars lip. Afstand houden is onmogelijk. Thuisblijven vaak ook. Want veel van deze mensen leven financieel gezien bij de dag; als ze overdag niet werken, is er ‘s avonds geen eten. En ook voor drinkwater en andere sanitaire voorzieningen moeten ze vaak buitenshuis zijn. “Je terugtrekken in je eigen huis is een luxe die alleen de rijken zich kunnen permitteren,” stelt onderzoeker Lee Riley.
Meer kwaad dan goed
Een lockdown gaat in sloppenwijken duidelijk niet werken. Sterker nog, een door de overheid opgelegde lockdown kan er weleens meer kwaad dan goed doen. “In veel sloppenwijken moeten mensen lange afstanden afleggen om water te halen dat ze thuis kunnen gebruiken. En veel mensen die in sloppenwijken leven, hebben ook geen andere keus dan deel te nemen aan de informele economie, die compleet zal verdwijnen onder een lockdown.” En dan begint de ellende pas echt, zo stelt Coburn. “De politieke en economische instabiliteit die we nu zien ontstaan en die waarschijnlijk ook na deze epidemie nog even aanhoudt, zal in dit soort populaties meer mensen doden en buitenspel zetten dan het coronavirus zelf.”
Aanbevelingen
Een lockdown komt dus met een hoge prijs. Tegelijkertijd is nietsdoen, ook in de sloppenwijken geen optie. Want juist het feit dat mensen hier dicht op elkaar leven en sanitaire voorzieningen ontbreken, maakt dat het virus zich er als een vis in het water voelt. Dat veel van de mensen in de sloppenwijken bovendien al gezondheidsproblemen hebben en geen of zeer beperkte toegang hebben tot gezondheidszorg, vergroot bovendien de kans op ernstige complicaties als ze het virus oplopen. Er moet dus wel iets gebeuren om juist deze kwetsbare mensen tegen het nieuwe coronavirus te beschermen. Maar wat dan? In hun rapport komen wetenschappers met acht aanbevelingen, waaronder een aantal die eerst moeten worden opgevolgd, wil een lockdown ook in de sloppenwijken een positief effect hebben.
Van sanitaire voorzieningen tot afvalinzameling
Zo pleiten ze er bijvoorbeeld voor dat overheden in een straal van drie kilometer rondom de sloppenwijken op zoek gaan naar plaatsen waar besmette patiënten en hun familie tijdelijk in quarantaine kunnen gaan. Daarnaast moet er alles aan gedaan worden om mensen in de sloppenwijken van de benodigde sanitaire voorzieningen en drinkwater te voorzien. Dat kan bijvoorbeeld door er per direct mobiele toiletten en mobiele wasbakken neer te zetten en er regelmatig tankwagens gevuld met water naartoe te sturen. Daarnaast moeten enkele maatregelen getroffen worden die het leven in de sloppenwijken ook in het licht van een eventuele lockdown min of meer leefbaar houden. Zo moet de overheid ervoor zorgen dat het afval – dat zich met name als niemand de sloppenwijk meer uitgaat, zal opstapelen – uit de sloppenwijken wordt gehaald, om (aanvullende) gezondheidsproblemen te voorkomen. Daarnaast is het bijvoorbeeld zaak dat de bewoners van de sloppenwijken tijdelijk een soort uitkering krijgen, die ze in staat stelt om thuis te blijven. Ook moet er voedsel beschikbaar worden gesteld, om ondervoeding te voorkomen. Dat laatste probleem ligt met name op de loer voor kinderen die tijdens een lockdown niet meer naar school gaan en dus ook niet meer op een (warme) schoolmaaltijd hoeven te rekenen.
In overleg
Wat daarnaast te allen tijde heel belangrijk is, zo benadrukken de onderzoekers, is dat er voorkomen wordt dat overheden de bewoners van sloppenwijken allerlei regels opleggen, zonder dat daarbij sprake is van overleg. Wat dat betreft moeten we ook lering trekken uit eerdere epidemieën, waarbij bleek dat met name in sloppenwijken het argwaan jegens de overheid groot is en mensen niet zo sterk geneigd zijn om de adviezen van overheden klakkeloos op te volgen. Bovendien moeten overheden ook ruimte bieden aan innovatieve ideeën die men in de sloppenwijken heeft over het verbeteren van de hygiëne en het welzijn. Want wie weet nu beter wat er in de sloppenwijken nodig en mogelijk is, dan de mensen die daar wonen? “De mensen die in sloppenwijken of op straat leven, moeten elke dag creatief en innovatief zijn om te overleven, maar desalniettemin wordt die innovativiteit en vindingrijkheid vaak niet erkend,” vertelt Corburn aan Scientias.nl. “Ik wil de ervaringen of kennis van de armen niet romantiseren, maar mensen die te maken hebben met racisme, ongelijkheid, ziekte, vervuiling en marginalisatie hebben een bepaalde expertise die van waarde is als je zoekt naar oplossingen in deze pandemie en voor ongelijkheid in het algemeen.” Juist door de kennis en kunde uit de sloppenwijken te combineren met de kennis en kunde van daarbuiten, kan het verschil worden gemaakt.
Kostbaar
Veel van de aanbevelingen die de onderzoekers doen, kosten behoorlijk wat geld. Maar dat mag eigenlijk geen reden zijn om ze niet te omarmen, zo stelt Corburn. “De gezondheidsproblemen waar mensen in de sloppenwijken mee te maken hebben, kosten ook heel veel geld, zowel qua gezondheidskosten als door een verlies aan productiviteit. Ik ben het er mee eens dat sommige maatregelen in eerste instantie kostbaar zijn, maar op lange termijn wordt er ook heel veel geld mee bespaard.” Corburn wijst er daarnaast op dat veel van de maatregelen ook weer werkgelegenheid opleveren. Hij denkt dan bijvoorbeeld aan het afleveren en schoonhouden van mobiele toiletten en drinkwater, maar ook het ophalen van afval.
Buitenlandse hulp
Op de vraag of ook andere landen misschien een bijdrage kunnen leveren aan de zorgen die er omtrent de sloppenwijken zijn, is Corburn heel stellig. “Alle oplossingen en interventies moeten van de lokale bevolking komen en door de lokale overheid geregeld worden, en niet in handen zijn van door miljardairs in het leven geroepen liefdadigheidsinstellingen – zoals bijvoorbeeld de stichtingen van Gates en Bloomberg – en wereldwijd actieve non-profitorganisaties of buitenlandse overheden. Koloniale gezondheidszorg en ontwikkeling heeft bijgedragen aan de ongelijkheid en de problemen die deze vandaag de dag met zich meebrengt, dus het in standhouden van dat model (zoals Gates doet) is niet de oplossing. Andere landen kunnen wel de schulden van armere landen kwijtschelden of als ze daarom gevraagd worden hulp bieden, aangezien ziektes geen grenzen kennen.”
Het probleem waar Corburn en collega’s over schrijven, is bijzonder urgent. Want het nieuwe coronavirus verspreidt zich razendsnel en niets wijst erop dat het de sloppenwijken zal sparen. Tegelijkertijd kan de dreiging van dit virus misschien ook nog iets goeds voortbrengen, zo stelt Corburn. “Ik hoop dat dit moment overheden, door miljardairs opgezette liefdadigheidsinstellingen, internationale hulporganisaties, de private sector en anderen ertoe aanzet om te stoppen waar ze mee bezig zijn en zich in plaats daarvan meer te focussen op de alledaagse problemen, zoals een tekort aan schoon water, sanitaire voorzieningen, betaalbare huisvesting, schone energie, afvalinzameling en racisme, discriminatie en segregatie, stuk voor stuk factoren die meer ziekte, gezondheidsproblemen en sterfte met zich meebrengen dan COVID-19.”